DAG 1 : DINSDAG 8 MEI : GERWEN – BLED (SLOVENIE) Fotopagina Kroatië en Fotopagina Slovenië
Wat lekker zeg……. niet passen en meten om de bagage in de koffers te krijgen, geen ‘we-moeten-op-tijd-op-het-vliegveld-zijn’-stress, geen vluchtwijzigingen of vertragingen. Met de eigen auto op vakantie gaan heeft toch zeker wel z’n voordelen! Op ons dooie gemak reden we om half negen ’s ochtends van thuis weg, ons enige doel was zoveel mogelijk kilometers te maken. Als we tot in Zuid-Duitsland zouden komen, dan waren we dik tevreden.
De rit verliep zeer voorspoedig. We kwamen wel op veel plaatsen wegwerkzaamheden tegen, maar die zorgden vooral voor veel vertraging voor de vrachtauto’s die in lange rijen op de rechterrijstrook reden. Op de linkerrijstroken, voor de personenauto’s, reed het meestal best wel goed door. Dus voordat we het wisten stonden we al bij het Autobahnmotel Irschenberg, een van de mogelijke overnachtingsplekken. Hmmm, eigenlijk hadden we nog helemaal geen zin om al op een motelkamer te gaan zitten, chauffeur Hans was nog fit genoeg om er nog een paar kilometertjes aan vast te plakken en ook ik was zeker nog niet moe. Voor de zekerheid zetten we bij de McDonalds wel even onze laptop aan, zochten op Booking.com een Gasthof in Oostenrijk waar nog kamers vrij waren, en noteerden het adres.
Niet veel later reden we Oostenrijk, en tegelijkertijd ook een stevige regenbui in. Langzaam aan werd het donker, het reed wel heel wat minder prettig zo. We waren dan ook blij toen we bij de door ons uitgezochte Gasthof aankwamen. Maar helaas….. ondanks dat we een uurtje of twee eerder toch echt hadden gezien dat er nog kamers beschikbaar waren, werden we door een man bij de receptie onverbiddelijk de deur gewezen. En stonden we dus, zonder overnachtingsplek, buiten in de stromende regen. We zijn maar wat rond gaan rijden, in de hoop ergens een motel of hotel te vinden waar nog wel plaats zou zijn. Maar dat bleek een vrij zinloze excercitie te zijn, we hadden geen idee waar we naar toe moesten. Uiteindelijk besloten we om maar weer naar de snelweg te gaan, misschien zouden we onderweg wel bordjes zien staan waarop overnachtingsplekken stonden aangeduid. Tja, waarschijnlijk dachten we te ‘Amerikaans’. In de USA vind je altijd wel een groepje hotels netjes naast elkaar op korte afstand van de snelweg, maar hier in Oostenrijk kenden ze dat concept dus niet.
Uiteindelijk zagen we nog maar één mogelijkheid: doorrijden naar Bled. Want daar in het centrum staan immers wel veel hotels bij elkaar, zo wisten we. Bij het eerste het beste hotel dat er wat groter uit zag zijn we naar binnen gelopen. En gelukkig, daar hadden ze nog wel een kamer voor ons beschikbaar. Okay, we betaalden wel de hoofdprijs, 120 euro om precies te zijn. Maar we waren al lang blij dat we iets hadden, we hadden geen zin meer om nog op zoek te gaan naar iets goedkopers. En zo sliepen we dus, geheel tegen de verwachting in, op deze 8ste mei al in Bled. We liepen meteen al een halve dag voor op ons schema.
DAG 2 : WOENSDAG 9 MEI : SLAP SAVICA – LAKE BOHINJ – MOSTNICA GORGE – SLAP GRMECICA
Bij die prijs van 120 euro zat het ontbijt inbegrepen. En als echte Hollanders wilden we natuurlijk wel waar voor ons geld, we gingen er dus zeker gebruik van maken. Eenmaal beneden in de ontbijtruimte keken we onze ogen uit…… wat een keus……. echt ongelooflijk. Allerlei soorten brood en beleg, volop variatie in fruit, diverse smaken yoghurt, thee, sapjes, en ga zo maar door. We hebben werkelijk nog nooit zo’n uitgebreid ontbijt gezien. We hebben heerlijk zitten eten, ’t enige ‘nadeel’ was dat we allerlei lekkere dingen moesten laten liggen omdat je nu eenmaal niet álles kan proberen.

Lake Bohinj
We waren benieuwd wat voor weer het zou worden. De weerberichten die we hadden geraadpleegd spraken elkaar tegen, de één had het over bewolkt maar wel droog, de ander voorspelde dat het een groot deel van de dag zou regenen. In eerste instantie leek ‘de ander’ gelijk te krijgen, toen we bij het hotel wegreden regende het. Maar niet getreurd, daar waren we op voorbereid. Onze regenjassen lagen grijpklaar op de achterbank. Na een half uurtje rijden kwamen we aan bij Lake Bohinj, en zowaar, de regen stopte en de zon kwam zelfs een beetje door. Wat wil je nog meer!
We hebben de laatste jaren erg veel watervallen gezien. En we zijn ze nog lang niet beu, vandaar dus dat we ook deze keer diverse watervallen in onze route hadden opgenomen. We reden Lake Bohinj voorbij, daarna ging het nog een stukje verder door een mooi bosgebied tot aan het startpunt van de wandeling naar Slap Savica. Dat woordje “Slap” zal in dit reisverslag nog wel vaker voor gaan komen, het is Sloveens voor ‘waterval’. Om Slap Savica te kunnen zien, moesten we ruim 550 treden over een rotsachtig bospad omhoog klimmen. En dan zie je meteen dat Hans en ik heel verschillende lopers zijn, Hans is – zoals hij dat zelf zegt – een diesel; het duurt even voordat hij op gang komt, maar daarna is hij niet meer te stoppen. Ik ga juist fluitend omhoog, tenminste, de eerste 200 treden of zo…… daarna begin ik te puffen en gaat mijn tempo flink omlaag. Eigenlijk helemaal niet handig, in het begin moest ik op Hans wachten, en verderop was ik juist weer de langzaamste. Maar al met al viel de klim me eigenlijk best wel mee, sneller dan ik had ingeschat bereikten we het viewpoint vanwaar we de waterval konden zien. Kijk, dit was alvast een prima begin van onze vakantie. We genoten van de blik op Slap Savica en de mooie rotsomgeving. En we kregen er zowaar nog een regenboog bij cadeau ook.
We reden terug naar de zuidzijde van Lake Bohinj. Een paar keer zijn we uitgestapt, even een stukje langs de oever van het meer lopen en genieten van de rust. En wat een prachtig klein kerkje stond daar, helaas konden we het niet van binnen bekijken maar de buitenzijde alleen was al erg mooi om te zien. Op de toren stond het bouwjaar: 1744, echt een oudje dus. En over oud gesproken, toen we even later het dorpje Stara Fuzina bereikten hadden we echt het gevoel dat we ineens een stukje geschiedenis in waren gereden. De oude huizen en boerderijen, deels van steen en deels van hout, stonden zo dicht bij elkaar dat we er met onze auto maar nét tussendoor pasten. Het smalle weggetje kronkelde verder door de weilanden, waar op diverse plekken de kozolec zagen staan, dat zijn houten rekken met een dakje erboven waar hout of hooi tegenaan wordt gelegd om te drogen. De bewoners leken ook nog in een heel andere tijd te leven als wij, qua kleding en uitstraling zouden ze zó gepast hebben bij onze Brabantse grootouders in de jaren dertig. Vooral twee mannen van een jaar of zeventig die samen op een hooikar zaten vielen ons op, het zag er zo heerlijk ontspannen uit zoals ze daar rondreden. Het platteland van Slovenië heeft meteen ons hart gestolen, we vonden deze korte rit héérlijk.
Bij Stara Fuzina ligt de Mostnica Gorge, en daar hadden we een wandeling gepland. Op de parkeerplaats konden we geld in een parkeermeter gooien, waarna we een kaartje kregen dat we voor de voorruit moesten leggen. De eindtijd stond op dat kaartje vermeld. Best wel lastig, want nu moesten we dus vooraf al inschatten hoe lang we over onze wandeling zouden gaan doen. Ach, de kloof was 1 kilometer lang, heen en terug zou het dus slechts 2 kilometer lopen zijn. Dat is in een half uur best te doen, toch. We gooiden nog wat extra munten in de parkeermeter, foto’s maken kost immers ook tijd. En toen gingen op pad. Waar we niet op hadden gerekend, dat was dat het best nog een stuk lopen was voordat we de kloof daadwerkelijk bereikten. En dat het pad niet overal even makkelijk begaanbaar was, ’t was prima te doen hoor, maar ons tempo lag wel wat lager dan op een rechttoe rechtaan pad. Zo’n 20 meter beneden ons stroomde het opvallend blauwe water van het riviertje Mostnica met veel kracht tussen de grillig gevormde rotswanden door. Hans zocht vanwaar hij dit mooie schouwspel het beste op de foto vast kon leggen; het was maar goed dat we wat extra fotografie-tijd hadden geteld want er moest heel wat worden uitgeprobeerd voordat hij tevreden was over de juiste statief-plekken en de goede foto-instellingen. De tijd vloog voorbij, uiteindelijk waren we maar nét op tijd bij de auto terug.

