Skip to main content

Reisverslag Amerika 2015                                                                                      (Voor de fotopagina van deze reis kan je hier klikken.)

Inleiding

Normaal gesproken zijn onze vliegtickets al minstens een half jaar voor de geplande vertrekdatum geboekt, en hebben we dus volop de tijd om een route uit te stippelen en mooie plekken te zoeken. Maar deze keer ging het anders. Na een interne sollicitatie bij mijn werkgever mocht ik een cursus gaan volgen en daarop aansluitend van afdeling veranderen. Dat was zonder meer een heel leuke uitdaging, maar er zat helaas wel één flinke ‘maar’ aan vast….. vrij vragen was pas mogelijk op het moment dat de overplaatsing definitief was. En toen het eenmaal zover was – eind december –  bleek dat het heel moeilijk werd om drie weken aaneengesloten vrij te kunnen krijgen.

Alleen in maart was dat nog mogelijk..…  We hebben even getwijfeld, op deze manier zou het een wel héél vroege ‘zomervakantie’ worden. Maar we zagen ook een belangrijk voordeel: wandelingen die je bij temperaturen van 30° Celcius graag overslaat, zouden in maart misschien wel mogelijk zijn! We hakten de knoop door, zeiden “Ja” en boekten onze vliegtickets. Met daarop de vertrekdatum 28 februari….

We kozen voor Phoenix als aanvlieghaven. Vanwege de zuidelijke ligging, dat leek ons in verband met het vroege tijdstip een betere keuze dan een meer noordelijk gelegen stad. Vanuit Phoenix kan je alle kanten op, naar Californië, naar Utah, naar New Mexico…. We besloten om pas tijdens de vakantie te bepalen waar we naartoe zouden gaan, The Weather Channel zou onze belangrijkste raadgever gaan worden. Natuurlijk hebben we nog wel in alle windrichtingen allerlei mooie plekken uitgezocht, maar toch, zo uitgebreid als normaal was ons roadbook zeker niet.

Een van onze grootste wensen was een bezoek aan de Coyote Buttes South, tussen Kanab en Page. Daar moesten we wel het een en ander voor regelen, je mag er immers alleen maar naar toe met een permit van het Bureau of Land Management. En vanwege de lastige aanrijroute was het ook noodzakelijk om een gids te boeken. Het lukte om een permit te bemachtigen, en Dreamland Safari Tours liet ons weten dat er op 5 maart nog wel een plekje voor ons vrij was. Een heerlijk vooruitzicht, dit zou ongetwijfeld een van de hoogtepunten van onze vakantie gaan worden! En omdat we nu wisten dat we op 5 maart in Kanab moesten zijn, konden we de eerste vier dagen van onze reis wat meer gedetailleerd gaan plannen.

Gedurende een groot deel van de maand februari was het prachtig weer in vrijwel het hele zuidwesten, we kregen goede hoop dat we naar Escalante zouden kunnen gaan. Daar hadden we diverse slot canyons en andere mooie plekken op het oog. Maar helaas, tegen het einde van de maand werd de weersvoorspelling steeds slechter. Met name in het weekend dat we in Phoenix aankwamen, zou het in een heel groot deel van het door ons beoogde gebied flink gaan sneeuwen. En daarmee vervloog direct alle hoop om de slot canyons te kunnen gaan lopen, die zouden na zo’n heftige sneeuwbui zeker niet begaanbaar zijn. En ook de dirtroads, dat werd een twijfelachtig verhaal.

Vanaf het moment dat het duidelijk werd dat we niet naar Escalante zouden kunnen gaan, hadden we ons eigenlijk nog eens flink moeten gaan verdiepen in de andere mogelijke routes. Maar daar zijn we niet meer aan toegekomen: op de maandag voor ons vertrek werd onze kater Dexter geheel onverwacht ernstig ziek. Zo ziek, dat we enkele dagen lang dachten dat hij het niet zou redden. En nee, dan staat je hoofd dus helemaal niet naar het uitwerken van een vakantieroute. Van maandag tot en met vrijdag zaten we elke dag bij de dierenarts, tijdens de laatste dagen ging het gelukkig wel beter met Dexter maar toch…. we moesten natuurlijk wel 100% zekerheid hebben dat hij tijdens onze vakantie goed zou worden opgevangen. Zoon Rob en zijn vriendin Elina bleken direct bereid te zijn om drie weken bij ons in huis te komen, een geweldig aanbod natuurlijk.

Eigenlijk zouden we op vrijdag in de namiddag naar Utrecht zijn gegaan, om daar te eten bij dochter Melanie en vervolgens door te rijden naar ons hotel bij Schiphol. Maar op het afgesproken tijdstip zaten we nog steeds bij de dierenarts, waar we een hele moeilijke knoop door moesten hakken. Gaan we wel, of gaan we niet? In overleg met de dierenarts en Rob en Elina besloten we uiteindelijk om toch te gaan…. We zijn gauw in Gerwen naar de friettent gegaan (om nog in Utrecht te gaan eten was het inmiddels al veel te laat), en daarna zijn we met onze haastig ingepakte koffers naar de Holiday Inn Express in Hoofddorp gereden.


DAG 1 :  ZATERDAG 28 FEBRUARI 2015 : AMSTERDAM – WASHINGTON DC – PHOENIX

Gereden:   4 mijl
De Holiday Inn beviel ons heel goed. Een prima bed, een lekker ontbijt, vriendelijke mensen aan de balie. En – ook belangrijk natuurlijk – niet al te duur. Met de shuttlebus reden we naar Schiphol, waar het helemaal niet druk was. Alle formaliteiten verliepen dan ook heel vlot. Zo vlot, dat ik nog tijd genoeg had om even naar de kapper te gaan. Dat had ik eigenlijk een paar dagen geleden al willen doen, maar vanwege de perikelen rondom Dexter was dat er helemaal bij ingeschoten.

Bij de gate stond iemand met een wel heel bekend gezicht net voor ons in de rij. Even denken….. wie was dat nou ook alweer?? Een VVD-politicus, zo ver kwam ik nog wel. Maar zijn naam, nee, die wilde me even niet te binnen schieten. Hans kwam als eerste met een naam naar voren: “volgens mij heet hij van Maanen”, zei hij. “O ja, Hans van Maanen”, reageerde ik. Zoals hieruit wel blijkt zijn wij niet echt veel met politiek bezig….. Hans ging even wat googelen op zijn telefoon, en zo ontdekten we dat de goede man niet Hans van Maanen heet, maar Hans van Baalen. Ach, we zaten er niet zo heel ver langs, toch…. Toevallig zat hij bij de gate direct naast ons, zodat we nog even mee konden luisteren met het telefoongesprek dat hij daar voerde. Helaas, er werden geen smeuiïge staatsgeheimen besproken. We nemen tenminste aan dat degene aan de andere kant van de lijn, die door hem met de koosnaam ‘lieverd’ werd aangesproken, niet Mark Rutte was.

Er zaten opvallend weinig mensen te wachten. Daar krijgen ze nooit een vliegtuig mee vol, dacht ik nog. Misschien zaten er nog wel passagiers in het vliegtuig die op een andere luchthaven waren ingestapt. Maar nee, toen we mochten gaan boarden zag ik dat het vliegtuig nog helemaal leeg was. Apart zeg, in ons gedeelte waren ongeveer 160 stoelen beschikbaar, waarvan er uiteindelijk maar 40 bezet werden. En dat heeft toch zo z’n voordelen…. het boarden ging snel, er was volop ruimte in de overheadcompartiments, er waren tijdens de vlucht nooit wachtrijen bij de toiletten en natuurlijk ging het eten rondbrengen ook hartstikke snel. We mochten zelf gaan zitten waar we wilden (nee, niet eerste klas, helaas), dus we verkasten van onze stoelen in de middenrij naar stoelen bij het raam. Zodoende konden we nog mooi even naar buiten kijken om Nederland langzaam kleiner te zien worden. En uren later zagen we het vasteland van Amerika onder ons verschijnen. In het nieuws hadden we al gezien dat het in het noordoosten heel erg veel gesneeuwd had, de afgelopen tijd. En inderdaad, we zagen nog dikke lagen sneeuw liggen, overal.

Van Washington DC vlogen we naar Phoenix. Waar we eerst onze koffers ophaalden, en vervolgens natuurlijk ook de huurauto. Veel keus hadden we niet, het werd of een grijze Dodge, of een zwarte Dodge, of een rode Dodge. Allemaal precies dezelfde. Van Hans mocht ik de kleur uitkiezen. Het werd de rode, die is tenminste makkelijk terug te vinden op een parkeerplaats! Na een korte rit kwamen we aan bij ons overnachtingsmotel, de America’s Best Value Inn. Natuurlijk wisten we wel dat we geen viersterrenmotel hadden geboekt, maar de 8,7-waardering op Booking.Com had ons toch wel de hoop gegeven dat we tenminste een fatsoenlijke slaapplek zouden hebben. Maar dat viel tegen…. ik vond het motel een heel onprettige uitstraling hebben. Uitgeleefd, ongezellig…. Voor onze laatste nacht, straks over drie weken, hadden we ditzelfde motel geboekt. En dan is het toch prettig dat je bij Booking.com een eenmaal geboekt motel vaak nog gratis kunt annuleren. Alleen voor deze komende nacht hadden we die mogelijkheid natuurlijk niet meer, dus met enige tegenzin hebben we toch maar onze koffers naar binnen gebracht.


DAG 2 : ZONDAG 1 MAART 2015 : PHOENIX – CRACK IN THE WALL – NEEDLES

Gereden:   244 mijl
Ondanks dat we het motel heel matig vonden, werd ik lekker uitgerust wakker. Vol energie om aan de eerste dag te gaan beginnen. Voor de zekerheid keek ik eerst maar even op de wekker….. oeps…. het was nog maar kwart voor drie!!! En da’s zelfs voor ons toch een beetje al te vroeg…. Ik heb me dan ook nog maar eens lekker omgedraaid, een beetje doezelen lukte nog wel maar van echt slapen kwam niets meer terecht. Uiteindelijk zijn we er om tien voor half vijf toch maar uitgegaan, we waren klaarwakker.

Crack in the Wall

Crack in the Wall

Het was toch wel fijn dat we zo vroeg al wakker waren, we hadden nu volop de tijd hebt om even met het thuisfront te Skypen. We zwaaiden naar Melanie, Marcel en Oona in Utrecht, en we zagen Rob en Elina in onze eigen woonkamer in Gerwen zitten. En, heerlijk om te zien, ook Dexter liep daar weer rond. Hij had geen koorts meer, en Rob en Elina hadden hem dan ook, nog maar een uurtje geleden, bij de dierenarts opgehaald. Hij had al wat gegeten, zo vertelden ze, en hij was ook heel aanhankelijk. Alleen onze andere kat, Tara, leek wat moeite met de situatie te hebben. Blijkbaar rook Dexter maar heel vreemd, na vijf dagen dierenarts, en zag ze hem voor een vreemde kat aan. Blazen….. slaan….. dat zijn we niet gewend van haar. Rob had dan ook een van de slaapkamers voor Dex ingericht, het leek hem beter om ze nog even uit elkaar te houden.

Het weerbericht voor de eerste dagen was erg slecht. Ons plan om onze rijrichting door de weersvoorspellingen te laten bepalen leek niet erg zinvol…. het was overal regenachtig. Rondom Flagstaff, waar we eigenlijk vandaag naartoe hadden willen rijden, werd er zelfs flink wat sneeuw voorspeld, in combinatie met wind en temperaturen rond het vriespunt. Dat ging ‘m dus zeker niet worden. Over enkele dagen zouden we met Dreamland Safari Tours naar de Coyote Buttes South gaan, maar we betwijfelden of dat wel door zou kunnen gaan. Er werd immers zoveel sneeuw voorspeld, de dirtroads zouden vast niet begaanbaar zijn. We hadden een mailtje naar Dreamland Safari Tours gestuurd, in hun antwoord verzekerden zij ons dat de tour gewoon door zou gaan. Immers, vanaf dinsdag werd er geen sneeuw meer verwacht. De aanrijroute zou op donderdag goed te doen zijn, zo verwachtten zij. Dit betekende dus dat we gewoon, zoals gepland, op 4 maart ’s avonds in Kanab aan zouden moeten komen.

We moesten dus hoe dan ook naar het noorden. Niet via Flagstaff, dat had geen enkele zin, maar via een iets meer westelijk gelegen route. Daar zou het in elk geval niet zo ijzig koud zijn, en hoefden we niet bang te zijn dat we in de sneeuw zouden belanden. Bij een aangename temperatuur van 17° Celcius (om half 7 ’s ochtends!) reden we weg bij ons motel. Zoals gebruikelijk was de Walmart onze eerste stop, we kochten daar een koelbox, twee stoelen en de nodige proviand. En van daaruit zetten we koers naar Lake Havasu City, een toeristisch stadje waar we tijdens onze eerdere reizen nog nooit waren geweest.

We zagen de regenbuien al van verre aankomen. En een half uurtje nadat we bij de Walmart waren vertrokken, vielen de eerste druppels op ons dak. Tijdens het vervolg van onze rit wisselden kleine regenbuien en korte droge periodes elkaar af. Via State Route 95 reden we naar het noorden, toen we eenmaal voorbij de plaats Parker waren werd het landschap mooier en het weer beter, de zon dreigde zo nu en dan zelfs even door te komen. Twee positieve berichten, dus. We zagen ruige rotsen aan beide zijden van de weg liggen, qua kleur en vorm leek ’t een beetje op de omgeving van de bekende Shiprock in New Mexico. De weg liep langs het langgerekte Lake Havasu, we reden heel wat resorts – compleet met palmbomen – voorbij. Het was vooral een gebied is voor watersporters, zo zagen we. Nu is watersport niet echt ons ding, maar gelukkig hadden ze hier ook voor ons iets moois in de aanbieding: de kleine Crack-in-the-Wall slot canyon.