Slap Grmecica
Je kan vanaf twee verschillende beginpunten naar Slap Grmecica lopen. Ik had gekozen voor de trailhead die net ten westen van het dorpje Nomenj ligt. Vooral omdat de beschrijving van de wandeling vanaf dat punt wat duidelijker was. We zouden moeten parkeren op een piepklein parkeerplaatsje, en met dat ‘piepklein’ bedoel ik dus dat er plaats is voor slechts één auto. En tja, iemand was ons al voorgeweest, de parkeerplaats was bezet. Omdat we verder nergens een veilige plek zagen om onze auto neer te zetten, gingen we noodgedwongen over op plan nummer 2. We reden naar de iets meer oostelijk gelegen trailhead, het laatste stukje van die route ging over een smalle, onverharde weg. Deze keer konden we wel makkelijk parkeren, de juiste wandelroute bleek – ondanks de wat vage routebeschrijving – heel eenvoudig te vinden. We liepen over een pad tussen de bomen door, dicht langs de oever van de Sava Bohinjka (Sava is Sloveens voor rivier). Er lagen flinke stapels boomstammen langs het pad, het was duidelijk dat hier volop werd gewerkt. De geur van het vers gezaagde hout was heerlijk maar het wandelpad lag er niet zo florissant bij, het zat vol diepe sporen die door zware voertuigen waren veroorzaakt. De regen had het pad in een complete modderpoel veranderd, het liep niet echt lekker daar. De Sava Bohinjka was helaas ook niet bijzonder, het was een wat saaie rechttoe, rechtaan rivier. Onze hoop was gevestigd op Slap Grmecica, die zou deze wat minder aangename wandeling goed moeten maken. Maar helaas….. toen we na zo’n 15 minuten lopen bij de waterval aankwamen, werden we opnieuw onaangenaam verrast. De waterval lag links van ons in een komvormige rotswand, het water stroomde een stukje over de bodem en vervolgens de Sava Bohinkja in. En aan onze kant van het water stonden we dus helemaal verkeerd, we konden alleen de zijkant van de waterval zien. Tegenover ons zagen we de plek waar we veel beter hadden kunnen staan….. als we ons oorspronkelijke plan hadden kunnen volgen dan zouden we daar zijn uitgekomen. Recht tegenover de waterval, met een goed zicht op de hele rotskom. Hans overwoog nog even om op blote voeten door het ondiepe water heen te lopen, zodat hij toch vanaf de juiste plek zijn foto’s zou kunnen maken. Maar nee, toch maar niet. Het zou te veel moeite zijn geweest voor een net-niet-mooi-genoeg waterval.
We werden vriendelijk ontvangen door de eigenaresse van Tourist Farm Anz’k, een guesthouse dat op zo’n 4 kilometer ten westen van Bled ligt. Ze wilde graag weten of we in het bijbehorende restaurant wilden dineren, en daar zeiden we graag ja tegen. We hadden gepland om na het eten nog even naar Bled te gaan, we wilden daar vanaf een hoog gelegen uitkijkpunt een zonsondergangfoto van het bekende meer gaan maken. Maar het begon weer wat te regenen, en bovendien voelden we de drie wandelingen die we deze dag hadden gemaakt ook nog in onze benen zitten. We waren het dan ook al snel met elkaar eens, we bleven lekker op onze kamer zitten deze avond.

Church of the Holy Spirit
DAG 3 : DONDERDAG 10 MEI : SLAP PERICNIK – SLAP MARTULJEK – RUSKA KAPELICA
En ik had het nog zó goed uitgezocht: de Vintgar Gorge gaat open in april, elke ochtend kan je er vanaf 8 uur naartoe. En omdat wij graag de toeristenbussen vóór wilden zijn, zorgden wij ervoor dat we al een paar minuten voor 8 de parkeerplaats opreden. Zo, we waren de eersten vandaag, prima toch! Maar toen we bij de ingang aankwamen, merkten we dat onze vroege aankomst niet de reden was van de stilte…… de kloof was gesloten! Nergens konden we informatie vinden. Zou het openingstijdstip misschien zijn gewijzigd? Of ging de kloof vandaag helemaal niet meer open? Even stonden we besluiteloos wat rond te dralen, tot we een stukje verderop wat werklui zagen staan. Eén van hen sprak een heel klein beetje Engels, we begrepen van hem dat het nog een maand zou duren voordat de Vintgar Gorge weer open zou gaan. Balen zeg, deze kloof was een van de voornaamste redenen waarom we voor Slovenië hadden gekozen. Op de parkeerplaats troffen we nog twee andere stellen, ook zij waren niet blij met het nieuws dat ze van ons te horen kregen.

Slap Pericnik
Bij dit soort tegenvallers moet je niet te lang stil blijven staan. Even balen mag, maar niet te lang. Want dat is zonde van je vakantiestemming. We hadden nog twee watervallen op de planning staan voor deze dag, en daar hadden we nu lekker uitgebreid de tijd voor. De naam van de eerste waterval was Slap Pericnik; we zagen ‘m al vanaf de weg, een stukje verderop in de hoogte. Na een korte maar wel stevige klim omhoog werden we beloond met een prachtige close-up view. Niet alleen de waterval zelf was mooi, ook de rotsachtige en deels groen begroeide omgeving kon ons zeker bekoren. Terwijl we Slap Pericnik stonden te bewonderen, zagen we vanaf de andere kant twee wandelaars aankomen. Ze liepen achter de waterval door, en daarna naar ons toe. ’t Was maar goed dat ze zich flink ingepakt hadden, met regenjacks en capuchons, want ze waren toch best wel nat geworden. Wij hadden onze regenjacks in de rugzak meegenomen; lekker laten zitten, zo besloten we, we lopen wel vóór de waterval door. Via twee mooi aangelegde bruggetjes liepen we naar de andere kant van het water, onder ons zagen we de wilde stromen water tussen de rotsen door gaan. Mooi was dat! Ook de terugweg naar de auto beviel ons prima, het pad was aan deze kant veel minder steil, het kringelde door een bosgebied met ruige rotsen daar tussendoor. Een fijne wandeling was dit, zeker een aanrader!
We hadden nog een waterval tegoed, Slap Martuljek. Het startpunt van onze wandeling lag in het plaatsje Gozd Martuljek, waar we ook een overnachting hadden geboekt. Er werd flink aan de weg gewerkt, het asfalt van de doorgaande weg was grotendeels weggehaald en we moesten dus over het zand door het plaatsje rijden. Al snel bereikten we de parkeerplaats vanwaar het wandelpad naar de waterval begon, gelukkig hadden de wegwerkers de oprit naar die parkeerplaats intact gelaten. Er stond nog een tiental andere auto’s op die parkeerplaats, dus dat zat wel goed.
Er zijn twee manieren waarop je naar Slap Martuljek kan lopen, door het bos of via een kloof. De route via de kloof zou ’t mooiste zijn, zo hadden we gelezen. Dus toen we op de splitsing stonden was de keuze eenvoudig: we gingen linksaf, de kloof in. Een prima keuze, zo bleek al snel. Aan beide zijden naast ons bevonden zich hoge, deels groen begroeide rotswanden. En rechts van ons zagen we een snelstromend kreekje, met weer dat opvallende lichtblauwe water. De kloof was zo’n 450 meter lang, tegen dat we het einde bereikten zagen we zomaar ineens een grote groep cairns bij elkaar staan. Wat grappig was dat! Het is duidelijk dat veel mensen die hier lopen worden geïnspireerd om zelf zo’n rotstorentje te bouwen, sommigen hebben er zelfs een heel kunstwerk van gemaakt. Zo was er bijvoorbeeld een cairn die uit twee naast elkaar staande torentjes bestond, met daar bovenop een platte steen waardoor er dus een piepkleine arch was gevormd. Aan de overkant van het water had iemand een uitzonderlijk grote rotstoren gebouwd, waarschijnlijk is hij of zij dus door het water heengelopen. Maar dat moet dan wel in een ander jaargetijde zijn geweest, nu stond het water daarvoor veel te hoog. Ik kon de verleiding niet weerstaan en heb ook een cairn gebouwd. Een heel kleintje….