We reden het recreatiepark in, in de veronderstelling dat we daar vanzelf de parkeerplaats voor The Crack-in-the-Wall wel tegen zouden komen. Al snel zagen we inderdaad een trailhead, maar er stond nergens een aanduiding bij. Tja, was dit nu de juiste plek of niet? Gelukkig kwam er net een man aan lopen, die ons wist te vertellen dat dit de juiste parkeerplaats was. Hij keek wel even heel bedenkelijk omhoog naar de donkere regenwolken, het leek hem echt niet aantrekkelijk deze hike tijdens een regenbui te doen, zo zei hij. Wat we natuurlijk zelf ook al wisten, maar toch, we waagden het er op. Liever de kans op een nat pak dan een dag lang helemaal niets ondernemen, toch!

Crack in the Wall

Crack in the Wall

Crack in the Wall

Crack in the Wall

Crack in the Wall

Crack in the Wall

Via een droogstaande wash liepen door een landschap met lage heuveltjes richting de slot canyon. Het was een perfecte ‘eerstedagswandeling’, heel eenvoudig en niet al te ver. Ideaal dus om de benen te strekken na de vliegreis van gisteren en de lange autorit van deze ochtend. En leuk om weer een slot canyon aan ons lijstje toe te kunnen voegen, we hebben nu eenmaal ‘iets’ met dit soort smalle kloven. We waren nog maar net de canyon ingelopen, toen we de dryfall bereikten die we thuis – aan de hand van diverse foto’s – als heel onschuldig hadden ingeschat. Maar daarbij hadden we er geen rekening mee gehouden dat zo’n eenvoudige glijbaan bij nat weer toch heel erg lastig wordt. Omlaag zou wel lukken, maar ja, we moesten straks natuurlijk wel weer boven kunnen komen. Er was wel een andere mogelijkheid, we zouden namelijk aan de bovenzijde van de canyon via een veel langere route weer naar de parkeerplaats kunnen gaan. Maar dat was niet onze bedoeling, we kwamen immers alleen voor deze korte canyon. Na een kort overleg besloten we dat Hans alleen naar beneden zou gaan, ik zou boven op hem wachten. Zo gezegd, zo gedaan. Hans liep gewapend met zijn fotocamera verder de canyon in, terwijl ik lekker pauze hield en wat foto’s van het eerste gedeelte maakte. Ik kreeg gezelschap van een man die deze canyon ook voor de eerste keer bezocht. De dryfall verraste hem ook, hij wist even niet goed hoe hij op een handige manier beneden zou moeten komen. Ik bood aan zijn backpack even over te nemen, zonder bepakking lukte de afdaling hem wel, en met wat rek- en strekwerk lukte het me om de backpack van bovenaf aan hem aan te geven.

Het begon weer te regenen. Nu is het meestal niet zo’n goed idee om tijdens een regenbui in een smalle canyon te verblijven, maar we hadden al gezien dat Crack-in-the-Wall niet echt flash flood  gevaarlijk was. Vandaar dus dat we ons niet hoefden te haasten om weer in het open gebied te komen. Hans maakte op z’n gemak nog wat laatste foto’s, daarna moest hij via de dryfall omhoog zien te klimmen. Gelukkig hing er een touw, zelfs met dat hulpmiddel was het best nog lastig omdat het natte gesteente geen enkel houvast bood. Het laatste stukje kon ik hem van bovenaf een helpende hand bieden. We vroegen ons wel af hoe die man die nu ook beneden in de canyon liep er in godsnaam in zou moeten slagen om – compleet met zijn bepakking – boven te komen. We hebben nog even gewacht of hij weer tevoorschijn zou komen, de canyon is immers maar zo’n 150 meter lang dus heel lang zou het toch niet kunnen duren. Maar nee, hij liet zich niet meer zien. Tja, we hoopten maar dat hij er dus voor had gekozen om via de lange route naar de parkeerplaats terug te gaan….

Het was ondertussen hoog tijd geworden om wat te gaan eten, en dat doen we het liefst lekker op onze Walmart-stoelen met de koelbox tussen ons in. Maar niet in de regen, natuurlijk….. Noodgedwongen hebben we onze boterhammen voor in de auto gesmeerd en opgegeten. We hadden nog een heel stuk middag over, maar niet meer echt een goed idee wat we met die tijd zouden kunnen gaan doen. Eerst maar eens bepalen wat de mogelijkheden voor de volgende dag zouden zijn, zodat we konden beslissen in welke plaats we zouden gaan overnachten. We reden naar Lake Havasu City. Daar hebben we op een parkeerplaats stiekem gebruik gemaakt van de internetverbinding van McDonalds. Om het weerbericht voor morgen nog eens te checken, even kijken of er ergens een gaatje in de dikke bewolking te vinden zou zijn. Dat gaatje werd ’s morgens voorspeld, in de omgeving van Mohave National Preserve. Een park dat, net zoals de Crack-in-the-Wall Trail, op onze reservelijst stond.

De stad Needles, in de staat California, leek ons de beste overnachtingsplaats. Dus niet veel later reden we een andere staat en een andere tijdzone in. Needles is een wat troosteloze plaats, de meeste motels zagen er wat smoezelig en dus weinig aantrekkelijk uit. Gelukkig was er ook een Best Western. Die was vrij duur, maar desondanks waren we het direct roerend met elkaar eens dat het ‘m toch moest gaan worden. In de stromende regen brachten we onze bagage naar binnen, in de stromende regen reden we naar een restaurant, en in de al even hard stromende regen gingen we weer terug naar de Best Western.


DAG 3 : MAANDAG 2 MAART 2015 : NEEDLES – VALLEY OF FIRE SP – OVERTON

Valley of Fire State Park

Valley of Fire State Park

En wat denk je…… op het moment dat we wakker werden regende het nog steeds. En dat zette meteen een dikke streep door ons Mohave National Preserve-plan. We moesten opnieuw gaan bedenken hoe we deze dag in zouden gaan vullen, en met al die dikke regenwolken boven Needles viel dat nog niet mee. We besloten om richting Las Vegas te rijden.

Fire Wave

Fire Wave

Absoluut niet met de bedoeling om die stad ook in te gaan (daar waren we vorig jaar immers lang genoeg geweest), maar we zouden in een van voorsteden vast wel een shopping mall vinden. We houden niet van winkelen, integendeel zelfs….. Maar ja, je moet wat hè als al je plannen en reserveplannen letterlijk in het water vallen. Belangrijk lichtpuntje was wel dat er tegen de avond opklaringen werden voorspeld, misschien zouden we nog wel een mooie zonsondergang in Valley of Fire State Park mee kunnen pikken!

We zochten en vonden een adres van een grote shopping mall in de plaats Henderson. Via Highway 95 reden we naar het noorden, ’t was een wat saaie rit want veel was er niet te zien onderweg. En zowat halverwege was er zelfs helemaal niets meer te zien, want we reden daar zomaar een dikke mistbank in! Maar…. ’t wonder geschiedde, op het moment dat we de mistbank weer achter ons lieten werd alles ineens veel beter. In plaats van grauwe regenwolken zagen we nu prachtige donkere wolkenluchten, waar de zon zo nu en dan tussendoor wist te komen. De bergen die op enige afstand van de weg lagen werden prachtig verlicht, links en rechts van ons zagen we ontzettend veel Joshua Trees, het werd dus zomaar onverwacht toch nog een prachtige rit. Op gegeven moment zagen we een grote vlakte die, zo leek het tenminste, helemaal bedekt was met water. Maar toen we wat dichterbij kwamen zagen we dat het zonnepanelen waren, duizenden zonnepanelen.

We reden Henderson binnen, het was nu niet ver meer rijden naar de shopping mall. Maar…. het was droog….. waarom zouden we iets gaan doen waar we geen van beiden zin in hadden, als we ook nu al naar Valley of Fire State Park door konden rijden? Opnieuw waren we zeer eensgezind in onze beslissing, laat die shopping mall maar lekker zitten! We sloegen Henderson over, lieten Las Vegas links liggen, en draaiden Interstate 15 op. Om vervolgens opnieuw het slechte weer in te rijden….

En zo moesten we voor de derde keer vandaag onze plannen wijzigen, geen Mohave National Preserve, geen shopping mall in Henderson en nu dus ook geen Valley of Fire tijdens de vroege middag. Helaas zagen we opnieuw ‘een middagje winkelen’ als enig realistisch alternatief, alleen gingen we dat nu niet in Henderson doen maar in Mesquite. Dat maakte nu qua afstand niets uit, maar Mesquite lag wel gunstiger ten opzichte van de door ons beoogde overnachtingsplaats. En zo stonden we even later dus in de Walmart in Mesquite, met drie belangrijke opdrachten. Ten eerste: iets leuks kopen voor kleindochter Oona. Ten tweede: een beschermhoes zoeken voor onze laptop, want die dreigde zo tijdens het vervoer in de koffer beschadigd te raken. En ten derde: een strap kopen voor mijn fototoestel. Ondanks ons gehaaste inpakwerk voor ons vertrek was dat namelijk het enige item dat we echt waren vergeten, ik moest nu mijn fototoestel steeds in de hand houden en da’s knap ongemakkelijk, zeker omdat ik graag met Nordic Walking stokken loop. Nadat we de hele Walmart hadden doorzocht kwamen we met slechts één artikel weer buiten, de beschermhoes voor de laptop.

Opnieuw maakten we gebruik van de internetmogelijkheden bij McDonalds, deze keer gingen we trouwens wel netjes naar binnen en namen er ook wat te eten. Een ‘van uur tot uur’-weersvoorspelling gaf aan dat het rondom Valley of Fire over een uurtje of twee droog zou zijn. We zijn nog even, zonder succes, een stukje door Mesquite heen gereden in de hoop een fotozaak te vinden. En daarna werd het tijd voor onze tweede Valley of Fire-poging van vandaag. Onderweg kwamen we door het plaatsje Overton, waar we een kamer reserveerden bij de North Shore Inn.

Valley of Fire State Park

Valley of Fire State Park

Fire Wave

Fire Wave

Valley of Fire State Park

Valley of Fire State Park

Tijdens onze eerdere vakanties waren we al drie keer vaker in Valley of Fire State Park geweest. Zelfs nog tijdens onze laatste reis, in mei vorig jaar. Hans was toen heel kort even een plateau opgegaan waarvan hij direct al zei dat hij dat ooit nog eens beter wilde gaan verkennen. En ook op internet hadden we nog een leuke plek ontdekt die een hernieuwd bezoek aan dit park zeker rechtvaardigde. Vandaar dus dat we het absoluut niet vervelend vonden dat we hier, gedwongen door de weersomstandigheden, zo snel weer opnieuw waren beland.

Valley of Fire State Park

Valley of Fire State Park

We reden naar de parkeerplaats van de Fire Wave Trail, en liepen direct naar deze rots toe. We zijn er maar kort gebleven, ons eigenlijke doel was immers het plateau dat er direct achter ligt. Nou, Hans had echt niets te veel gezegd vorig jaar, ik genoot met volle teugen van deze prachtige omgeving. Juist de twee aspecten die Valley of Fire zo mooi maken, waren hier in al hun glorie te bewonderen. Namelijk de gevarieerde pasteltinten en de prachtige lijnen in het rotslandschap. Toen we het plateau uitgebreid hadden bekeken en gefotografeerd, hadden we natuurlijk hélemaal nog geen zin om naar de auto terug te gaan. We kwamen vlak bij de weg weer beneden, en we zagen recht tegenover ons een droogstaande wash, met aan beide zijden daarlangs een lage rotswand. Op goed geluk zijn we daar een kijkje gaan nemen. Het was een schot in de roos, Bullseye zogezegd! De rotswanden aan beide zijden van de wash waren prachtig, we bléven maar fotograferen. Het zag er steeds weer anders uit, zo werden we bijvoorbeeld verrast door een piepkleine slot canyon. Echt piepklein hoor, in een paar passen waren we er al doorheen. Een tweede slot canyon bleek een iets lastiger obstakel te zijn, want daar was de hele bodem bedekt door een (diepe?) laag water. Hans ging even op verkenningstocht, hij klom omhoog en ging kijken of hij op die manier om de slot canyon heen kon lopen. Na een paar minuten was hij alweer terug, hij was namelijk op de bekende White Domes Trail uitgekomen. Op de plek waar ooit Burt Lancaster en Lee Marvin een filmscène hebben opgenomen, om precies te zijn. Die trail hadden we tijdens onze eerdere bezoeken al ooit gelopen, die hoefden we nu niet opnieuw te doen. Dit was een goed moment om om te draaien…. ook de regendruppels die we zo nu en dan voelden waren een goede ‘het is tijd om naar de auto terug te gaan’-hint. Veel sneller dan verwacht waren we alweer terug bij de weg, dat de heenweg zo lang had geleken kwam natuurlijk omdat we zo vaak waren gestopt om foto’s te maken.

De zon ging nu snel onder, en in het donker reden we terug naar Overton. Waar het behoorlijk nat was, het had daar veel meer geregend dan in het park. We prezen onszelf gelukkig, ondanks al het slechte weer hadden we toch een bijzonder mooie dag gehad!

Valley of Fire State Park

Valley of Fire State Park


DAG 4 : DINSDAG 3 MAART 2015 : OVERTON – VALLEY OF FIRE SP – ST. GEORGE

Gereden : 138 mijl

Fire Cave Arch

Fire Cave Arch

Het weerbericht bleef in elk geval voor deze dag nog een zeer beslissende factor in onze planning. Droog in de ochtend, regen in de middag….. het was dus duidelijk dat we het beste maar meteen iets konden gaan ondernemen. En met zo’n prachtig park op maar enkele mijlen afstand was de keuze al snel gemaakt, we gingen opnieuw naar Valley of Fire State Park! Tja, misschien lijkt dat wat overdreven, maar zo voelde het voor ons zeer zeker niet aan.

Op de website van de Duitser Frits Zehrer hadden we twee kleine maar wel erg leuke arches gevonden. Onze wandeling begon op precies dezelfde plek als die van gisteren, alleen liepen we deze keer de andere kant op, naar het westen dus. We kwamen vrijwel direct uit op een smal plateau, een stukje beneden ons lag het gebied waar volgens onze GPS de beide arches te vinden zouden zijn. Vanaf de plek waar wij stonden was het niet mogelijk om af te dalen, dat was veel te steil. We keken even goed rond, en zagen al gauw helemaal aan de rechterkant een pad vanaf de rand van het plateau naar beneden gaan. Vervolgens bleek het heel eenvoudig om de twee natuurlijke bogen te vinden, Fire Cave Arch lag links van het pad en Thunderstorm Arch had zich verstopt aan de achterzijde van een rots die aan de onderzijde heel licht van kleur was, en aan de bovenzijde dieprood.

Thunderstorm Arch

Thunderstorm Arch

Normaal gesproken ga je – nadat je het voorgenomen doel hebt bereikt – weer terug naar de auto. Maar niet in Valley of Fire…. Want net zoals gisteren waren we weer beland in een gebied met ongelooflijk mooie rotsformaties, het was simpelweg onmogelijk om hier zomaar weer weg te gaan. We liepen steeds weer ‘nog één stukje verder’, en zo dwaalden we verder en verder van de parkeerplaats vandaan. Tot we opeens iets heel bekends zagen, hé….. dit was diezelfde ondergelopen slot canyon waar we gisteren ook stonden! En, net zoals gisteren, werd dit dus de plek vanwaar we aan de terugweg begonnen. Toen we even later weer bij de auto stonden waren we het over één ding roerend eens:  Valley of Fire is vooral op de niet officiële trails op z’n allermooist!

De weersomslag die was voorspeld zat er duidelijk aan te komen. Tijdens onze trail van deze ochtend was het zonnig en lekker warm, maar de wind wakkerde nu aan, de regenwolken kwamen dichterbij, en de temperatuur kelderde naar beneden. Brrr, picknicken onder zo’n omstandigheden is niet echt lekker….. Tijd dus om weer wat afstand te gaan overbruggen in de comfortabele warmte van de auto. Eerst moest er nog worden getankt, voor $ 2,67 per gallon konden we onze tank weer volgooien. Kijk, dat was heel wat beter dan wat we gisteren in Needles hadden betaald, daar waren we een schrikbarend hoge prijs van $ 4,03 per gallon kwijt! En dat scheelt nogal, zeker met die afstanden die wij tijdens een vakantie altijd afleggen.

Arizona, California en nu ook Utah….. dit was de derde keer tijdens drie opeenvolgende dagen dat we een staatsgrens passeerden. We hadden de klok maar niet verzet, toen we eergisteren van Arizona naar California gingen. Nu reden we dus vanzelf weer de juiste tijdzone in. Ik moest wel even een knopje in mijn hoofd omzetten, ik was er inmiddels gewend aan geraakt om er een uur bij te rekenen als ik op de klok keek…. Het weer in Utah viel vreselijk tegen. We wisten natuurlijk dat er wel wat regen was voorspeld, maar zo’n heftige buien hadden we toch niet verwacht. En ’t was ook nog eens ijzig koud, echt onaangenaam dus. Gelukkig zou dit voorlopig de laatste neerslag zijn waarmee we te maken zouden krijgen, voor de komende dagen stonden er alleen maar stralende zonnetjes in de diverse weerberichten. In St. George hebben we nog een poging gedaan om een strap te kopen voor mijn fototoestel. De twee fotozaken waarvan we de adressen op internet hadden uitgezocht, bleken er allebei niet meer te zitten. En de Best Buy had ook niets voor ons op voorraad. Jammer, ik zou tijdens onze wandelingen nog steeds mijn fototoestel in de hand moeten houden, of in mijn rugzak moeten opbergen.

Valley of Fire State Park

Valley of Fire State Park


DAG 5 : WOENSDAG 4 MAART 2015 – ST.GEORGE – YANT FLAT – ZION NATIONAL PARK – KANAB

Gereden:   120 mijl
Toen we wakker werden keken we natuurlijk meteen even naar buiten. Zou het nu dan toch écht mooi weer zijn, zoals er was voorspeld. En jazeker, het was niet alleen droog, maar ook nog eens helder en zonnig. En dat was echt heerlijk hoor, na al die regen van de afgelopen dagen. Maar ‘zonnig’ wilde niet zeggen dat het ook lekker warm was…. onze autoruiten waren zelfs bevroren! Om kwart voor 8 reden we – uiteraard met onze autoruiten netjes ijsvrij gemaakt – bij ons motel weg. Eigenlijk was het onze bedoeling om naar Yant Flat te gaan. Maar ja, we zouden daarvoor wel 9 mijl over een onverharde weg moeten rijden, en de kans was natuurlijk levensgroot dat die weg compleet onbegaanbaar zou zijn. We hebben er serieus over zitten denken om Yant Flat maar helemaal over te slaan. Maar ach, we waren er nu zo dichtbij, we konden het toch in elk geval even gaan proberen. “Tegen beter weten in”, zeiden we tegen elkaar.

Yant Flat

Yant Flat

Tot onze verbazing lag het begin van de weg er prima bij. Hier en daar zagen we een plas water of een beetje modder, maar onze Dodge had daar geen enkel probleem mee. Het wegoppervlak was nog bevroren, we beseften dat het vanmiddag – als het had gedooid – allemaal wel eens flink wat modderiger zou kunnen zijn. Maar toch…. we vonden het zeker nog verantwoord om verder te rijden. De teller liep langzaam maar zeker op: vijf mijl, zes mijl, zeven mijl….. de trailhead kwam steeds dichterbij. Toch durfden we nog niet te hopen dat we echt het hele stuk zouden kunnen rijden, toen we vorig jaar deze zelfde route aflegden was het immers juist het laatste gedeelte waar de weg duidelijk slechter was.

En toen kwam toch nog dat gevreesde moment: vrij plotseling zaten er diepe sporen in het nog half bevroren wegoppervlak. Het risico werd nu echt te groot, we konden niet meer verder. Acht mijlen hadden we gereden, de trailhead lag nog maar één mijl verder. Natuurlijk vond ik het jammer, maar omdat ik er al wel op gerekend had dat het juist in dit laatste stuk mis zou kunnen gaan, was ik toch niet al te erg teleurgesteld. Hans keerde de auto, en parkeerde die daarna aan de kant van de weg. “Hé, wat ben jij nou van plan?” , vroeg ik. “Ik ben van plan om naar Yant Flat te gaan”, was Hans z’n antwoord. Ik was even helemaal verbaasd, dit was een mogelijkheid waar ik niet eens aan had gedacht. Ik maakte meteen een rekensom: we waren nu één mijl van de trailhead vandaan, ruim anderhalve kilometer dus. Dat betekende dus dat er een dikke 3 kilometer bovenop een toch al pittige wandeling zou komen. Dat was even aarzelen, even slikken…., en toen toch het besef dat Hans gelijk had. Het zou zonde zijn om Yant Flat te laten schieten, nu we zo ver waren gekomen.

Het was intens koud, we hebben zelfs nog gauw onze thermoshirts uit de koffer opgediept en aangedaan. Lekker hoor, als je al zit te rillen en je moet je dan eerst uitkleden om die onderste laag aan te kunnen doen! Handschoenen aan, muts op, rugzak om…. en we konden op pad. Allereerst ruim anderhalve kilometer over de weg, en daarna nog 2,5 kilometer over het wandelpad richting Yant Flat. Vorig jaar was het best zwaar om daar te lopen, vanwege los zand en kleine gemene hoogteverschillen. Van dat losse zand hadden we nu geen last, vorst heeft ook zo z’n voordelen. En dankzij de lage temperatuur vielen de hoogteverschillen ook erg mee, het was nu veel minder inspannend allemaal.

En zo kwamen we na 4 kilometer lopen terecht bij de rand van het dal, Yant Flat lag aan onze voeten. Via de schuine helling gingen we naar beneden, en daar heb ik meteen een plekje gezocht om lekker te gaan zitten en zo mijn voeten even rust te gunnen. Hans had nog geen pauze nodig, hij ging alvast wat eerste foto’s van de omgeving maken. Even later kwam hij mij ophalen, en konden we precies dat gaan doen wat voor ons de favoriete manier is om de schoonheid van de natuur te ervaren : gewoon lekker ronddwalen, zonder specifiek doel voor ogen. Eerst zijn we naar rechts gegaan, we kwamen daar uit op een hoog gelegen punt vanwaar we heel ver weg konden kijken. Naar de met sneeuw bedekte toppen van de bergen, die een mooi achtergronddecor vormden voor onze foto’s. Wat meer in het midden van het dal troffen we enkele waterplassen aan, altijd leuk om daar een ‘mooie rotsen reflecteren in het water’-plaatje van te schieten. Zo dwaalden we langzaam aan richting de linkerzijde van het dal, waar we nog een aantal bijzonder mooie rotsformaties aantroffen.

Yant Flat

Yant Flat

Dat was een prima plek om even ons brood op te eten. Daarna werd het tijd om weer naar boven te klimmen, Hans koos daarvoor een wel heel steile helling uit en dat had hij voor mij echt niet hoeven te doen hoor! Maar ik slaagde er in om boven te komen, we hadden nu nog de 4 kilometer richting de auto voor de boeg. Het was lastig om het wandelpad terug te vinden, onze GPS was wat van slag. Dus in plaats van over een pad liepen we nu over een licht glooiend terrein dat vol stond met lage struiken…. het was maar goed dat we dikke spijkerbroeken aan hadden anders hadden we zeker onze benen aan de scherpe takken opengehaald. Gelukkig, na een korte zoektocht stuitten we vanzelf weer op het pad, en konden we aan de terugtocht beginnen. Met jassen, handschoenen en  muts veilig opgeborgen in onze rugzakken, het was inmiddels heel wat graadjes warmer geworden.

Zion National Park

Zion National Park

We waren benieuwd hoe de weg er bij zou liggen, zou het veel slechter zijn geworden door de dooi? Het was inderdaad wel wat natter en modderiger dan vanochtend, maar we kwamen nergens noemenswaardige problemen tegen. We kwamen weer in de bewoonde wereld terecht, en reden vervolgens in één ruk door naar Zion National Park. Niet omdat we daar nog iets wilden gaan ondernemen, we hadden immers al ver genoeg gelopen vandaag, maar gewoon omdat alleen door het park heenrijden al heerlijk is. En natuurlijk ook omdat het precies op onze route lag, we hadden voor deze avond immers al een motel in Kanab geboekt.

In Zion wachtte ons nog een hele mooie verrassing. Het park lag compleet in de sneeuw, in een dikke diepe laag sneeuw! Wauw, wat was dat mooi. Natuurlijk zijn we, zodra dat mogelijk was, langs de weg uitgestapt om hier even rustig van te kunnen genieten. Ik schrok me alleen wezenloos van de temperatuur…… Toen we na de Yant Flat hike bij de auto aankwamen had ik alle overbodige lagen kleding weer uitgedaan, ook waren mijn wandelschoenen omgeruild voor mijn slippers. En zo stond ik dus rillend van de kou op mijn slippers en in mijn t-shirt langs de auto. Ik heb gauw het eerste het beste kledingstuk gegrepen dat ik zag liggen (Hans z’n vest) maar dat hielp niks…. ik bevroor zowat. Maar ondanks dat hebben ik nog wel even de tijd genomen om een paar sneeuwballen naar Hans te gooien, even een paar actiefoto’s maken zodat Oona kan zien wat oma zoal uitvoert in het verre Amerika. De foto is die avond wel naar Utrecht gestuurd, maar dit reisverslag gaat ie niet halen hoor. Censuur!

We reden van Zion naar Kanab. Er lagen nog steeds dikke lagen sneeuw langs de weg, dat maakte ons eigenlijk best wel wat ongerust. Stel je voor zeg, dat we morgen in de Coyote Buttes South zouden lopen, en al die prachtige rotsformaties zouden verborgen liggen onder de sneeuw. Dat zou toch echt ongelooflijk zonde zijn. Pas toen we al heel dicht bij Kanab kwamen, werd de hoeveelheid sneeuw flink minder. En kregen wij weer hoop dat ons schrikbeeld niet bewaarheid zou worden.