Slap Martuljek
Aan het einde van de kloof klommen via een rotstrapje omhoog, en staken we het water over via een bruggetje. Daarna nog een korte klim en toen, toch nog onverwacht, zagen we Slap Martuljek links van ons verschijnen. Wauw, dit was écht een beauty! Het water viel eerst een stuk vrij steil (en met veel geweld) omlaag, en stroomde daarna via een aantal trappen nog verder naar beneden. Op het viewpoint stond een bankje, daar hebben we lekker ons lunchpakketje verorberd. En daarna zijn we op ons gemak via dezelfde route weer teruggelopen naar de auto. Onderweg zagen we een paar houten gebouwtjes staan, op een informatiebord stond te lezen dat het reconstructies waren van zogenaamde charcoal kilns (houtskoolovens) die vroeger in dit deel van Slovenië veelvuldig in gebruik zijn geweest.
En toen stonden we weer op de parkeerplaats. Waar ondertussen, tot onze grote verbazing, de afrit naar de weg vakkundig door de wegwerkers verwijderd was. Aan de rand van de parkeerplaats bevond zich nu alleen nog een scherpe, hoge rand asfalt; het zou onmogelijk zijn om hier vanaf te rijden omdat de onderkant van de auto dan zeker op die rand terecht zou komen. En geloof me, op zo’n moment sta je toch echt even heel verdwaasd naar de situatie te kijken!! Hans sprak een van de wegwerkers aan, de man sprak vrijwel geen Engels maar dankzij wat gebarentaal kon Hans ons probleem wel aan hem duidelijk maken. De man wees naar de plek waar zijn collega’s aan het werk waren, daar zou het mogelijk zijn om van de parkeerplaats af te rijden. Niet dus….. dat was de plek waar we eerder de parkeerplaats op waren gegaan, maar waar nu dus geen afrit meer was. Blijkbaar had de man dat zelf ook nog niet in de gaten. Tja, wat nu. Op een andere plek lag een berg zand in de vorm van een afrit, maar Hans zag het niet zitten om daar gebruik van te maken. Onze auto zou immers meteen in dat zachte zand wegzakken, de kans dat we vast zouden komen te zitten was veel te groot. Uiteindelijk bleek de wegwerker bereid te zijn om er een opzichter bij te halen, hij bracht ons naar een dicht bij de parkeerplaats staande keet. De vrouw die ons vervolgens te woord stond wees ook naar de oorspronkelijke afrit-plek, zij was al even verbaasd als de wegwerker toen we haar lieten zien dat die afrit er toch echt niet meer was. Even vreesden we al dat we, samen met de niet-aanwezige eigenaren van de andere auto’s die op de parkeerplaats stonden, hier echt vast zouden zitten. In gedachten zag ik ons al met onze bagage te voet naar onze overnachtingsplek lopen. Maar gelukkig, de vrouw had een andere oplossing voor ons. Vanaf de parkeerplaats konden we een fietspad oprijden. Als we dat fietspad zouden volgen, en vervolgens een stuk verderop naar rechts zouden gaan, dan kwamen we weer op de doorgaande weg uit. Okay, over een fietspad rijden is uiteraard niet echt de bedoeling, maar we hadden geen keuze. Dus we hebben haar advies opgevolgd, ik was blij dat het fietspad overal breed genoeg bleek te zijn om er met de auto overheen te kunnen. De zijweg kwam inderdaad uit op de hoofdweg, ook daar moesten we van die scherpe asfaltrand afrijden, het zand in. Maar het was op die plek wel aanmerkelijk minder hoog dan eerder bij de parkeerplaats, dus hier lukte het wel. Pffff, dat was toch wel een opluchting!
We hadden nog steeds tijd over. In het toeristeninformatiecentrum in het plaatsje Kranksja Gora hebben we nagevraagd of er in deze omgeving nog een leuke, niet al te lange wandeling voorhanden was. Maar de gouden tip kregen we er niet, we besloten daarom om gewoon even een stukje te gaan rijden over de bergweg ten zuiden van Kranksja Gora. Daar werden we getrakteerd op de ene na de andere haarspeldbocht…… Hans en de auto moesten hard werken. Bij haarspeldbocht 8 hebben we een korte stop gemaakt bij Ruska Kapelica, de Russische kapel die in het jaar 1916 werd gebouwd door Russische krijgsgevangenen. Ik zou er graag even naar binnen hebben willen gluren maar helaas, de deur zat op slot. Een stuk of 10 haarspeldbochten verderop zijn we opnieuw even de auto uitgegaan. Even genieten van het zicht op de ruige bergtoppen van de Julische Alpen.
Via alle haarspeldbochten reden we weer terug. Eerst naar Kranksja Gora, waar we heerlijk hebben gegeten bij de plaatselijke Chinees. En daarna nog verder naar Gozd Martuljek, waar we een overnachting hadden geboekt. De dame bij de receptie sprak slechts een paar woordjes Engels, het was haast aandoenlijk om te zien hoe zij haar best deed om ons wegwijs te maken. We begrepen dat het hotel uit twee gedeeltes bestond. In het hoofdgebouw bevond zich een grote groep kinderen voor wie een kamp was georganiseerd. Wij sliepen in een bijgebouw, de vrouw bracht ons naar een vrij groot appartement waar we het zeker wel een nachtje vol zouden gaan houden. En als we wilden ontbijten morgen, dan raadde ze ons aan om dat al vroeg te doen. Want vanaf 8 uur zou de ontbijtzaal vol zitten met kinderen. Nou, dat was totaal geen probleem voor ons, wij vinden het juist fijn om lekker op tijd aan de dag te beginnen.

Ruska Kapelica
DAG 4 : VRIJDAG 11 MEI : SOCA RIVER – SLAP BOKA – SLAP KOZJAK – TOLMIN GORGE
En dus stonden we kort na 7 uur weer in het hoofdgebouw, waar diezelfde lieve vrouw ons welkom heette voor het ontbijt. Het was veel minder uitgebreid dan het ontbijt dat we twee dagen eerder in Bled hadden gehad, maar voor ons was de keus ruimschoots voldoende. De broodjes met kaas en met ei smaakten prima. Net toen we erover dachten om te gaan vertrekken, kwam de vrouw aandragen met een bord waarop vier pannenkoeken lagen. Speciaal voor ons. O jee, eigenlijk had we al genoeg gegeten. Maar om nu die pannenkoeken te laten staan….. dat konden we haar toch echt niet aandoen. Vandaar dat we samen toch nog drie van die vier pannenkoeken hebben opgegeten, en, eerlijk is eerlijk, ze smaakten voortreffelijk!

Soca River
Via dezelfde haarspeldbochtenweg waarover we ook gisteren al een stuk hadden gereden zetten we koers naar het zuiden. We kringelden honderden meters omhoog, met om ons heen het spectaculaire berglandschap. Hé, wat geinig, bij een van de bochten lag direct naast de weg een heel veld met cairns. Net zo een als we gisteren ook bij Slap Martuljek hadden gezien. En toen we het hoogste punt van de weg bereiken, volgens een bordje bevonden we ons daar op 1.611 meter boven de zeespiegel, stonden we midden tussen de grote stapels sneeuw. Uiteraard moesten we nu ook weer een heel stuk omlaag, via ongeveer 25 nieuwe haarspeldbochten. Vooral tijdens het begin van de afdaling was het uitzicht op de Alpentoppen weer heel mooi.
Ergens in de Julische Alpen, op een hoogte van ongeveer 1.050 meter, ontspringt de Soca River. Het is een heel heldere rivier met een aparte, smaragdgroene kleur. En vooral op plekken waar de rivier over rotsachtige plateaus heenstroomt, is ie bijzonder fotogeniek. Vandaar dus dat we graag even wat tijd uittrokken voor een wandeling langs deze rivier. Via een hangbrug staken we de rivier over bij een plek die ‘de Tweede Soca Kloof’ wordt genoemd, ofwel: ‘Velika Korita Soce’. Daarna liepen we stroomafwaarts langs de rivier af. Op sommige plekken lag het wandelpad wat hoger, we moesten steeds zoeken hoe we wat dichter bij de oever uit konden komen. Want daar waren natuurlijk de mooiste plekken te vinden, prachtig hoor om te zien hoe het water zich een weg zocht tussen de grillig uitgesleten rotswanden. We liepen door tot een stukje voorbij de zijweg naar het plaatsje Lepena, direct bij die zijweg konden we best diep de kloof inkijken. Het was ons favoriete plekje van deze wandeling. Toen we weer terugliepen naar de auto probeerden we wat dichter bij de oever te blijven, in het begin lukte dat prima maar naarmate we verder kwamen was er steeds minder pad en steeds meer bijna onbegaanbare overwoekering. Noodgedwongen moesten we daar toch ergens, tussen de boomwortels door, naar boven zien te klimmen. Met een beetje kunst- en vliegwerk slaagden we er in om het reguliere pad weer terug te vinden, en even later stonden we (moe maar voldaan, zoals dat heet) weer bij de auto. Waar ik snel mijn spijkerbroek omwisselde voor een dunne wandelbroek, het was ondertussen behoorlijk warm geworden.
We zagen de imposant grote Slap Boka al vanaf de weg. Natuurlijk wilden we deze waterval ook graag van dichterbij bekijken, dus zijn we vol goede moed aan de wandeling naar het viewpoint begonnen. Pfff, dat was nog een flinke klim, zeg, en dat in deze hitte. Ik heb het aantal rotsachtige traptreden niet geteld, maar het waren er een heleboel, dat kan ik je verzekeren. Het was de inspanning dubbel en dwars waard, we vonden het geweldig om Slap Boka van (iets) dichterbij te zien. Helemáál er naartoe, dat ging niet lukken, dan zouden we nog veel verder hebben moeten lopen. Maar vanaf het viewpoint konden we de waterval ook prima zien. Het water kwam zomaar vanuit de rotswand naar buiten toe gestroomd; op een informatiebord lazen we dat zich binnenin Mount Kanin een hele grote grot bevindt, het water komt via een ondergrondse rivier naar buiten toe. Blijkbaar zijn er ooit mensen binnenin die grot geweest, en hebben enkelen van hen die rivier zelfs zwemmend doorkruist. Best interessant hoor, leuk om zo net wat meer over deze omgeving te weten te komen.
Op naar – alweer – een waterval. Slap Kozjak heette ons volgende doel. Net zoals gisteren moesten we vooraf voldoende geld in een parkeerautomaat doen, lastig als je niet precies weet hoe lang je onderweg zult zijn. We hebben het maar weer heel ruim geteld…. Het begin van de wandeling was niet bijzonder, we liepen via een duidelijk aangegeven pad tussen de weilanden door. Vervolgens mochten we de Soca River weer even bewonderen, tot het moment dat het pad wat van de rivier afboog en we tussen de bomen door een langzaam aan smaller wordende kloof inliepen, met naast ons een klein kreekje.

Slap Boka
De bodem van het kreekje was bezaaid met kleine keien, de rotswanden waren prachtig groen begroeid. Via een smal houten bruggetje en een stel stenen traptreden gingen we het water over, bij elke stap die we zetten werd de omgeving mooier en mooier. Wat was dit een fantastische wandeling, en dan hadden we ons doel nog niet eens bereikt. Dat duurde overigens niet lang meer, nog een stenen bruggetje, een paar houten planken, en daarna liepen we via een aan de zijwand van de canyon vastgemaakte houten boardwalk via een bochtje een half open grot in. Daar eindigde de boardwalk, en zagen we Slap Kozjak in alle glorie vóór ons. Die prachtige, slanke waterval die vanuit een rotskloof zomaar naar beneden kletterde, de groene poel met water in die zich beneden in de grot bevond. Er bevonden zich slechts drie mensen tegelijk met ons daar op het einde van de boardwalk, en kort nadat wij daar aankwamen gingen zij juist weg. Best wel uniek hoor, om deze schitterende plek met niemand te hoeven delen. Ik genoot intens, eigenlijk wilde ik helemaal niet meer weg. Maar ja, op gegeven moment kwamen er weer andere bezoekers aan, en de ruimte op de boardwalk is echt heel beperkt. We hebben dus toch maar weer plaats gemaakt. Op het moment dat we van de boardwalk afstapten kwam er een jong stel aangelopen, de vrouw keek een beetje onzeker naar de glad uitziende stenen trapjes en de smalle planken waar ze overheen zou moeten lopen. Het was duidelijk dat ze het eigenlijk niet goed durfde, voor mij een bekend gevoel want ik sta zo ook regelmatig te twijfelen. Ze vroeg onze mening, was het te doen om via die boardwalk naar de waterval te lopen. Nou, als ik het kan, dan kan vrijwel iedereen het. En dat was ook letterlijk wat ik haar vertelde. Ze liet zich overhalen en ging samen met haar partner verder. Niet van harte, dat zag ik wel. Na het jonge stel kwamen er nog een paar groepen mensen aanlopen, die ook allemaal de boardwalk op stapten. Hans maakte nog wat foto’s van de kloof, en hé, daar kwam het jonge stel alweer terug. De vrouw vertelde dat ze blij was dat ze de waterval had kunnen zien. Maar het was er wel véél te druk, zo druk dat ze er niet echt van had kunnen genieten. Wat wij natuurlijk helemaal begrepen, en wat ons nog eens extra blij maakte dat wij net het geluk hadden gehad om er even helemaal alleen te zijn.

Tolmin Gorge
Zo, ons programma van vandaag zat er op. Nu alleen nog even naar ons appartement in het dorpje Volce rijden, en een restaurant zoeken. Morgenvroeg zouden we de Tolmin Gorge gaan bezoeken, die zich op minder dan een kwartier rijden van ons appartement vandaan bevond. We hadden natuurlijk allebei nog heel vers de ‘de-poort-is-gesloten’-ervaring van de Vintgar Gorge in onze herinnering. En daardoor bedachten we dat het misschien wel slim zou zijn om nu meteen even te gaan checken of de Tolmin Gorge wél open zou zijn, daar hadden we nog tijd genoeg voor. En zo kwam het dat we niet meteen naar Volce reden, maar naar het naastgelegen plaatsje Tolmin. Waar we tot twee keer toe in de wegwerkzaamheden belandden. Vooral de tweede obstructie leverde flink wat vertraging op. Wat bleek, er was een stuk asfalt van de weg verwijderd en er was maar één rijstrook begaanbaar. En de wegwerkers lieten van beide zijden uit auto’s toe, waardoor het verkeer muurvast liep. Aan één kant (de onze) moesten alle auto’s achteruit rijden tot een plek waar het breed genoeg was om de tegenliggers langs te laten, het was een heel gewinkel om dat voor elkaar te krijgen. Toen de tegenliggers eindelijk voorbij waren, konden wij pas verder rijden. En hé, daar stonden we meteen al op de parkeerplaats voor de Tolmin Gorge. En ja hoor, die was hartstikke open!
We dachten hetzelfde. Waarom niet nu al deze wandeling gaan maken, we zijn er nu toch en anders zitten we morgenvroeg misschien weer opnieuw met die wegwerkzaamheden. En dus gingen de wandelschoenen weer aan, en liepen we vol goede moed de canyon in. En Hans werd meteen helemaal blij dat we nu, op dit tijdstip, hier liepen. De zon stond namelijk precies goed, zouden we hier morgenvroeg naartoe zijn gegaan dan had hij tegen de zon in moeten fotograferen. En da’s minder handig. Kijk, dat wegwerkzaamhedenoponthoud had toch zo z’n voordeel! Opnieuw kwamen we tot de conclusie dat Slovenië ontzettend veel natuurschoon te bieden heeft, want ook de Tolmin Gorge was weer schitterend. Hoge, door het water uitgeslepen rotswanden met groene mossen daarop. Weer dat heldere lichtblauwe water dat we de afgelopen dagen al vaker hadden gezien. En alles was heel netjes aangelegd, er liep een wandelpad met railing langs de kloof en overal waren stenen of metalen trappen en bruggetjes. Véél stenen en metalen trappen…… met vandaag al drie andere wandelingen in onze benen begon de vermoeidheid op gegeven moment toch wel serieus toe te slaan. Maar dat weerhield ons er niet van om ook het zijpad te nemen dat ons bij een ander bekend viewpoint zou brengen, daar zagen we een grote rotspunt die hoog tussen de rotswanden geklemd zat. Hier stond de zon juist niet zo geweldig, de rotspunt werd nog deels verlicht en dat was niet handig. Ach, dat was een mooie gelegenheid om even uitgebreid te stoppen, de zon zakte vanzelf steeds lager en op gegeven moment was de belichting wel naar Hans z’n zin.
En zo was het dus toch nog behoorlijk laat geworden, toen we bij ons appartement in Volce arriveerden. Voor de deur van het appartement zaten twee dames lekker in de laag staande zon een spelletje te spelen. We werden al op de parkeerplaats aangesproken door een vriendelijke man, die de eigenaar van het appartement bleek te zijn. Hij vertelde dat hij per ongeluk ons appartement aan die dames had vergeven, zij kwamen namelijk net zoals wij uit Nederland en daarom was hij – toen zij arriveerden – in de veronderstelling geweest dat wij het waren. Pas later had hij bemerkt dat ook appartement 2 aan Nederlanders was toegezegd. De dames in kwestie bleken er geen enkel probleem mee te hebben, en ook wij vonden het prima zo. ’t Enige ‘nadeel’ aan ons appartement was de grootte, jee, we verdwaalden zowat! Een halletje, een woonkamer die groter was dan die van ons thuis, en flinke slaapkamer, een badkamer…… zo royaal hebben we het tijdens onze vakanties nog nooit gehad. En dat voor nog geen 50 euro!
Op een paar minuten afstand van het appartement was onlangs een restaurant geopend, op aanraden van de eigenaar van het appartement zijn we daar naartoe gegaan. Het was een goed advies, het restaurant lag heel mooi naast een rivier en had een veranda waar we lekker buiten konden zitten. En het was niet al te chic, daar houden we niet van. Gewoon een eenvoudige kipburger met friet, precies waar we zin in hadden. ’t Had alleen wel iets minder mogen zijn, ook met vier wandelingen achter de rug was mijn honger niet zó groot dat ik dat allemaal weg kon werken. Maar lekker was ’t wel, da’s zeker.