DAG 6 : DONDERDAG 5 MAART : KANAB – COYOTE BUTTES SOUTH – KANAB

Gereden:   ???
Zowat 10 minuten voor de afgesproken tijd, 8 uur ’s ochtends, zaten we klaar in de lobby van ons motel. We hoefden niet lang te wachten, de auto van Dreamland Safari Tours kwam netjes op tijd aangereden. Met aan het stuur Don Black, de man die deze dag onze privé-chauffeur en gids was. Don bleek een rustige, vriendelijke man te zijn. Geen prater van nature, maar dat vonden wij zeker niet vervelend. Don vertelde ons dat de House Rock Valley Road er aan de noordzijde erg slecht bij lag, vanwege de sneeuwval van de afgelopen dagen. We zouden de weg daarom via de zuidzijde inrijden, de route werd daardoor wel wat langer.

Coyote Buttes South Paw Hole

Coyote Buttes South Paw Hole

Via de Alt-89 reden we naar het oosten. De weg steeg flink, we zagen de temperatuurmeter die de buitentemperatuur aangaf voortdurend omlaag gaan. Twaalf graden Fahrenheit was ’t op gegeven moment nog maar, omgerekend is dat – schrik niet – minus 11 graden Celcius!! De sneeuw, die we gisteren in Kanab achter ons dachten te hebben gelaten, lag hier weer in dikke pakken langs de weg. Op het hoogste punt was één zijde van de weg zelfs afgesloten, er was daar een sneeuwschuiver bezig om de sneeuw van de rijbaan te verwijderen. Waarmee dat ongeruste gevoel (zouden de prachtige vormen en kleuren van de Coyote Buttes South niet onder de sneeuw verborgen liggen?) net zoals gisteren weer de kop opstak. Maar Don stelde ons gerust, er zou wel wat sneeuw liggen in het gebied, maar er was zeker voldoende rock exposure.

Coyote Buttes South Paw Hole

Na een lange rit kwam de afslag naar de House Rock Valley Road in zicht. Hans was benieuwd waar die naam eigenlijk vandaan kwam, en Don wist hem dat haarfijn uit te leggen. Ergens langs de route staat een grote rots, zo vertelde hij, die een goede schuilplaats bleek te zijn voor vroegere reizigers als die door slecht weer werden overvallen. Die rots kreeg daarom de bijnaam “House”. De naam van de weg die hier vervolgens ontstond was daaraan weer ontleend.

De House Rock Valley Road was modderig, ongelóóflijk modderig; de dikke lagen smurrie spoten letterlijk aan alle kanten langs onze auto omhoog. “I have never seen the road this bad…”, verzuchtte Don, en we geloofden hem direct. Maar gelukkig had de auto, een GMC Yukon XL, er geen probleem mee. Al denk ik wel dat de snelheid aanmerkelijk lager lag dan die waarmee deze route normaal gesproken kan worden gereden. Op gegeven moment zagen we aan de rechterzijde van de weg een parkeerterrein met een toiletgebouwtje. Don stopte, hij moest lucht uit de banden laten lopen zodat de kleine binnenweggetjes straks ook goed begaanbaar zouden zijn. Natuurlijk maakten wij van de gelegenheid gebruik om even naar het toilet te gaan, het zou immers nog vele uren gaan duren voordat we opnieuw het comfort van een heuse toiletpot tegen zouden komen. De temperatuur buiten de auto viel reuze mee, we waren inmiddels weer een heel stuk afgedaald en we voelden dat de zon al warmer begon te worden. In het toiletgebouw heb ik zelfs nog mijn thermohemd uitgedaan, ik voelde al wel aankomen dat vier lagen kleding in de loop van de dag te veel zouden blijken te zijn.

We reden verder. Dertien mijl nadat we de House Rock Valley Road waren opgegaan, gingen we rechtsaf via de smalle route 1079. Die deels bedekt ging onder een al even dikke laag modder, en deels onder de sneeuw. En dit was dan nog het makkelijke deel van de route, het 4×4-gedeelte moest nog komen. Gelukkig wist Don de auto ook hier prima doorheen te manoeuvreren, niet veel later bereikten we onze eerste stop van vandaag, Paw Hole genaamd. Don parkeerde de auto in de sneeuw, en nodigde ons uit om met hem mee te lopen. We waren meteen al diep onder de indruk van wat we hier te zien kregen….. de zandstenen rotsen worden soms ook wel teepees genoemd, ofwel indianententen. En er was echt niet veel fantasie voor nodig om te zien waar die bijnaam vandaan komt. Het was nog niet eens zozeer die indianentent-vorm die de rotsen zo speciaal maakten, maar meer nog de opvallende draaiïngen in het gesteente. Echt supermooi! En dat er hier en daar ook sneeuw op de rotsen lag gaf het nog wat extra’s. Alleen dit plekje al maakte de lange aanrijroute dik de moeite waard, en dit was dan alleen nog maar een voorproefje van wat ons later deze dag in de Cottonwood Cave Area nog te wachten stond. Don liep met grote passen door de sneeuw naar de achterzijde van het gebied, en ik volgde hem letterlijk in zijn voetstappen. Hans bleef steeds even wat achter, die had het uiteraard druk met het maken van foto’s. Voorbij de teepees werd het overigens wel wat minder fotogeniek. We zagen wel rotswanden met mooie lijnen daarin, maar zo indrukwekkend als dat eerste stuk was het toch niet.

Coyote Buttes South

Coyote Buttes South

Terwijl we terugliepen naar de auto kwamen we een andere gids met een groepje mensen tegen. Hoewel hij van een concurrerende organisatie was, kenden hij en Don elkaar natuurlijk wel heel goed. Ze kletsen kort even samen, daarna liep die andere gids met zijn volgelingen het Paw Hole gebied in en legden wij het laatste stukje terug naar de auto af. Toen we onze plek op de achterbank weer hadden ingenomen waarschuwde Don ons dat we zo meteen niet moesten schrikken. Hij zou via een steile heuvel omhoog moeten rijden, en hij zou daar flink wat vaart moeten maken. Dat kon wat bumpy zijn. Nou, het was inderdaad behóórlijk bumpy, we werden flink door elkaar geschud. Vrij abrupt stopte het gehobbel, sterker nog, de auto kwam helemaal tot stilstand. Don probeerde verder te rijden, maar we hoorden het meteen: de auto was absoluut niet van plan om nog in beweging te komen. We zaten vast…. muurvast!! Ach, dacht ik, zoiets zijn die mannen van Dreamland Safari Tours vast wel gewend. Ongetwijfeld weet Don precies wat hij in zo’n situatie moet doen, we zullen vast zo wel weer verder kunnen.

Coyote Buttes South

Coyote Buttes South

Don pakte een schep, en verwijderde de sneeuw rondom de wielen van de auto. Maar een nieuwe poging om vooruit te rijden mislukte….. en ook achteruit bleek niet mogelijk te zijn. Don vroeg of Hans en ik uit wilden stappen, we konden even wat foto’s maken terwijl hij ondertussen de auto beter uit zou graven. Eerst liet hij wat extra lucht uit de banden. Daarna tilde hij met behulp van een kleine krik de auto een stukje omhoog, schoof zand onder de wielen en probeerde toen opnieuw te starten…… Maar helaas, de auto groef zich alleen nog maar dieper vast. Niet alleen de wielen waren compleet geblokkeerd, er zat nu ook sneeuw vast onder het chassis. Van mijn aanvankelijke optimisme was niets meer over, het was duidelijk dat we hier voorlopig niet weg zouden komen.

Na diverse mislukte pogingen gooide Don het over een andere boeg. Hij schreef iets op een briefje, en liep vervolgens terug naar de Paw Hole parkeerplaats. Waar nog steeds de auto van zijn collega stond. Het briefje ging onder de ruitenwisser, daarna kwam Don weer terug en ging hij opnieuw aan de slag om te proberen de auto op eigen kracht vrij te krijgen. Ik was wel erg verbaasd. Zelf hebben we altijd een satelliettelefoon in onze rugzak zitten. Zodat we – als dat onverhoopt ooit nodig mocht zijn  – in elk geval wel telefonisch bereik hebben met de bewoonde wereld. Ik was er zonder meer van uitgegaan dat een organisatie als Dreamland Safari Tours over geschikte communicatie-apparatuur zou beschikken. En over goede hulpmiddelen om een auto weer vrij te kunnen krijgen. Maar nee, Don had alleen maar een kleine schep en een al even kleine krik bij zich….. En onze satelliettelefoon, tja, die lag dus op onze motelkamer in Kanab….. We baalden vreselijk. De Coyote Buttes South had eigenlijk het hoogtepunt van onze vakantie moeten worden, maar het was duidelijk dat we daar vandaag niet meer zouden kunnen komen. Het enige waar ik nu nog op hoopte, dat was dat we nog voor het donker veilig en wel in Kanab terug zouden kunnen keren.

Coyote Buttes South

Dali Rock

Na twee uur (!) keihard werken slaagde Don er toch nog onverwacht in om de auto weer in beweging te krijgen. Achteruit de heuvel af, de verkeerde richting in dus. Natuurlijk waren we blij dat we weer in konden stappen en konden gaan rijden, maar tegelijkertijd waren we ook nog zeer teleurgesteld omdat we de Coyote Buttes South niet zouden kunnen bezoeken. Kan je je voorstellen hoe verbaasd we waren toen Don zei dat hij toch nog ging proberen om ons daar heen te brengen. Maar dan wel via een andere, langere route! We durfden nog niet blij te zijn, we begrepen wel dat Don ons geen garanties kon geven.

We reden terug naar de Paw Hole parkeerplaats, waar nog steeds de auto van de andere gids geparkeerd stond. Blijkbaar was hij met zijn klanten daar bezig aan een langere wandeling. Don haalde zijn briefje onder de ruitenwisser vandaan, daarna reden we terug naar de House Rock Valley Road. Die we vervolgens over een afstand van een kleine vier mijl in zuidelijke richting volgden. Daarna begon poging twee: via een netwerk van smalle weggetjes ploeterde onze GMC Yukon zich door het modderige achterland. Door lagen sneeuw. Door dikke plassen water. We hadden medelijden met Don, hij had net al zo hard moeten werken om de auto vrij te krijgen en nu moest hij opnieuw echt vol aan de bak om ons veilig over deze wegen te vervoeren. Op één plek lag er een enorme plas water over de volle breedte van de weg, Don stuurde de auto van de weg af en hobbelde met een grote bocht om het slechte stuk heen. Iemand had hem hiervoor gewaarschuwd, zei hij, de plas water zou veel te diep zijn om er doorheen te kunnen rijden. Het was niet de laatste keer dat we van de weg af moesten en dwars over het naast liggende terrein moesten rijden. Kortom, het was een behoorlijk spannende rit. Niet dat we bang waren dat er iets gevaarlijks zou kunnen gebeuren, dat viel op zich wel mee. Maar de kans dat we weer ergens vast zouden komen te zitten was zeker niet ondenkbeeldig.

Op gegeven moment bereikten we Poverty Flat, een oude en compleet vervallen ranch. Dat hier in dit compleet afgelegen gebied ooit mensen hebben gewerkt! Don wees ons op een zijweg. Daar zouden we zijn uitgekomen als we niet op die heuvel waren vastgeraakt. Jee, wat waren we uren geleden al dichtbij dit punt geweest! We reden Poverty Flat voorbij, en Don slaakte zichtbaar opgelucht een diepe zucht. “Now I’m sure we’re gonna make it”, zo liet hij ons weten. En inderdaad, niet veel later bereikten we de parkeerplaats vanwaar we naar de Coyote Buttes South zouden kunnen lopen. Ongelooflijk zeg dat dit nog gelukt was! We voelden van alles tegelijk: een gezond stukje spanning en sensatie vanwege de enerverende rit die we net achter de rug hadden, verbazing en opluchting dat we toch nog zover waren gekomen, en natuurlijk ook een blije verwachting voor het moois dat ons hier te wachten stond.

Coyote Buttes South

Wizard’s Hat

Maar we moesten nog even geduld hebben. Want het was immers al lang voorbij lunchtijd, eerst moesten we wat eten voordat we op pad konden. Allereerst zette Don een eenvoudige tafel in elkaar. Vervolgens kwam er een koelbox met allerlei etenswaar tevoorschijn: brood, vlees, kaas, sla, aardappelsalade, fruit…. volop keus dus. Zelfs de Pringle chips ontbraken niet, die combinatie van boterhammen en chips hebben wij als nuchtere Hollanders overigens nooit heel goed begrepen. Nadat onze magen waren gevuld konden we dan toch eindelijk, eíndelijk gaan lopen. Op naar de Coyote Buttes South. Die nu potverdorie wel écht heel erg bijzonder zouden moeten zijn, dat hadden we toch wel verdiend na dat hele avontuur van zo net!

En ja, de Coyote Buttes South waren bijzonder. Héél bijzonder. Voor het beschrijven van de aanrijroute heb ik een enorme lap tekst nodig gehad, maar nu ik bij het gedeelte kom waar het toch eigenlijk allemaal om draait, kom ik ineens woorden tekort. Want hoe kan ik omschrijven wat we hier met onze eigen ogen te zien kregen? Het enige dat steeds bij me opkomt, dat is de term “bizar mooi”. Wat denk je bijvoorbeeld van die kleine steen die min of meer de vorm heeft van een schoen: aan de linkerzijde donkergeel, aan de rechterzijde roze, en een donkere streep daar tussenin. Datzelfde patroon zie je ook vóór de steen, in de rotsbodem. En achter de steen, in een rotswand. Echt prachtig. Een andere topper was Dali Rock, een grillig gevormde rotspilaar van zo’n 3 meter hoog. En Wizard’s Hat, een rots die dus echt precies lijkt op een tovenaarshoed. En dan zijn er natuurlijk ook nog ontelbaar veel andere prachtige rotsen, elk met een eigen lijnenspel en met allerlei kleurschakeringen. Oranje, rood, roze, geel, licht- en donkerbruin. Met daar tussendoor, om het allemaal nóg wat mooier te maken, witte plakken ongerepte sneeuw.