Slap Kozjak
DAG 5 : ZATERDAG 12 MEI : POSTOJNA CAVES – SCOCJAN CAVES
Toen we foto’s zagen van een open treintje waarmee toeristen in een grot werden rondgereden dachten we meteen “Echt niet…… hier gaan we absoluut niet naartoe!”. Toen we foto’s zagen van de druipsteenformaties in diezelfde grot dachten we “Zó, dat ziet er wel heel indrukwekkend uit, dat willen we zeker met eigen ogen gaan zien!” Tja, dilemma dus. Maar uiteindelijk hebben we niet echt lang getwijfeld, we wilden de Postojna Caves zo graag zien dat we het toeristentreintje maar voor lief namen.
En zo stonden we dus tussen de honderden andere toeristen aan de kassa om braaf onze toegangskaartjes te kopen. De eerstvolgende tour was al uitverkocht, we moesten nog bijna een uur wachten voordat we mee mochten. En dus hebben we maar even rondgeslenterd op het grote terrein met z’n souvenirwinkeltjes en restaurantjes. Zowat een kwartier voordat onze tour zou gaan beginnen, mochten we naar de ingang toe. Waar de toeristen werden verdeeld over vier groepen, je kon zelf kiezen in welke taal je rondgeleid wilde worden. Dat werd voor ons dus Engels. Terwijl we in het treintje op het vertrek zaten te wachten, konden we de instructies lezen. Fotograferen was toegestaan (fijn!), flitsen was verboden (geen probleem!) en ook het statief mocht niet worden gebruikt (vervelend!). En daar gingen we dan….. in een behoorlijk tempo werden we over een afstand van maar liefst twee kilometer de grot ingereden. De gangetjes waar we doorheen gingen waren behoorlijk smal en laag, soms leek het wel of je met je hoofd tegen het rotsplafond net boven je aan zou gaan botsen. Maar dat was maar schijn, natuurlijk. Er zullen ongetwijfeld regelmatig mensen in dat treintje zitten die groter zijn dan onze 1.70 meter, dus als zij er veilig door kunnen dan moet dat ook bij ons zeker lukken. Tijdens de korte rit zagen we al ongelooflijk veel stalagmieten en stalagtieten aan ons voorbij komen….. ik vond het gewoonweg jammer dat het treintje zo stevig doorreed, ik had ze graag in een rustiger tempo willen bekijken.
Na 2 kilometer mochten we uitstappen. De gids vertelde ons dat we nu anderhalve kilometer zouden gaan lopen. En dat we vooral goed bij de groep moesten blijven. Ik heb niet geteld hoeveel mensen er in die groep zaten, het waren er best wel veel. Vijftig, misschien? We vonden de gids absoluut niet prettig, zijn Engels was niet al te best en doordat hij ook nog eens veel te snel sprak, was het lastig om hem goed te kunnen verstaan. En als het gaat om ‘rondleiding-met-gids’ dan is er één ding waar we dus echt een hekel aan hebben, en dat is het de geforceerde ‘Ik-maak-heel-veel-grapjes-en-die-moeten-jullie-vooral-heel-erg-grappig-vinden’-houding. Het moge duidelijk zijn, de gids heeft onze aandacht niet lang vast kunnen houden. Wat wél onze aandacht had, dat waren de druipsteenformaties. Want jee…… wat waren die supermooi. En wat waren de ondergrondse ruimtes ongelooflijk groot, we keken onze ogen uit. Dus, ondanks de toeristische treinrit en de weinig interessante gids, waren we ontzettend blij dat we toch voor deze bestemming hadden gekozen.

Postojna Caves
Natuurlijk zou Hans het liefst zijn statief hebben opgezet, en in alle rust zijn foto’s hebben gemaakt. Nu was het toch een beetje improviseren, op sommige plekken fotografeerde hij uit de hand en op andere plekken legde hij het fototoestel voor wat extra stabiliteit op de railing. En zo nu en dan zag ik hem tevreden kijken, blijkbaar ging het fotograferen beter dan verwacht. Keus had hij in elk geval genoeg, overal waar we keken zagen we de meest prachtige druipsteenformaties, klein, groot en gigantisch groot, in allerlei kleuren. Wat we op gegeven moment níet meer zagen, dat was onze gids met de andere toeristen. Oeps…. waar waren die nu weer gebleven? Ach, er was maar één route mogelijk dus toen we even wat doorliepen kwamen ze vanzelf weer in zicht. Het was duidelijk dat er totaal niet werd gekeken of je wel bij de juiste groep bleef, als we hadden we gewild hadden we makkelijk aan kunnen sluiten bij de groep die wat verderop achter ons aankwam. Vooral in het laatste stuk van de anderhalf kilometer lange wandeling zaten een paar hoogteverschillen in het pad. Voor ons geen probleem, we zijn wel wat meer gewend. Maar een aantal oude mensen had er duidelijk wel erg veel moeite mee…… ze hijgden en puften en leken haast niet meer verder te kunnen. En tja, dan is het toch wel erg slordig dat een gids dáár geen enkele rekening mee houdt, de groep was weer uit beeld en die mensen bleven dus zomaar achter. Okay, ze zullen op gegeven moment vanzelf wel door de volgende groep zijn ingehaald, maar toch, ik vind dat de organisatie er wel rekening mee moet houden dat niet iedereen even goed ter been is.
Nadat het treintje ons had teruggebracht naar het beginpunt, zijn we een broodje gaan eten bij een van de restaurantjes op het grote terrein. We zagen dat de lucht ondertussen erg donker was geworden, in de verte hoorden we het onweren. En ja hoor, toen we onze laatste hap naar binnen hadden gewerkt begon het te regenen. Met hele grote dikke druppels. Rennend zijn we naar de auto gegaan, Hans mocht daarna nóg een stuk door de regen heen omdat hij moest betalen bij de parkeerautomaat. Gelukkig hadden we onze jassen aan (het is immers altijd frisjes in een grot, vandaar), maar Hans z’n broek was wel door- en doornat. Ach, het was z’n dunne hike-broek, in de warme auto was die al snel weer droog.
Omdat we gisteren al naar de Tolmin Gorge waren geweest, hadden we tijd over. We besloten om daarom ook nog naar de Skocjan Caves te gaan, die eigenlijk pas voor morgen gepland stonden. ’t Was maar een half uurtje rijden, dus dat kon makkelijk. De door ons geplande tour begon pas om half 4, dat betekende dat we opnieuw lang zouden moeten wachten. In een opwelling besloten we om er nog een andere tour vóór te plakken, die tour startte om 2 uur en kon worden gecombineerd met die latere tour, zo verzekerde de dame achter de kassa ons. We moesten wel snel zijn, ik moest mijn wandelschoenen nog aandoen en Hans moest z’n fototoestel nog uit de auto halen, en dat terwijl de tour al over vijf minuten zou gaan vertrekken. We werden opeens heel snel……
De jongedame die onze groep begeleidde, had een paraplu bij zich. Want ja, het was nog steeds flink bewolkt en het zou zomaar weer kunnen gaan regenen. Uh….. regen….. in een grot?? Het bleek dat zeker de helft van de tour bovengronds plaats zou vinden. Hans had geluk, hij had zijn regenjack nog aan. Ik liep in een dun vestje rond, duimen dus maar dat het droog zou blijven. Eerst liepen we een stukje over de weg, daarna ging het via een pad een eind naar beneden. Tot we een riviertje met de naam Reka bereikten. De gids legde uit dat ‘Reka’ de Sloveense naam is voor ‘rivier’. Met andere woorden, dit was de rivier ‘Rivier’. Okay, blijkbaar had degene die deze naam heeft verzonnen destijds niet veel inspiratie. De gids vertelde dat de Reka in totaal 54 kilometer lang is, en dat 38 van die kilometers zich ondergronds bevinden. Dit was dus de plek waar het riviertje de diepte in gaat. En tegelijk ook de plek waar wij helemaal blij werden dat we voor deze tour hadden gekozen. Want ja, ruige, grillig gevormde rotswanden, deels kaal en deels begroeid met boompjes en groene mossen, en een riviertje dat met veel kracht beneden tussen die wanden doorstroomt, dat is dus het plaatje waarvan wij nooit genoeg krijgen. Samen met de andere toeristen liepen we achter de gids aan, de grot in. Geweldig was ’t hier, alweer een hoogtepunt in deze vakantie! De grot was enorm, beneden ons bevond zich een ondergronds meer dat werd gevoed door de Reka, dankzij het daglicht dat door vele openingen binnendrong konden we de hele entourage perfect zien.

Skocjan Caves
Langs de wanden, hoog boven het water, waren metalen loopbruggen aangelegd. Waarover wij dus achter de gids aan mochten lopen, totdat we aan de overzijde van de grot weer naar buiten liepen. De gids bleef volop vertellen, wat een verschil met die saaie man die eerder in de Postojna Caves onze aandacht totaal niet had weten vast te houden. Zo hoorden we dat er hier ooit nog meer grotten waren geweest, maar die zijn – lang geleden – ingestort. Dus waar we nu de lucht boven onze hoofden zagen, had ooit een heel rotsplafond gezeten. We liepen door tot aan een waterval, daarna gingen we naar een lift die ons weer naar boven bracht. Ons advies als je ooit naar de Skocjan Caves gaat: boek zéker een ticket voor deze tour, wij vonden het fantastisch!
We moesten nu snel terug naar de hoofdingang, we hadden immers nóg een tour voor de boeg. Ik had daar zeer enthousiaste verhalen over gelezen, het zou nog mooier zijn dan de Postojna Caves. Misschien waren mijn verwachtingen daardoor wel wat te hoog gespannen, want, eerlijk gezegd, deze tour viel me wat tegen. We moesten opnieuw eerst een stuk door de buitenlucht lopen, tot aan de ingang van de grot. Daar werden alle toeristen in drie groepen verdeeld, wij sloten weer aan bij de groep “Engelstalig”. De gids die ons begeleidde was hartstikke nieuw, het was duidelijk dat dit zijn allereerste tour was. Hmmm, hij heeft nog wel wat te leren hoor, hij sprak op een heel onnatuurlijke manier en we merkten ook dat hij soms stukken tekst vergat (die hij er dan gauw nog even tussen propte). Ach, alles moet geleerd worden, dus we snappen dat zoiets nog niet meteen helemaal vlot gaat als je ’t voor het eerst doet. We mochten tijdens deze tour niet fotograferen. In eerste instantie vonden we dat jammer maar toen we door de grot rondliepen waren er toch wat minder rouwig om. Okay, er waren hier zeker ook mooie druipsteenformaties, maar toch lang niet zo indrukwekkend als die in de Postojna Caves. Het zou dus weinig tot niets hebben toegevoegd als we hier wel plaatjes hadden mogen schieten.
Het tweede deel van de tour ging niet meer langs druipsteenformaties, maar door een enorm grote grot (en met ‘enorm’ bedoel ik ‘gigantisch enorm’) waar, heel diep beneden ons, weer de Reka te zien was. De grot was maar nauwelijks verlicht, en door het water hing er ook een sluierachtige nevel. Waardoor alles toch wat wazig bleef. De grootte maakte veel indruk, dat zeker wel, maar verder vonden we deze tour toch minder boeiend dan de tour die we anderhalf uur eerder hadden gedaan. Wat ik nog het meest interessant vond, dat waren de zichtbare sporen van het werk dat ooit (lang geleden?) door onderzoekers moet zijn gedaan. Op de meest onmogelijke plekken zagen we oude looppaden aan de rotswanden vastzitten, wat een onderneming moet het verkennen van deze grot zijn geweest, zeg! Aan het eind van de tour kwamen we op dezelfde plek uit waar we eerder ook al waren geweest, bij de lift. Handig, nu hoefden we dus niet meer die vele traptreden die we ondertussen omlaag waren gegaan weer te beklimmen.
Vooraf hadden we verwacht dat dit een redelijk rustige dag zou gaan worden. Maar stiekem hadden we toch heel wat gelopen, tijdens deze drie tours. En waren we via heel wat trappen en trapjes omhoog geklommen en afgedaald. Ik was dan ook blij toen we weer in de auto zaten. Het was wat minder handig dat we nu terug moesten naar Postojna, daar hadden we immers een overnachting geboekt. Maar ach, dat was maar een half uurtje, voor ons kilometervreters dus niet echt een probleem….
DAG 6 : ZONDAG 13 MEI : UMAG – DAJLA – BRTONIGLA – BUJE – ZAVRSJE – GROZNJAN
Na al dat lopen van de afgelopen dagen, hadden we nu toch écht wel een rustige dag verdiend, vonden we. Dus stonden er geen grotten, watervallen of kloven op het programma, maar alleen wat pittoreske plaatsjes. Allemaal in Kroatië, dus we moesten eerst de grens over. Die bereikten we na een uur rijden ongeveer. En nog een kwartier later stonden we in Umag, een kustplaatsje op het schiereiland Istrië. Onze allereerste actie daar was een bezoekje aan een pin-automaat. Want in Kroatië betalen ze niet met euro’s, maar met kuna’s. (Die naam inspireerde Hans meerdere malen deze vakantie tot het zingen van het liedje ‘Hakuna Matata’ uit The Lion King. Bedankt hoor….. nu zit ik dit reisverslag te schrijven en heb ik dat deuntje ook weer in mijn hoofd!)

Umag

Brtonigla

Buje

Buje
Toen we uit onze auto stapten werden we – enigszins vijandig – begroet door een fel keffend hondje. Goh, je zou toch denken dat het beestje er wel aan gewend is dat er voortdurend mensen in zijn domein rondzwerven, Zavrsje is namelijk écht een klein paradijs voor fotografieliefhebbers. En natuurlijk ook voor niet-fotografieliefhebbers! Op een informatiebord direct naast The Big Church of the Blessed Virgin Mary stonden foto’s van de belangrijkste bezienswaardigheden, dat werd dus onze leidraad bij onze wandeling door het plaatsje. Omdat de wolkenlucht er wat dreigend uit zag, gingen regenjassen en paraplu in de rugzak mee. Maar we hadden ze niet nodig, het bleef droog. Eigenlijk best wel jammer, de mystieke sfeer van Zavrsje zou met natgeregende straten nóg mooier zijn geweest. Zoals gezegd, er wonen nog maar nauwelijks mensen in het plaatsje. Waarom moet dan potverdorie net die één van die weinige mensen zijn auto nu net pontificaal parkeren voor een van de meest fotogenieke plekjes: een prachtig klein kerkje dat – als ik het goed heb onthouden – werd gebouwd in de 16e eeuw. Grrrrr…… We vonden Zavrsje zo mooi dat we de route zelfs twee maal hebben gelopen, tijdens zo’n tweede ronde zie je toch nét weer andere schuurtjes, vervallen houten deuren, met klimop begroeide muren.

Zavrsje
’t Begon nu toch echt hoog tijd te worden om naar Groznjan te gaan. TomTom stuurde ons naar het adres waar we de sleutel van ons appartement op konden halen, een woning direct langs de toegangsweg naar het centrum. De eigenaresse stelde zich voor als Sara, niet echt verrassend want de naam van het appartement was Rooms Sara. Op haar aanwijzen parkeerden we direct buiten het centrum, daarna gingen we Groznjan verder te voet in. En opnieuw – ik val in herhaling – stapten we een heel stuk terug in de tijd. Door een doolhof van kleine straatjes liepen we naar het appartement toe, ons plekje voor deze nacht was een kleine kamer op de tweede verdieping van een oude woning. Oud, maar wel van alle moderne gemakken voorzien. Er was airco, een televisie met satellietzenders, een badkamer met douche. En we hadden wifi, dus we konden meteen de vele foto’s die we eerder deze dag hadden gemaakt middels een back-up veilig stellen.

Groznjan
Even goed nadenken wat we voor deze ene nacht nodig hadden, we konden immers niet dichtbij het appartement parkeren dus we haalden alleen het hoognodige uit de auto. Daarna moesten we het appartement weer terug zien te vinden, gelukkig had ik de route goed in mijn hoofd geprent dus we liepen er zowaar in één keer naartoe. Toen we even later op zoek gingen naar het restaurant waarop we onze keuze hadden laten vallen, hadden we wat meer moeite met onze oriëntatie. Op de plattegrond die we hadden gevonden stonden niet alle straatjes afgebeeld, we liepen een paar keer verkeerd totdat we – toch nog onverwacht – de Pizzeria ineens vóór ons zagen. Het was er minder druk dan ik had verwacht, ik had gelezen dat Groznjan elk jaar vanaf de maand mei wordt overspoeld door mensen die workshops op het gebied van muziek, drama, kunst en vredesactivisme komen volgen. Maar van dat ‘overspoeld worden’ merkten we helemaal niets, het was nog hartstikke rustig in het stadje. De tafels en stoelen stonden buiten, ik merkte dat het wat sneller afkoelde dan ik vooraf had gedacht dus ik besloot nog gauw even naar het appartement terug te lopen om mijn vest op te halen. En ja hoor, natuurlijk verdwaalde ik weer. Gelukkig maar dat het centrum van Groznjan best wel klein is, door stomweg diverse straatjes uit te proberen kwam ik op gegeven moment toch weer op de juiste plek uit. Net op tijd, onze salade en pizza waren nog niet geserveerd.