Don sjouwde in een behoorlijk tempo tussen alle mooie rotsformaties door. Begrijpelijk, we hadden immers veel tijd verloren dus we konden het ons nu niet veroorloven om uitgebreid bij elke mooie rots stil te blijven staan. Dat vond ik wel erg jammer, ik vind het altijd zo heerlijk om ergens te gaan zitten en gewoon een hele tijd om me heen te kijken. Rustig te genieten. Als Hans en ik samen op pad zijn heb ik daar altijd volop de gelegenheid voor, terwijl hij aan het fotograferen is. Maar nu moest ik me dus aanpassen aan Don z’n tempo.  Op gegeven moment bereikten we een plek tussen twee dicht opeenstaande rotswanden, vanwaar we een ongelooflijk weids zicht over de omgeving hadden. “Room with a view”, zo noemde Don het. Wat alweer een perfect gekozen naam was. Daar hebben we gelukkig wel even rustig gezeten om van het uitzicht te kunnen genieten, ik vond het er geweldig!

Coyote Buttes South

Chess Queen

Don wees naar een aantal figuren in de rotsbodem. Dat waren de afdrukken van dinosaurus-poten, vertelde hij. De afdrukken waren lange tijd niet zichtbaar geweest, maar langzaam aan door erosie weer aan de oppervlakte tevoorschijn gekomen. Bij het woord ‘dinosaurus’ denk je al gauw aan die gigantische beesten met van die lange nekken. Maar de pootafdrukken waren niet al te groot, Don zei dat ze moeten zijn gemaakt door een kleinere dino-soort.  Goh, toch wel apart om te weten dat we hier rondliepen in een gebied waar ooit, lang geleden, van die beesten moeten hebben geleefd.

Blijkbaar waren wij niet de enigen die de barre tocht naar de trailhead hadden aangedurfd, we kregen gezelschap van een andere gids van Dreamland Safari Tours die ook met een paar mensen op pad was. Natuurlijk bespraken ze samen de conditie van de weg, Don vertelde hem dat hij de eerste was geweest die na de sneeuwval had geprobeerd om via de steile heuvel omhoog te rijden. De andere gids had direct al voor de alternatieve route gekozen. We hoorden nu voor het eerst dat Don ook gisteren op pad was geweest, naar een ander gebied. En dat was al net zo’n moeilijke onderneming geweest als die van vandaag. Don keek bepaald niet blij toen hij er nog aan toevoegde dat hij morgen naar weer een andere plek zou moeten gaan rijden, het was duidelijk dat hij daar tegenop zag. Waardoor ik me toch wel afvroeg of Dreamland Safari Tours wel verantwoord bezig was. Als ervaren gidsen zoals Don de toestand van de wegen als zo enorm slecht beoordeelden, waarom werden de geboekte tours dan niet afgelast? Al moet ik daar direct aan toevoegen dat ik er toch wel heel erg blij om was dat ze dat niet hadden gedaan, want anders zouden wij immers dit schitterende gebied niet hebben gezien.

De andere gids vertelde dat hij een nieuwe dino-afdruk had ontdekt, vlak bij de afdrukken die we net hadden gezien. Samen met Don bestudeerde hij deze vondst, ze kwamen tot de conclusie dat het toch niet echt op de afdruk van een dino leek. Het zag er meer uit als de afdruk van een eendenpoot! “Ha,”, lachte Don, “we hebben een nieuwe dinosaurus-soort gevonden. De quako-saurus!”

Vóór een reis is Hans altijd op zoek naar foto’s van bijzondere plekken, en zo was hij ook op een foto van de rotspilaar Chess Queen gestuit. Die zou ergens in dit gebied moeten liggen. Don wist precies wat hij bedoelde, de Chess Queen lag niet in de Cottonwood Cove Area maar in een gebied dat net aan de andere kant van de parkeerplaats lag. Hij wilde ons er graag naar toe brengen. Via een vlak veld dat helemaal vol lag met sneeuw liepen we er naar toe, in de verte zagen we de Chess Queen al staan. Het bleek een geweldige afsluiting van ons bezoek aan dit magnifiek mooie gebied te zijn, de Chess Queen is fantastisch om te zien. En – ook heel lekker – ik heb daar even rustig kunnen zitten terwijl Hans de rotspilaar van alle zijden uit op de foto zette. Zodat ik net weer genoeg energie bij mekaar had kunnen sparen voor de laatste korte wandeling, terug naar de auto.

Coyote Buttes South

Coyote Buttes South

Natuurlijk was de rit terug naar de bewoonde wereld weer een hele onderneming. Toch scheelde ’t wel dat we wisten dat we geen onoverkomelijke hindernissen tegen zouden komen, dus het voelde net wat minder spannend aan. Al was ik echt wel blij toen we de modderige House Rock Valley Road weer bereikten. “Of we alsjeblieft nog wel even een stop konden maken bij het toiletgebouwtje,” zo vroeg ik aan Don. Maar dat was hij sowieso al van plan, hij moest de banden van zijn auto oppompen. Hij had immers op de heenweg tot twee maal toe lucht uit de banden laten lopen, ze waren nu te slap om ermee op de verharde weg te kunnen rijden. Na de sanitaire stop wachtten Hans en ik naast de auto tot Don klaar was met z’n karweitje. Wat was het inmiddels koud geworden, ik had nog maar twee van de oorspronkelijke vier lagen kleding aan en dat was véél te weinig…. we hadden het intens koud. Gelukkig werden we wat afgeleid door een vrouw die daar ook met haar auto op de parkeerplaats stond, ze hoorde bij een vereniging die zich inzet voor het behoud van de condor en ze vertelde ons dat in de rotswand die vanaf de parkeerplaats zichtbaar was condors leefden. Ze vond het leuk dat wij ooit iemand anders van die vereniging hadden gesproken, in Pinnacles National Park in California. Op de parkeerplaats stond een informatiebord waarop de spanwijdte van de vleugels van een condor (2.90 meter) werd vergeleken met die van een Golden Eagle (2.20 meter) en een Red-tailed Hawk (1.30 meter). Een mooie manier om te laten zien hoe enorm groot zo’n condor wel niet is.

We waren blij toen we weer de beschutting van de auto op konden zoeken. We hadden nu nog de lange rit naar Kanab voor de boeg, over de verharde weg gelukkig. En grotendeels in het donker, het was inmiddels al erg laat geworden. Om 10 voor half 8 ’s avonds zette Don ons af bij het motel, en dat terwijl de tour eigenlijk maar tot 4 uur ’s middags had moeten duren. We hebben de goeie man dan ook een flinke fooi gegeven, hij had echt enorm hard moeten werken voor ons. En wat zijn we blij dat hij dat heeft gedaan. De Cottonwood Cove Area van de  Coyote Buttes South is de allermooiste plek die we ooit in de USA hebben gezien, en de avontuurlijke rit er naartoe heeft het nog eens extra onvergetelijk gemaakt. Deze 5e maart 2015 is een dag die we nooit meer zullen vergeten!

Coyote Buttes South

Coyote Buttes South

Coyote Buttes South

Coyote Buttes South

Coyote Buttes South

Coyote Buttes South


DAG 7 : VRIJDAG 6 MAART : KANAB – NATURAL BRIDGES NATIONAL MONUMENT – MOAB

Gereden:   392 mijl
In de inleiding schreef ik het al: tijdens de voorbereidingen van deze reis was het vooral het gebied rondom Escalante dat een prominente plaats in ons roadbook had gekregen. Maar toen kort voor ons vertrek de weersvoorspellingen steeds slechter werden, beseften we dat de dirtroads daar zeer waarschijnlijk onbegaanbaar zouden zijn. En als we überhaupt nog enige twijfel zouden hebben gehad, dan was die na de avontuurlijke rit van gisteren toch echt definitief weggenomen: het had geen enkele zin om naar het hoog gelegen Escalante te rijden. We  moesten dus een andere route kiezen. We hoefden niet heel lang te overleggen, we waren het al snel met elkaar eens dat we naar Moab zouden gaan. Omdat het daar vrijwel niet had gesneeuwd, en omdat we toch wel heel erg graag de zware trails wilden gaan lopen die wat later in het jaar vanwege de hitte voor ons niet te doen zijn.

De afstand van Kanab naar Moab is een kleine 350 mijl, we hadden dus een flinke rit voor de boeg. We hadden geen overnachting geboekt, het maakte ons niet uit of we Moab al vandaag of pas morgen zouden bereiken. We hadden dan ook alle tijd om – tegen beter weten in – tóch nog een dirtroad in te rijden. Die dirtroad begon in Churchwells, een gehucht dat aan State Route 89 ligt, tussen Kanab en Page. En ja hoor, net zoals eergisteren toen we ook al tegen beter weten in de dirtroad naar Yant Flat hadden genomen, viel de conditie van het wegoppervlak ons reuze mee. De sneeuw was hier al helemaal weggesmolten, en de weg was prima begaanbaar. Tot het moment dat die wat omlaag liep, en een bocht naar links maakte. In die laag gelegen bocht had de zon duidelijk nog geen straaltje binnen kunnen krijgen, het was daar één grote modderboel. We besloten meteen om weer om te draaien, we hadden echt geen zin in een nieuw modder-avontuur.

Owachomo Bridge

Owachomo Bridge

Niet veel later kwamen we aan in Page. Waar we zowaar nog even hebben overwogen om naar Antelope Canyon te gaan, het was immers al heel wat jaren geleden dat we die prachtige slot canyon hadden gezien en Hans z’n foto-apparatuur had inmiddels enkele upgrades gehad. Hij wilde zijn Canon 5D daar best wel eens gaan uitproberen. Maar toen we zagen hoe druk het was bij het beginpunt, was onze inspiratie meteen over. Nee, we hadden echt geen zin om in een mensen-file door de canyon te lopen….. Dus werd het toch nog Moab, vandaag.

Uiteraard wilden we niet alleen maar in de auto te zitten, we zochten daarom nog een leuke kleine hike uit die we onderweg zouden kunnen doen. Vorig jaar waren we in het prachtige Natural Bridges National Monument per ongeluk de trailhead voor de Owachomo Bridge voorbij gereden, die fout konden we vandaag mooi gaan herstellen. Maar hoe verder we naar het oosten reden, hoe dikker de pakken sneeuw langs de weg werden. En langzaam aan begonnen we te vrezen dat we een verkeerde keuze hadden gemaakt, misschien zouden we in deze omgeving veel minder kunnen doen dan we vanmorgen nog dachten.

Owachomo Bridge

Owachomo Bridge

In het Visitor Center vroegen we aan een Ranger wat de conditie van de trails was. Hij vertelde dat er inderdaad nog flink wat sneeuw lag, her en der. Maar juist de door ons geplande trail naar de Owachomo Bridge zou de beste keuze zijn: het pad lag grotendeels naar het zuiden toe gericht, en de sneeuw was daar al grotendeels gesmolten. Super, we waren erg blij met deze informatie. De goeie man had helemaal gelijk, het korte wandelpad naar de natuurlijke brug was prima begaanbaar. Tijdens de zeer eenvoudige hike van pak ‘m beet 650 meter kwamen we maar op een paar plekken nog wat sneeuwresten tegen. En daar was ie dan, met een klein jaartje vertraging, de Owachomo Bridge! De fragiele natuurlijke brug die een spanwijdte heeft van 55 meter, en waarvan de bovenzijde maar zo’n 3 meter dik is. En, om de cijfertjes compleet te maken, de opening is zo’n 32 meter hoog. We vonden het geweldig dat we nu ook deze Owachomo Bridge van dichtbij konden bekijken, dat maakte onze Natural Bridges-ervaring helemaal compleet. Net als bij de twee bruggen die we vorig jaar al hadden gezien, konden we ook hier er onderdoor lopen. Altijd leuk natuurlijk om het van alle kanten uit te bekijken.

Aan de andere zijde van de brug stroomde een ondiepe rivier door een canyon, de trail ging hier nog verder. Natuurlijk hadden we nog lang geen zin om alweer naar de auto terug te gaan, we zijn daarom nog een stuk aan de bovenzijde langs die canyon afgelopen. Bij de natuurlijke brug zelf was het al heel rustig geweest, er liep maar een enkele andere toerist rond. Maar hier was verder geen levende ziel meer te bekennen, we genoten van de rust, van de mooie omgeving, van het even lekker de benen strekken na de lange autorit. Geheel tegen onze gewoonte in hebben we helemaal geen foto’s gemaakt; de canyon was hartstikke mooi maar niet op een fotogenieke manier. Na zo’n 500 meter lopen zijn we weer omgedraaid, op de terugweg zagen we aan de overzijde van de canyon een aangelegd pad omhoog lopen. Waardoor Hans werd getriggerd om ook daar eens een kijkje te gaan nemen, hij liep over een stel stenen door het laag staande water naar de overkant en klom via dat pad een flink stuk omhoog. Ik zat ondertussen aan de onderzijde van Owachomo Bridge precies dat te doen wat ik gisteren in de Coyote Buttes South toch wel had gemist: namelijk lekker niks! Na een tijdje kwam Hans weer terug, hij vertelde dat hij een granary had gezien, dat is een opslagruimte die honderden jaren geleden door de Native Americans is gebouwd. Maar die lag op een lastige plek, hij was er niet in geslaagd om tot op een fotografabele afstand te komen. Vanaf het pad had hij wel vaak een goed zicht op Owachomo Bridge, maar voor het maken van foto’s had deze tocht geen meerwaarde gehad. Vandaar dus dat onze foto’s van dit park beperkt zijn gebleven tot alleen de standaard plaatjes van deze natuurlijke brug. Waarmee we overigens ook al dik tevreden waren.