Groznjan
Na het eten was het tijd om te gaan doen waarvoor we naar Groznjan waren gekomen: foto’s maken. Heel veel foto’s maken! Wat ik erg leuk vond, dat waren de katten die overal op straat rondliepen. Niet alleen hier in Groznjan, maar ook in de andere dorpjes in Kroatië hadden we diverse katten gezien…… zo lief! En dan kan ik het echt niet laten hoor, ik ga even op mijn knieën zitten, steek mijn hand uit en hoop dat de kat naar me toe wil komen. Ja hoor, twee van die beestjes vonden het best fijn om even door mij geaaid te worden…… Hans had meer belangstelling voor de prachtige klinkerstraatjes en de oude huizen met de mooi gekleurde deuren en kozijnen. En ik ook hoor, wat heb ik er van genoten om door dit oude stadje rond te dwalen. Net zolang tot het langzaam aan te donker werd om nog foto’s te kunnen maken. Tja, ik zal maar niet verder proberen het met woorden te omschrijven, ik laat liever de foto’s het werk doen.

Groznjan
DAG 7 : MAANDAG 14 MEI : PLITVICE LAKES
Het kostte een paar minuten om met onze bagage van Rooms Sara naar de parkeerplaats net buiten het centrum van Groznjan te lopen. Het was droog, maar daar was dan ook alles mee gezegd. Want er hingen dikke regenwolken boven ons hoofd. We zaten nog maar net in de auto, toen de regen losbarstte. En volgens het weerbericht zou het vandaag de hele dag zo regenachtig blijven, ook morgen was de kans op regen nog erg groot. We besloten om de natuurwandeling die we hadden gepland, door de kloof Zeleni Vir, maar over te slaan. En om dus rechtstreeks naar een van de belangrijkste bestemmingen van deze vakantie te rijden, het Nationaal Park Plitvice Lakes. Dan zouden we daar een halve dag eerder aankomen, en dus iets meer kans hebben op wat droge momenten tussen de buien door.

Plitvice Lakes
Het was een flinke rit. We reden door kleine dorpjes, volgden een stukje van de weg direct langs de Adriatische Zee, en gingen vervolgens weer het binnenland in. En de hele tijd regende het, het varieerde van wat druilerige regen zo nu en dan tot flinke plensbuien. In de dorpjes zagen we vaak appartementen die te huur werden aangeboden, ’t viel op dat die bijna allemaal een vrouwennaam hadden. House Martina, House Petra, House Lana, House Barbara….. en ga zo maar door. Ook wij bleven in stijl, want de komende nacht zouden we door gaan brengen in House Katja. In het plaatsje Jezerce, vlak bij Plitvice Lakes. Eigenlijk zouden we daar pas vanaf 2 uur ’s middags in kunnen checken, het was echter nog maar net 1 uur toen we House Katja al bereikten. Ach, toch maar even proberen, even kijken of we van Katja al in ons appartement mogen. Er kwam iemand naar buiten die toch écht geen Katja zou heten, het was een man met een ietwat norse uitstraling…. Maar gelukkig, hij was wel degene die ons binnen kon laten en hij vond het geen probleem dat we een uurtje te vroeg waren.

Plitvice Lakes
En zo stonden we dus even later in ons appartement. Hmmm, het zag er wel een beetje uitgeleefd uit…. dit was de minst fijne overnachtingsplek tot nu toe. Maar het was redelijk schoon, en wij zijn niet al te veeleisend. ’t Kon er net mee door…. Maar om hier nu binnen te blijven zitten in de hoop dat de regen op zou gaan houden, nee, daar hadden we geen zin in. Dus we deden onze regenjassen aan, staken de paraplu in de rugzak, en stapten weer de auto in. En wat denk je….. op dat moment werd het droog!!
Plitvice National Park bestaat uit 16 meren die in twee groepen zijn verdeeld, de Upper Lakes en de Lower Lakes. En overal in het park bevinden zich watervallen, tientallen watervallen. We begonnen onze verkenningstocht door het park bij de Lower Lakes, waar we meteen ook de hoogste waterval van het park tegen zouden gaan komen. Zoals we al hadden verwacht, was het behoorlijk druk op de wandelpaden. Plitvice is immers een van de meest populaire toeristenbestemmingen van Kroatië. Al snel bereikten we een zéér fotogenieke plek, we hadden een geweldig mooi zicht op Veliki Slap (letterlijk vertaald: Grote Waterval) en de kleine meertjes daaronder. Het water viel via diverse stroompjes, tussen het vele groen door, die meertjes in. Langs de rand van een van die meertjes zagen we een boardwalk met daarop een lange rij mensen, allemaal op weg naar de voet van de Grote Waterval. Niet veel later liepen we daar zelf ook, tussen de meren en de vele kleine watervalletjes door. Bij Veliki Slap was het druk, we hebben daar even met veel genoegen staan te kijken hoeveel aantrekkingskracht het lage muurtje had dat om het uitkijkpunt heen was gebouwd. Hup, toerist 1 op het muurtje, lachen, toerist 2 maakt een foto van toerist 1 met waterval op de achtergrond….. Daarna een groepje op het muurtje, allemaal even lachen en de armen omhoog, en weer een foto…… En zo ging dat maar door….. Grappig om dat zo te zien.
We liepen nog een paar kilometer verder, langs meren met namen zoals Novakovića Brod, Kaluđerovac, Gavanovac en Milanovac. De meeste tijd was ’t droog, soms regende het een beetje. Na de sombere weersvoorspelling en de totaal verregende ochtend was dit al véél meer dan waarop we hadden durven hopen. Dik tevreden, dus. Al was er nog wel één puntje waarover Hans wat minder tevreden was, hij had thuis diverse malen foto’s op internet gezien die duidelijk waren genomen vanaf een hoger gelegen plek dan waar de wandelroute ons nu langs stuurde. Het leek wel of we voor dát viewpoint nu precies de verkeerde kant op gingen. En dat terwijl er ‘de goeie kant op’ helemaal geen paden liepen. Dat vereiste dus nog wat speurwerk. ’s Avonds hebben we heel internet afgestruind, op zoek naar informatie over ‘hét bekende Plitvice Overview punt’. En met succes! En dus wisten we meteen wat morgenvroeg onze allereerste bestemming zou gaan worden.
DAG 8 : DINSDAG 15 MEI : PLITVICE LAKES – BLED
Via een smal achterafweggetje reden we naar de oude, verlaten molen die zich dichtbij de noordelijke grens van het park bevindt. En daar zagen we – precies zoals het in de routebeschrijving stond vermeld – het begin van een wandelpad. We hadden geen idee hoe ver we zouden moeten lopen, en hoe makkelijk of moeilijk de wandeling zou zijn, dat stond er allemaal niet bij vermeld. Maar ’t bleek hartstikke eenvoudig te zijn, na nog geen 10 minuutjes lopen bereikten we het uitkijkpunt al. En daar zagen we de Lower Plitvice Lakes dus in alle glorie vóór ons, precies dezelfde plek die we gisteren ook al hadden gezien, maar dan wel vanuit een heel andere hoek. Prachtig! Alleen….. natuurlijk had fotograaf Hans tóch weer iets te zeuren……. de zon stond nog niet goed. Rond de middag zou ’t vast beter zijn, zo dacht hij. Tja, je kan niet alles hebben. We waren natuurlijk al lang blij dat we dit beroemde plaatje toch hadden gevonden, dat het licht niet perfect was dat namen we gewoon op de koop toe.

Plitvice Lakes
We hadden nu nog volop de tijd voor een wandeling rondom de Upper Lakes. We lieten ons met een bootje overzetten naar de overkant van Kozjak Lake, daarna volgden we de route die op bordjes werd aangeduid met de letter “E”. In diverse reisverslagen had ik gelezen dat Plitvice wordt aangeduid als ‘een sprookjeswereld’; nu kan ik natuurlijk zelf gaan proberen om mijn eigen woorden te vinden om deze wandeling te omschrijven, maar nee….. ik sluit me gewoon bij die omschrijving aan: Plitvice National Park voelt aan als een sprookjeswereld. Via houten boardwalks en zanderige paadjes liepen we om de turquoise-kleurige meren heen, met steeds weer nieuwe watervallen die tussen het groen door vanuit de rotswanden tevoorschijn kwamen. ’t Was wel spannend of we het droog zouden houden, soms kwam de zon even flink door maar meestal wonnen de wolken het….. en zo heel nu en dan voelden we ook een spatje regen. Op het moment dat we aan de wandeling begonnen was het nog heel rustig op het pad. Maar na een half uurtje of zo begon het langzaam aan steeds drukker te worden, zeker op de boardwalks was dat soms best wel lastig want ja….. tientallen mensen op zo’n houten pad, dat trilt behoorlijk. En dan is het absoluut onmogelijk om foto’s te maken. Dat betekende dus dat we veel geduld moesten hebben, we konden de mooiste plekken natuurlijk niet zomaar voorbij lopen! Op gegeven moment begon het pad flink te stijgen, we liepen nu niet meer direct langs de meren af maar door een bosgebied. Ergens moeten een bordje met de letter “E” hebben gemist, niet erg, want ook de route die we nu onbedoeld aan het volgen waren beviel ons prima. Zeker toen we weer tot op meer-niveau waren afgedaald en daar nogmaals werden getrakteerd op een paar bijzonder mooie watervallen. En toen, toch nog onverwacht, stonden we opeens bij de bushalte helemaal in het zuiden van het park. Omdat ik toch wel behoorlijk moe was van al het geloop, besloten we met de bus terug te gaan naar de plek vanwaar we onze wandeling waren begonnen.