Op de route van Natural Bridges National Monument naar Blanding lag nog veel sneeuw. Balen….. dit betekende immers dat we ook de dirtroads die we in dit gebied hadden gepland uit ons roadbook moesten schrappen…. Dat boek werd zo wel in een heel snel tempo uitgedund. Toen we voorbij Blanding nog steeds door een wit landschap bleven rijden, begonnen we zelfs ongerust te worden over onze Moab-bestemmingen. Het zou toch niet zo zijn dat we ook daar veel over zouden moeten gaan slaan…. Eerlijk gezegd werden we best wel chagrijnig, we dachten dat we met deze oostelijke route een verkeerde keuze hadden gemaakt. Had het hier rondom Moab tóch gesneeuwd, ook al hadden we uit de weerberichten anders begrepen? Pas tijdens het allerlaatste stukje van onze lange autorit werd de omgeving minder wit, alleen tegen de schaduwzijde van de rotsen waren nog wat restjes sneeuw te bekennen. Het was duidelijk dat we morgen allereerst maar eens een kijkje moesten gaan nemen in het Visitor Center van Arches National Park, we hoopten maar dat we daar net zo’n goed nieuws zouden krijgen over de conditie van de trails als vandaag in Natural Bridges National Monument.


DAG 8 : ZATERDAG 7 MAART : MOAB – ARCHES NATIONAL PARK – MOAB

Gereden:   53 mijl
En dus stonden wij om klokslag 8.00 uur (iets eerder zelfs nog) al voor de deur van het Visitor Center. Waardoor we meteen als eersten aan de beurt waren, toen die deur door de Ranger werd geopend. “Het had wel een beetje gesneeuwd, een aantal dagen geleden”, zo vertelde ze, “maar vrijwel alle sneeuw was al weggesmolten en de wandelpaden waren dan ook goed begaanbaar. En de dirtroad naar de Klondike Bluffs Section lag er ook prima bij!” Dit was natuurlijk precies wat we graag wilden horen, dus om vijf over acht liepen we opgewekt het Visitor Center alweer uit.  We reden meteen via de 18 mijl lange parkweg naar de parkeerplaats vanwaar de Devils Garden Primitive Loop Trail begint.

Landscape Arch

Landscape Arch

We hadden bij de weergoden lekker fris wandelweer besteld, en die wens werd netjes verhoord. Nét 1 graad boven het vriespunt was het…… We stonden dan ook met enige verbazing te kijken naar de vrouw die gekleed in een korte broek en t-shirt aan de hike begon, wij deden toch maar liever wat extra’s aan. Al zorgden we er wel voor dat er wat plek overbleef in onze rugzakken, we verwachtten niet dat we onze jassen en handschoenen de hele dag nodig zouden hebben.

Het was ideaal weer om te lopen. Al snel bereikten we de eerste van de zeven arches die langs de Devils Garden Primitive Loop Trail te vinden zijn. Dat was meteen ook de bekendste van het stel, de 93 meter lange en 32 meter hoge Landscape Arch. De overspanning is slechts 1,8 meter dik, en sinds 1991 is het al drie keer gebeurd dat er een stuk is afgebroken. Je mag dan ook uit veiligheidsoverwegingen niet meer onder de arch doorlopen. We maakten de nodige foto’s van de mooie arch, en gingen vervolgens op zoek naar het zijpad waaraan de volgende twee exemplaren lagen. We kregen wel wat meer begrip voor de vrouw die zomers gekleed aan de hike was begonnen, zij had het in het begin misschien wel koud gehad, maar ze hoefde nu niet net zoals wij met een volgepropte rugzak te lopen….. we hadden niet verwacht dat onze jassen zo snel al uit zouden kunnen!

Partition Arch

Partition Arch

Partition Arch, dat was de naam van de tweede natuurlijke boog die we tegenkwamen. Bijna vierkant was die, met een breedte en ook een hoogte van ongeveer 9 meter. Met direct daarnaast, beneden aan de linkerkant, nog een kleinere opening. We konden door de arch heen kijken, dat leverde een weidse blik over het landschap van Arches National Park op. Nummer drie, Navajo Arch, was weer heel anders. Want hier zat direct achter de arch een dikke rotswand. Wat we overigens ook bijzonder mooi vonden, de kleuren van de rotswand en de kleine boompjes die hier stonden zorgden samen voor een zeer fotogeniek plaatje.

Navajo Arch

Navajo Arch

We liepen terug naar het hoofdpad. Tot nu toe vonden we het al een prima wandeling, maar de omgeving werd nu zelfs nóg mooier. Om te kunnen beschrijven wat voor een landschap we hier zagen, wil ik eerst even een stukje geologie-les geven. Zo’n 300 miljoen jaar geleden bevond zich in het gebied waar nu Arches National Park ligt een zee. Het water droogde op en er bleef een dikke laag zout over, dit zout werd later bedekt door diverse lagen zand die hier door de wind naartoe werden gebracht. De onderste lagen zand versteenden; we kennen de op deze manier gevormde rotslaag nu onder de naam Entrada Sandstone. De zoutlagen konden het gewicht niet langer aan, en werden van onder de rotslaag vandaan geperst. Door de krachten die hiermee gepaard gingen, ontstonden lange parallel aan elkaar gelegen barsten in het Entrada Sandstone. Allerlei eroderende krachten kregen nu vrij spel: water, ijs, wind, kou en hitte slepen de barsten steeds verder uit, hier en daar ontstonden uithollingen in de steeds dunner wordende richels. De uithollingen werden steeds verder uitgeslepen, waardoor er op veel plaatsen openingen ontstonden. Op deze manier hebben zich in dit gebied meer dan 2000 natuurlijke bogen gevormd.

Double O Arch

Double O Arch

Tot zover de les. Terug naar onze eigen beleving van dit prachtige park. We liepen nu in een gebied waar we een werkelijk adembenemend mooi zicht hadden over de richels die ik hierboven beschrijf, ‘fins’ worden die genoemd. Het pad liep op gegeven moment midden over zo’n fin heen, aan het einde daarvan konden we omlaag klimmen. En niet veel verder bereikten we arch nummer 4: Double O Arch. Het absolute hoogtepunt van deze wandeling! Zoals de naam al doet vermoeden bestaat Double O Arch uit twee openingen. Twee mooie ronde openingen, onderaan zit de kleinste “O”, met een spanwijdte van ruim 6 meter, en daar recht boven de andere “O” die een spanwijdte van ruim 21 meter heeft. We konden door de onderste opening heen klimmen, zodat we de arch ook van de andere zijde konden bekijken. Aan de linkerzijde konden we een stukje doorlopen, van een kleine afstand was de arch veel beter in z’n geheel te zien dan van zo dichtbij. Dwars door de bovenste opening heen zagen we de fins liggen, dit was echt Arches National Park op z’n best. Er waren best veel andere wandelaars hier, iedereen nam uitgebreid te tijd om van deze mooie plek te genieten. Een van hen, een jonge vrouw, sprak ons aan. Natuurlijk allereerst met de onvermijdelijke vraag waar we vandaan kwamen. En vervolgens wilde ze ook heel graag weten waarom wij zo’n lange reis hadden gemaakt, wat bracht ons hier naar dit land? Nou, daar konden we natuurlijk wel heel eenvoudig een antwoord op geven. “This…”, antwoordde Hans, tegelijkertijd gebarend naar Double O Arch. De vrouw snapte ons helemaal. Zelf kwam ze uit de omgeving van Salt Lake City, ze had gisterenavond spontaan beslist om ‘even’ naar Arches te rijden. Gewoon omdat ze, net zoals wij, geen genoeg kan krijgen van deze omgeving.

Na de uitgebreide pauze was het tijd om weer te gaan lopen, verder het gebied met de fins in. Een tweede zijpad bracht ons naar de vijfde natuurlijke boog, Private Arch genaamd. Die was qua vorm en achtergrond vergelijkbaar met Navajo Arch, ook hier hadden we geen vrij doorzicht en was er onder de rotsboog een boompje zichtbaar. Een mooie arch (lelijke arches bestaan volgens mij niet), maar ’t totaalplaatje was toch net wat minder indrukwekkend. We wisten dat we nu voorlopig geen arches meer zouden zien, de laatste twee kwamen we pas helemaal tegen het einde van de wandeling tegen. Maar ook zonder arches bleef het een geweldig mooie hike. Met wel een paar lastige obstakels, hier en daar. Ik had best wat moeite om van een steile fin af te glijden, gelukkig kreeg ik hulp van Hans en van een vriendelijke man die er samen voor zorgden dat ik niet al te snel naar beneden schoof. En even verder vond ik een rotsrichel waarover we omlaag moesten schuifelen toch wel heel erg smal……

Pine Tree Arch

Pine Tree Arch

Arches National Park

Arches National Park

Arches National Park

Arches National Park

Obstakel nummer 3 was weer van een heel andere soort. Tussen twee dicht opeenstaande lage rotsen in had zich een enorme plas smeltwater verzameld. Er stonden al diverse wandelaars te kijken hoe ze aan de andere kant van het water moesten komen: over de rots heen, via een richel langs de rots af, of gewoon dwars door het water heen….. Ik zag al direct dat die twee eerste opties voor mij ondoenlijk waren, die rots was veel te glad en steil, en die richel was nog smaller dan die van daarnet. Gelukkig was ik niet de enige die er zo over dacht, enkele mensen besloten om door het water heen te lopen. Mooi, zo konden wij even afkijken hoe dat verliep. Toen we zagen dat bij de andere wandelaars het water tot iets boven de knieën kwam, was mijn keuze duidelijk. Schoenen uit, sokken uit, broekspijpen opstropen, en dwars door het koude water heen! En zo stonden we even later dus met natte voeten en benen aan de overkant. En ook met natte broekspijpen, dat hadden we niet kunnen voorkomen.

Hans heeft altijd een hydrofieldoek in zijn rugzak zitten. Om – als dat nodig is – de lens van zijn fotocamera schoon te kunnen maken. Die doek kreeg nu een ander doel, we droogden er onze voeten en benen mee af. Handig! Het was ondertussen ook tijd geworden om even een banaan te eten, en dit was daarvoor natuurlijk een perfecte plek. Want we kregen er tijdens deze pauze een gratis show bij. Het was echt heel grappig om te zien hoe steeds weer nieuwe wandelaars reageerden als ze de plas water zagen. Een enkeling slaagde er in om de gladde rotswand te bedwingen. Maar de meeste mensen kozen toch maar voor de natte voeten. Zoals de man die resoluut zijn spijkerbroek uittrok, en in z’n onderbroek door het water heen liep. Eén vrouw wist zelfs de natte voeten te voorkomen, zij liet zich door een sterke man over het water heen dragen….


DAG 9 : ZONDAG 8 MAART: MOAB – ARCHES NATIONAL PARK – MOAB

Gereden:   99 mijl
Ook deze dag stond helemaal in het teken van Arches National Park. We hadden daarvoor wel 1 uurtje minder de tijd dan gisteren, want afgelopen nacht was de klok verzet. Verliezen wij dit jaar verdorie twee keer ‘n uur, want in april mogen we in Nederland ook nog een keer overschakelen van winter- naar zomertijd.

De Ranger had ons gisteren laten weten dat de onverharde weg naar de Klondike Bluffs Section, in het westen van het park, prima begaanbaar was. En dat klopte helemaal, zelfs met een gewone personenauto zouden we deze rit makkelijk hebben kunnen doen. De zijweg naar de trailhead was weliswaar iets hobbeliger, maar voor onze high clearance auto was het nog steeds een zeer eenvoudige route. Op de parkeerplaats stond een toilethokje. ’t Was wel een pit toilet, uiteraard, maar inmiddels heb ik mijn afkeer daarvoor toch wel overwonnen. Die toilethokjes zien er meestal hartstikke netjes uit, zelfs op de meest afgelegen plekken. Complimenten aan de medewerkers van de National Park Service!

Direct vanaf de parkeerplaats moesten we via een pad over een rotswand omhoog klimmen. Dat zou best wel zwaar zijn, zo had ik gelezen. We moesten inderdaad flink aan het werk hier, maar toch, het viel me reuze mee. De ondergrond was best stevig, we kwamen hier geen gladde stukken met van die lekker verraderlijke losse steentjes tegen. Fijn vond ik dat, op deze manier is klimmen veel minder lastig. We gingen verder via een vlak pad, deels over het zand en deels over een rotsbodem. ’t Was een komvormig plateau waar we over liepen, met rechts van ons een grillig gevormde rotswand, bestaande uit donkerbruine rotspilaren met steeds bovenaan een punt bestaande uit een veel lichter gekleurd gesteente. Op gegeven moment kwam aan de linkerzijde de rotsformatie “Marching Men” in beeld, een lage richel met daarop – netjes op een rij – diverse rotspilaren. Ik kende die Marching Men al heel goed van de foto’s die we thuis hadden bekeken. Wat zouden we graag zelf daar net zo’n mooi plaatje van hebben gemaakt, maar helaas, de zon stond hartstikke verkeerd. Met dank aan Photoshop is er toch nog het onderstaande resultaat uitgekomen.

Marching Man

Marching Man

We moesten weer gaan klimmen. Niet via een rotswand deze keer, maar via een steil en zanderig pad. Niet moeilijk, wel zwaar! Het laatste stuk van de trail ging door een gebied waar we veel dichter tussen de rotsen door liepen, net zoals gisteren zagen we weer die schitterende fins om ons heen. Ons doel was een natuurlijke boog die in een van die fins was uitgeslepen, Tower Arch genaamd. Schuin boven de arch stond een robuuste rotstoren. Waarmee direct werd verklaard hoe deze boog aan zijn naam was gekomen. De man die de naam in de jaren ’30 van de vorige eeuw had bedacht was Frank Beckwith, de leider van de Arches National Monument Scientific Expedition. Maar uit een inscriptie in een van de naastgelegen rotswanden blijkt dat iemand een aantal jaren eerder de arch al een andere naam had gegeven. De tekst van die inscriptie luidt: “Minaret BridgeH.S. Bell 1927”. Of Frank Beckwith die inscriptie helemaal niet heeft gezien, of dat hij die naam bewust niet heeft overgenomen, dat zullen we nooit meer te weten komen. Er staat overigens een nog oudere inscriptie op een andere wand: “Discov’d by M. and Mrs. Alex Ringhoeffer and Sons 1922-23”. Het is zeer onwaarschijnlijk dat deze familie die inscriptie zelf heeft gemaakt, want hun achternaam is fout gespeld. De juiste schrijfwijze is namelijk Ringhoffer.

Tower Arch

Tower Arch

Tijdens de wandeling naar de arch toe waren we geen andere mensen tegengekomen. Maar nu we ons doel hadden bereikt zagen we dat we toch niet de eerste bezoekers waren, er stonden twee mensen – een man en een vrouw – net voor de arch. Ze gingen net weg toen wij eraan kwamen, en eerlijk gezegd vonden we dat best wel fijn. Wij vinden het immers heerlijk om zo’n schitterende plek helemaal voor onszelf te hebben. Eerst hebben we de arch van een afstandje bekeken, daarna onderzochten we of we er ook dichterbij zouden kunnen komen. En ja hoor, aan de rechterzijde konden we een stukje omhoog klimmen, en door een smalle opening tussen de rotswanden door naar de onderzijde van de arch lopen. Vanuit de achterzijde hadden we, met de arch als omlijsting, een weidse blik over het rotslandschap. Wat een prachtig plaatje was dat.

Ik hoorde stemmen. Hans keek me een beetje ongelovig aan, hij had helemaal niets gehoord. Maar echt, ergens vaag, vanuit een onbestemde richting, hoorde ik mensenstemmen. We zagen helemaal niemand, maar ik wist wel zeker dat ik het me niet had verbeeld. Minuten later zagen we vanuit de verte dan toch een groepje van drie wandelaars aankomen. Ze arriveerden bij Tower Arch net toen wij daar weer weggingen. Kijk, dat hadden we perfect uitgekiend, we hadden gewoon precies lang genoeg de mooie plek voor onszelf gehad. De terugweg verliep voorspoedig, vooral dat steile zandpad was nu heel wat makkelijker begaanbaar dan op de heenweg. Sneller dan verwacht waren we bij de auto terug, we hadden nog een flink stuk van de dag over. We besloten om terug te gaan naar Moab, en daar lekker vroeg te gaan eten. Zo hadden we mooi nog een stuk van de namiddag en de avond over voor het park.

Een echt inspannende trail wilden we niet meer gaan doen. Dus kozen we voor de lekker makkelijke Windows Section, daar liggen diverse mooie arches vlak bij elkaar. We waren best tevreden over de door ons gemaakte foto-van-veraf, met de La Sal Mountains op de achtergrond. Maar daarop zagen we ook dat de mooie Turret Arch al in de schaduw begon te komen, en daar waren we dan weer wat minder blij mee. En inderdaad, voor fotografie bleek het niet echt het goede moment te zijn, felle zon en diepe schaduwen gaan nu eenmaal niet goed samen. Natuurlijk hebben we nog wel geprobeerd wat foto’s te maken, terwijl Hans aan de slag ging bij Turret Arch liep ik naar de gebroederlijk naast elkaar gelegen North Window en South Window.

Turret Arch

Turret Arch

Even later zochten we elkaar weer op, ik zag meteen aan Hans z’n gezicht dat er iets gebeurd was. Hij was verontwaardigd, en niet zo’n beetje ook. Bij Turret Arch had hij een gezin met twee kinderen gezien, de jongste zat nog in de luiers en kon nog maar amper lopen. Het andere kind was niet veel ouder. De moeder klom samen met het oudste kind via de rotswand naar boven, op een plek die daarvoor helemaal niet bedoeld was. Eerst werkte het kind nog wel mee, maar het was al snel duidelijk dat de klim veel te lastig was voor haar. Hoewel het meisje echt niet meer wilde, bleef haar moeder haar pushen om nog verder omhoog te gaan. Ze manoeuvreerde zichzelf daarbij in een moeilijke positie, het lukte haar niet om met het meisje – dat nu helemaal overstuur was – nog maar één stap naar boven of naar beneden te zetten. De vader klom naar hen toe, hij liet het kleinste kind zomaar alleen op de rotswand achter. Dat kind zat weliswaar niet erg hoog op de rotswand, maar toch….. ze begon wel vrolijk achter pa, ma en grote zus aan te klauteren zonder dat er nog iemand op haar lette. Ze verloor zelfs een van haar schoentjes, tijdens haar poging om tegen de wand omhoog te kruipen. Ondertussen wist pa zijn oudste dochter onder z’n arm te nemen, en gelukkig kwamen ze samen, gevolgd door ma, veilig weer beneden. Hans had dit hele schouwspel van een afstand met steeds toenemende verbazing staan te bekijken, het was echt méér dan onverantwoord zoals die ouders bezig waren geweest. Hij kon het niet laten, hij heeft de vader er even later nog op aangesproken. Maar dat werd niet op prijs gesteld, het gezin liep hem zonder te reageren stug voorbij.  Zo, Hans had z’n hart bij mij gelucht en ik – via dit reisverslag – nu ook het mijne.
Over de rest van deze avond in Arches valt verder niet veel meer te melden. We hebben op ons dooie gemak nog wat door de Windows Section geslenterd, veel foto’s hebben we niet meer gemaakt. Toen we naar Moab terugreden was het al donker, we zijn dan ook rechtstreeks naar het motel gegaan waar we – zoals gebruikelijk – nog wat aan ons live reisverslag hebben gewerkt. En natuurlijk keken we ook even vooruit naar de komende dagen, hoe zouden we die in gaan delen? Allebei wilden we héél erg graag Druid Arch zien, in de Needles Section van Canyonlands National Park. Maar we vroegen ons wel af hoe de trail erbij zou liggen, we wisten immers dat er ten zuiden van Moab veel sneeuw was gevallen. We stuurden een e-mail naar het park, waarin we informeerden naar de conditie van de trail. En nu maar hopen dat we daarop een heel positief antwoord zouden krijgen!


DAG 10 : MAANDAG 9 MAART : MOAB – DIVERSE PETROGLYPHS – ARCHES NATIONAL PARK – MOAB

Gereden:  56  mijl
Tijdens onze eerste reizen hebben we nooit echt aandacht besteed aan de petroglyphs die op veel plaatsen in het zuidwesten op de rotswanden te vinden zijn. Maar op gegeven moment hebben we toch belangstelling gekregen voor die oude rotstekeningen, we vinden het nu zelfs bijzonder leuk om er naar op zoek te gaan. ’t Is ook weer even wat anders dan arches, hoodoos en slotcanyons. Vandaar dus dat er diverse petroglyph-panels in ons roadbook waren opgenomen, enkele daarvan lagen hier vlak bij Moab.

Four Toed Petroglyph Panel

Four Toed Petroglyph Panel

We reden de Kane Creek Road op, dat is de weg die vlak bij de McDonalds in Moab begint en naar het westen toe gaat. Op een bordje stond te lezen dat de weg op 10 en 11 maart in verband met wegwerkzaamheden gesloten zou zijn, morgen en overmorgen dus. Hadden wij geluk zeg, dat we vandaag nog wel hier terecht konden. We hadden nog geen 4 mijl gereden toen we de trailhead voor onze eerste wandeling al bereikten. Ook de loopafstand stelde niets voor, na zo’n 600 meter lopen via een niet bijster interessant pad zagen we rechts van ons de rotswand waarop de eerste twee petroglyphs van vandaag te vinden zouden zijn. Nummer 1 hadden we al heel snel gevonden, op deze Four Toed Petroglyph Panel is een beest te zien met aan elk van z’n poten vier mooie ronde tenen. Nummer 2, de Moab Mammoth, zou hier heel dicht bij moeten zitten. We speurden de rotswand van boven tot onder toe af, maar we kregen dat beest maar niet gevonden. Tot we op het idee kwamen om het ook eens aan de andere kant te proberen, en ja hoor, daar zat ie! Het waren twee leuke aanwinsten voor onze petroglyphs-verzameling.

Voor petroglyph nummer 3 zouden we meer moeite moeten doen. We parkeerden de auto op een grote parkeerplaats direct naast het stroompje Kane Creek. Via een aantal gladde stenen staken we het kreekje over, we slaagden er in om zonder natte voeten de overkant te bereiken. Het pad ging verder door de dichte begroeiïng langs de oever, al snel kwamen we bij een splitsing waar we linksaf moesten. We klommen omhoog over een smal, rotsachtig pad. Niet echt geschikt voor iemand met hoogtevrees. Daarna liepen we een stuk over een slickrockplateau, en mochten we via een stel rotsblokken nog een stuk verder omhoog klimmen, naar een tweede plateau. En hoe hoger we kwamen, hoe mooier het uitzicht over de omgeving werd. Dit was veel leuker dan die eerste wandeling van vandaag!

Moab Mammoth Petroglyph

Moab Mammoth Petroglyph

We liepen het plateau op, en gingen daar op zoek naar de petroglyph. Die zou ergens aan de achterzijde van een grote rots zitten. We hebben elke rotsblok op het (gelukkig kleine) plateau van alle kanten bekeken, maar nergens was een petroglyph te zien. We snapten er niets van, het was toch wel zeker dat we op de juiste plek zaten, waarom konden we de rotstekening dan niet vinden? Uiteindelijk bleek dat we één rotsblok nog niet hadden bekeken, die stond direct aan de rand van het plateau op de plek waar we boven waren gekomen. En ja hoor, daar, aan de achterzijde, zat onze Moab Maiden. Also known as The Moab Princess. Breedgeschouderd, leuke haardracht….  90 centimeter groot van kop tot teen…. we vonden dat ze er prachtig uitzag! En dat met het mooie rotslandschap van Moab op de achtergrond. Deze dame krijgt absoluut een eervolle vermelding op onze Petroglyphs and Pictographs pagina.

Moab Maiden Petroglyph

Moab Maiden Petroglyph

Precies anderhalf uur nadat we vanaf de parkeerplaats waren vertrokken, waren we terug bij de auto. We hoefden opnieuw maar een klein stukje te rijden voordat we alweer een trailhead bereikten. Ons doel was deze keer geen rotstekening, maar een arch. Funnel Arch, om precies te zijn. Drie jaar geleden hadden we al eens een poging gedaan om daar naartoe te lopen, maar die poging hadden we toen al heel snel opgegeven. Het was ontzettend warm destijds, ik had simpelweg niet de moed om met die hitte aan een best wel zware klim te beginnen. Maar nu was de temperatuur perfect, en wat er in 2012 als een onoverkomelijke hindernis had uitgezien viel nu best wel mee. Zonder problemen klommen we tegen een rotswand omhoog, het eerste deel van de korte hike zat er al op. Via een dryfall zouden we verder omhoog moeten klimmen, Hans ging alvast vooruit om te kijken of het haalbaar was. Al snel riep hij dat ik niet moest proberen om hem achterna te komen, het zou mij zeker niet gaan lukken. Hij ging ervan uit dat hij zelf wel boven zou kunnen komen, maar of hij daarna ook weer via die smalle pijp zou kunnen afdalen, dat was echt heel twijfelachtig. Zeker omdat zijn rugzak, met daarin de fotocamera en diverse lenzen, hem daarbij behoorlijk in de weg zou zitten. Hij kon dan ook maar één ding besluiten, omdraaien en terug naar beneden. En zelfs dat bleek al behoorlijk lastig te zijn!

We hadden nu nog één petroglyph panel in de planning staan, daarvoor moesten we naar het noorden van Moab. Terwijl we via de Kane Creek Road terugreden zagen we dat de rotswand direct langs van de weg met een houten omheining was afgezet. En er stond ook een informatiebord met daarop het embleem van de BLM, daar moest dus iets te zien zijn. En ja, we kregen er zomaar zonder er ook maar enige moeite voor te hoeven doen nóg een petroglyph panel bij. Dat was de Moonflower Canyon Petroglyph Panel, zo stond er op het bord vermeld. Op de rotswand zagen een groot, driehoekig figuur in de Barrier Canyon Style, met daaronder diverse dicht bij elkaar getekende herten, bighorn schapen en abstracte figuren. Om eerlijk te zijn, we hebben wel ooit mooiere panels in deze stijl gezien.