Plitvice Lakes
We waren het met elkaar eens dat we Plitvice National Park nu best goed hadden gezien. Gisteren de Lower Lakes, vandaag het uitkijkpunt over diezelfde Lower Lakes en nu dus ook die fantastische wandeling langs de Upper Lakes. Hoe mooi het allemaal ook was, we hadden niet het idee dat nóg een wandeling iets aan onze ervaring toe zou voegen. Behalve zere voeten…. En het was nog maar iets na twaalven, we hadden nog een groot deel van de dag over. En had Hans vanmorgen, toen we op het viewpoint stonden, niet gezegd dat de zon juist rond deze tijd veel beter zou staan…… Ja hoor, een klein half uurtje later liepen we voor de tweede keer deze dag via het korte bospaadje naar het viewpoint toe. Deze keer waren we er niet alleen, tot onze verbazing troffen we er een wat oudere man aan die een rollator bij zich had! Hij zat daar lekker van het uitzicht te genieten, samen met een vrouw van wie wij als vanzelfsprekend aannamen dat zij zijn partner was. Terwijl wij onze foto’s aan het maken waren kwam er nog een echtpaar aangelopen. De ruimte op het viewpoint was erg krap (mede omdat ruim de helft ervan flink onder water stond), dus we hebben al snel plaatsgemaakt zodat ook dat net gearriveerde stel de gelegenheid kreeg om de Plitvice Lakes goed te kunnen zien. Hé, de vrouw (van wie wij dachten dat ze bij de rollator-meneer hoorde) was al weg. De man met de rollator ging nu ook vertrekken, direct bij het viewpoint was het pad best wel rotsachtig dus het was nog een hele opgave voor hem om dat stukje te overbruggen. Knap hoor, ik hoop dat ik – als ik ooit (over héél lang) van een rollator afhankelijk zal worden, ook nog dit soort dingen kan en wil ondernemen.

Plitvice Lakes
We annuleerden onze tweede nacht in Jezerce, en boekten voor de zekerheid nog gauw even een appartement in Bled. Wijs geworden door onze ervaring van één week eerder, toen we ’s avonds pas heel laat in Bled aankwamen en niet meer de energie hadden om naar een betaalbare overnachtingsplek te zoeken. We hadden nog wat kuna’s over, dus kort voordat we de Kroatisch-Sloveense grens overgingen hebben we nog voor een klein bedragje getankt. Toen Hans na het betalen heel stiekem met z’n handen op z’n rug naar de auto terug kwam lopen wist ik meteen dat hij de allerlaatste kuna’s aan een heel ander doel had besteed, hij had twee Marsrepen in z’n handen. Slecht….. al die caloriën moeten er weer vanaf worden gelopen!
Wat lag ons appartement in een leuk stukje van Bled! TomTom stuurde ons een héél smal weggetje in, en daar dan weer een zijweg van. En daar vonden we het appartement dat we slechts een paar uurtjes eerder hadden geboekt, Apartment Muznik. Bij de voordeur hing een briefje met onze naam erop, en daar zat dus ook de sleutel bij. En het verzoek om even per email te laten weten dat we waren aangekomen. Wat we natuurlijk graag deden, want een eerste inspectie van het appartement stelde ons zeer tevreden. Dit was een heel stuk beter dan House Katja, waar we de afgelopen nacht hadden geslapen. Groot, schoon, met leuke kleine extra’s zoals spelletjes en boeken. En een kortingskaartje voor een ontbijt in een restaurant een paar minuutjes verderop.

Plitvice Lakes
Zoals gezegd, de caloriën van de Marsrepen moesten er nog vanaf worden gelopen. En de wandeling naar een hoog gelegen uitkijkpunt leek daarvoor wel een goede keuze. Vanaf dat uitkijkpunt zouden we een prima zicht hebben over het meer van Bled en het daarin gelegen eilandje. ’t Zou een behoorlijk steil pad zijn, zo had ik gelezen. Ach, we hadden wel meer hoogteverschillen verwerkt tijdens deze vakantie, dus één extra pad moest best nog wel lukken. Dacht ik. De informatie die ik had gelezen klopte, het was inderdaad een stevige klim. En dat het pad ook nog nat en daardoor wat glibberig was, maakte het er niet beter op. Ik wilde me echter niet laten kennen, dus ik bleef stug doorklimmen. Totdat we het hoofdpad verlieten en via een zijpad nog verder omhoog moesten….. over gladde stenen, nog gladdere boomwortels, en mét een kleine afgrond direct naast ons! En ik besefte meteen: dít durf ik niet. Maar we waren al zo dichtbij, het zou natuurlijk wel erg jammer zijn om nu op te geven. Uiteindelijk besloot ik om even op een boomstronk naast het pad te gaan zitten, Hans is wel verder gelopen. En heeft daar toch z’n overzichtfoto van het meer van Bled kunnen maken.
Toen hij even later terugkwam, vertelde hij dat er zeker 10 andere mensen op het uitkijkpunt stonden. Allemaal met flink wat foto-apparatuur bij zich. Het was duidelijk dat zij van plan waren om tot zonsondergang daar te blijven, maar Hans had daar (gelukkig) geen zin in. Ik moet er niet aan denken dat we pas ná zonsondergang, in het donker, via dat gladde steile pad naar beneden zouden moeten lopen. Helaas was Hans niet echt enthousiast over z’n fotosessie, achteraf gezien hadden we deze wandeling dus beter over kunnen slaan. We hebben nog wel even, lekker relaxed, langs de oever van het meer geslenterd. En dat was een mooie afsluiting van deze dag
DAG 9 : WOENSDAG 16 MEI : BLED – GERWEN
De heenreis, van Gerwen van Bled, hadden we in één dag gedaan. Voor de terugreis trokken we twee dagen uit, dat betekende dat we nu ruimschoots de tijd hadden om op ons gemak ergens te gaan ontbijten. We pakten het kortingskaartje dat in ons appartement lag, en liepen naar Restaurant Pension Mlino toe. De beheerder keek ons zeer bevreemd aan toen wij met dat kaartje aan kwamen zetten, even dachten we dat hij ons de deur zou wijzen. Maar hij bedacht zich, we mochten toch plaatsnemen tussen (neem ik aan) de gasten van hun eigen pension. Zo konden we dus nog even lekker uitgebreid ontbijten, voordat we aan onze lange terugreis zouden gaan beginnen. (Stiekem heb ik wel het idee dat de eigenaresse van Apartments Muznik hier nog iets van te horen zal krijgen, volgens mij was de goeie man echt niet op de hoogte van een ‘de-gasten-van-Muznik-mogen-hier-komen-ontbijten’-afspraak!)
Om de lange rit terug naar huis wat op te leuken wilden we onderweg graag nog iets gaan bezichtigen. Slot Neuschwanstein in Zuid-Duitsland leek ons wel een mooie bestemming. Maar tegen de tijd dat we de Oostenrijks-Duitse grens passeerden, kwam de regen met bakken uit de hemel! En hadden we allebei totaal geen inspiratie meer om naar dat kasteel te gaan. We zijn dus gewoon lekker stug door blijven rijden. Zo rond een uur of 4 in de middag wilden we een overnachtingsplek gaan zoeken, we stopten bij een McDonalds langs de snelweg en riepen de hulp in van Booking.com. Gisteren was het prima gelukt om op de dag zelf zo nog iets te regelen, maar nu lukte het helemaal niet. Ach, we konden onszelf natuurlijk ook de kosten van een motel besparen….. we hebben een plekje op een parkeerplaats gezocht, hebben de autostoelen achterover gezet, en even lekker onze ogen dicht gedaan. En even later, weer lekker uitgerust, zijn we verder gaan rijden. Eigenlijk best wel lekker zo, in plaats van de files die we – als we zouden hebben overnacht – morgenvroeg zeker tegen zouden zijn gekomen, zagen we nu steeds een best wel rustige snelweg voor ons. Rond half 1 ’s nachts reden we ons eigen Gerwen weer in, waar ons eigen bed netjes op ons stond te wachten.

Lake Bled