Wat zijn we de Courthouse Wash Rock Art Site al vaak voorbij gereden, zonder dat we ook maar enig idee hadden van het bestaan ervan. En het ligt zó dicht bij Moab, net voorbij de Colorado River. We parkeerden de auto op het parkeerterrein bij milemarker 129, vanaf daar hoefden we slechts een paar honderd meter te lopen en een stukje via de rotswand omhoog te klimmen. Het panel was bijna 6 meter hoog en zo’n 16 meter lang, veel groter dus dan de andere panels die we vandaag hadden gezien. En ongetwijfeld is het ooit nóg groter geweest, er waren diverse stukken steen uit de rotswand gevallen waardoor sommige figuren er nog maar gedeeltelijk op stonden. Het ging hier niet om petroglyphs (figuren die in de rotswand zijn gekrast) maar om pictographs  (die zijn getekend of geschilderd). Net zoals de petroglyphs van vanmorgen, van de Moonflower Canyon panel, vertegenwoordigden de pictographs die hier op de Courthouse Wash Rock Art Site te zien waren de voor ons inmiddels goed herkenbare Barrier Canyon Style. Behalve de typerende driehoekige menselijke figuren zagen we ook weer allerlei dieren en abstracte figuren. Niet alles was nog duidelijk zichtbaar, doordat het panel vaak in de felle zon staat zijn veel van de figuren erg vervaagd. Bovendien hebben vandalen het panel in 1980 deels vernield, de beschadigingen zijn daarna overigens wel gerestaureerd. Ondanks deze twee minpuntjes vonden wij nog steeds dat dit panel dik de moeite waard was, we waren blij dat we er even wat tijd voor hadden vrijgemaakt.

Court House Wash Panel

Courthouse Wash Panel

Negen jaar geleden waren Hans en ik, samen met onze zoon Rob, in de brandende zon naar Delicate Arch gelopen. Wat had ik het toen zwaar gehad….. We wilden deze hike heel graag eens overdoen, de temperatuur was nu heel wat aangenamer dan destijds dus dat was een belangrijk pluspunt. Op de parkeerplaats bij de trailhead was het, zoals we al hadden verwacht, behoorlijk druk. Maar gelukkig waren er nog een paar plekken vrij en konden we onze auto parkeren. Een paar minuten later al begonnen we aan de wandeling:  we zouden een kleine 2,5 kilometer moeten gaan lopen en daarbij een hoogteverschil van 146 meter moeten overwinnen. Het viel me op hoe weinig ik had onthouden van negen jaar eerder, in mijn herinnering bestond de hike voor het grootste deel uit een steil slickrockplateau en een brede rotsrichel, net vóór Delicate Arch. Het pad vóór het slickrockplateau en het zanderige gedeelte daarna waren helemaal uit mijn geheugen verdwenen. En die brede rotsrichel, die was veel korter dan dat mijn geheugen mij had wijsgemaakt. Maar wat ik wel goed had onthouden, dat was de aanblik van Delicate Arch op het moment dat je het einde van die richel bereikt, de impact van zo’n bijzonder moment vergeet je echt niet!!

Te midden van de vele andere toeristen zochten we een plekje om even lekker te gaan zitten en van de mooie arch te genieten. Vrijwel voortdurend stonden er wel een of meer mensen voor de arch te poseren, wat op zich best een vermakelijk schouwspel was. Zelf hoefden we niet zo nodig, we maken liever foto’s van de natuur dan van onszelf. ’t Was niet erg dat er steeds mensen voor Delicate Arch stonden, op die manier zie je immers het beste hoe groot die is. Maar we wilden toch ook wel graag eens een foto met alleen de arch maken, en dat bleek nog niet zo makkelijk te zijn. Maar ja hoor, ineens was er toch éven dat moment waarop er niemand in beeld stond….. heel snel afdrukken dus! Onze andere wens, een mooie zonsondergang, werd niet vervuld. Maar dat wisten we vooraf al, een wolkenloze hemel levert nu eenmaal geen mooie kleuren op.

Delicate Arch

Delicate Arch

In 2001 bezochten we Arches National Park voor het eerst. Sindsdien zijn we er – deze vakantie meegerekend – nog vier maal teruggeweest. The Windows Section, Fiery Furnace, Balanced Rock, the Garden of Eden, Park Avenue, en Delicate Arch natuurlijk, we hebben er ontzettend veel gezien …. En nu hebben we dan ook de Devils Garden Trail en de Klondike Bluffs Section aan dat mooie rijtje toe kunnen voegen. We kunnen dan ook met volle overtuiging zeggen dat we dit schitterende park héél goed hebben bekeken. Toen we het park uitreden was net Adèle op de radio te horen, met het prachtige en enigszins weemoedige “Someone like you”. En dat paste helemaal bij ons “We nemen afscheid van Arches National Park”-gevoel. We verwachten immers dat we hier in elk geval tijdens de komende jaren niet meer terug zullen komen.


DAG 11 : DINSDAG 10 MAART : MOAB – NEEDLES OVERLOOK – ANTICLINE OVERLOOK – MONTICELLO

Gereden:  167 mijl

Looking Glass Arch

Looking Glass Arch

We hadden een rustdag vandaag. Of, beter gezegd, onze voeten hadden een rustdag. Er stonden geen hikes op het programma, alleen een lange autorit, twee arches en een paar mooie viewpoints. Vanuit Moab reden we via Highway 191 naar het zuiden, na dik 20 mijl draaiden we de onverharde Looking Glass Road in. Vanaf de afslag was het nog maar een klein stukje, 2 mijl om precies te zijn, voordat we ons eerste doel bereikten: Looking Glass Arch. Wandelschoenen waren niet nodig, de arch lag direct naast de weg, een stukje boven ons in een rotswand. Even een korte klimpartij was natuurlijk geen probleem, we wilden de arch graag van wat dichterbij bekijken. ’t Zou zelfs mogelijk zijn om tot helemaal in de rotsboog omhoog te klimmen, maar dat laatste stukje was wel wat tricky…. ‘t was daar vrij steil. En dat gingen we dus niet doen, we hadden immers een rustdag vandaag, toch! Dat betekende wel dat we vanuit slechts één hoek een foto konden maken, maar daar waren we zeker al tevreden mee.

Thuis hadden we uit zitten puzzelen hoe de Looking Glass Road voorbij de arch verder ging, we wisten dan ook dat die 17 mijl verderop uit zou komen op de Needles Overlook Road. Dat was een heel stuk korter dan wanneer we via de verharde weg zouden rijden. Niet dat dat ook betekende dat het een snellere route zou zijn, maar dat maakte ons niet uit. Via een onbekende, onverharde weg door de backcountry rijden is immers veel leuker dan opnieuw een rit via Highway 191. Al snel bereikten we een splitsing die we tijdens onze voorbereidingen niet hadden gezien, dus we moesten gokken welke kant we op moesten rijden. Met behulp van de GPS besloten we dat rechtsaf waarschijnlijk de beste keuze zou zijn. Een stukje voorbij de splitsing zagen we een opmerkelijk verschijnsel. Het leek wel of er in de verte rechts van ons, direct bij een flinke rotswand, een hele groep huizen stond. Maar er was iets vreemds mee, we moesten echt nog eens een keer extra kijken om te zien wat er nu eigenlijk aan de hand was. Wat bleek, we zagen alleen de voorzijde van de huizen. Een wand met daarin ramen en een deur, geschilderd in opvallende kleuren zoals blauw en geel. Blijkbaar waren er aan de onderzijde gaten in de rots gemaakt, de huizen bevonden zich dus letterlijk IN de rots. Voor stroomvoorziening was ook gezorgd, zagen we, er stonden diverse zonnepanelen. Heel apart hoor, om zoiets in the middle of nowhere aan te treffen. Natuurlijk waren we best nieuwsgierig, wie zou er nu voor kiezen om op een dergelijke locatie zo’n aparte huizen te bouwen? Het antwoord op die vraag vonden een paar weken later, thuis achter onze computer. De plek die we hadden gezien heette Rockland Ranch. Begin jaren ’80 van de vorige eeuw werd ene Bob Foster door de mormonen uit de geloofsgemeenschap verstoten, hij stichtte toen langs de Looking Glass Road zijn eigen sekte. Hij woonde er met zijn drie vrouwen en een heel stel van zijn tientallen kinderen en vele kleinkinderen. Foster is inmiddels overleden, zijn zoon Enoch is nu de leider van de Rockland Ranch. Volgens het artikel gaat het hier (gelukkig!) niet om zo’n akelige, wereldvreemde sekte als die in Hilldale en Colorado City, waarover ik in twee eerder reisverslagen heb geschreven.

Needles Overlook

Needles Overlook

Anticline Overlook

Anticline Overlook

Voorbij de Rockland Ranch kwamen nog enkele keren een splitsing tegen. Lastig, want méér dan alleen het waypoint op onze GPS dat aangaf waar we uiteindelijk op de Needles Overlook Road uit zouden moeten komen hadden we niet. Steeds opnieuw moesten we gokken, gaan we links of rechts, draaien we af of gaan we rechtdoor? En tegelijkertijd werd de weg smaller, hobbeliger en hier en daar ook wat zanderig. Hemelsbreed gezien waren we niet heel ver meer van het GPS-punt vandaan, maar toch, de twijfel werd steeds groter. We konden er niet zonder meer vanuit gaan dat we nog op de goede route zaten, en de kans was aanwezig dat we ergens op een nóg smaller weggetje terecht zouden komen waar keren niet meer mogelijk zou zijn…..  We besloten om het zekere voor het onzekere te nemen, we draaiden om en gingen dat hele eind terug, helemaal tot aan Highway 191.

En zo reden we even later weer als brave nette toeristen via de Highway naar het zuiden. Daarna gingen we verder in noordwestelijke richting, via de Needles Overlook Road. Heel in de verte zagen we zowaar die rots met de ingebouwde woningen nog liggen, als we ons dirtroad-avontuur van zojuist hadden doorgezet waren we zeer waarschijnlijk al lang op dit punt geweest. Ach, niet getreurd, we hadden tijd genoeg vandaag, dus zoveel maakte het niet uit.

Anticline Overlook

Anticline Overlook

De Needles Overlook Road eindigt op het uiterste puntje van een hoge rotspunt die diep in het landschap uitsteekt. ’t Zag er keurig netjes uit, er  was een ruime parkeerplaats, we zagen een pit-toilet en overal stonden picknicktafels. En dat kwam goed uit, want het was net etenstijd toen we daar aankwamen. Al kozen we er bij nader inzien voor om niet aan zo’n picknicktafel te gaan zitten, we vonden het veel aantrekkelijker om onze eigen stoelen uit de achterbak van de auto te pakken en die naar het dichtstbijzijnde uitkijkpunt te dragen. Van daaruit hadden we een veel beter zicht over de omgeving dan vanaf de picknickplaats. Dat was dubbel genieten, zowel van het ongelooflijk weidse uitzicht als van een overheerlijke boterham met aardbeien! Na het eten werd alles weer ingepakt, en pakten we onze fotospullen bij elkaar met de bedoeling om een stukje langs de rim af te gaan lopen. We wilden de auto op slot doen, maar ja, dan moet je wel weten waar de sleutels zijn natuurlijk. En, dat moge duidelijk zijn, dat wisten we dus niet! We hebben écht lang gezocht, in alle broekzakken, in de auto, onder de auto, op het uitkijkpunt waar we net hadden gegeten….. zonder resultaat. Op gegeven moment zijn we systematisch alle spullen uit de auto gaan halen om te kijken of de sleutels ergens tussen waren geraakt. En ja hoor, daar vonden we ze. In het netje in de armleuning van een van onze picknickstoelen, dat netje waar je een blikje drinken in kan zetten bedoel ik. Pffff, opluchting!

We konden een heel stuk langs de rim lopen, en naar alle kanten toe – zuid, west en noord – konden we enorm ver wegkijken. Op zo’n 450 meter beneden ons lag een ruig rotslandschap zonder speciale blikvangers daarin, het was één onafgebroken vlakte met donkerbruin gekleurde rotskloven en rotsrichels. Heel in de verte waren er meer hoogteverschillen, zo zagen we in het westen het gebied waar ergens – niet zichtbaar voor ons – de Colorado River en de Green River bij elkaar komen. En in het zuidwesten lag de Needles Section van Canyonlands National Park, waar we voor morgen de zware hike naar Druid Arch hadden gepland. ’t Was een machtig mooi uitkijkpunt, en natuurlijk hebben we er veel foto’s gemaakt. Maar ter plekke zagen we al dat het eigenlijk niet mogelijk was om de enorme weidsheid goed op de foto over te laten komen, daarvoor hadden er op de voorgrond meer opvallende details moeten staan. De foto die we hier hebben geplaatst geven dus slechts een zeer beperkt beeld van wat je ter plekke met eigen ogen kunt zien.

Wine Glass Arch

Wine Glass Arch

De Needles Overlook is onderdeel van Canyons Rim Recreation Area. Tot het recreatiegebied behoort nog een tweede uitkijkpunt, Anticline Overlook genaamd. Daarvoor moesten we nog ruim 15 mijl via een onverharde weg naar het noorden rijden. De route was niet echt boeiend, maar omdat de weg goed begaanbaar was schoot het wel lekker op. Vanaf de parkeerplaats moesten we een klein stukje lopen, en toen zagen we dus voor de tweede keer vandaag een prachtig rotslandschap aan onze voeten liggen. Geen ongerept rotslandschap deze keer….. want recht voor ons lagen de gebouwen en de helderblauwe basins van de Potash Site, een bedrijf dat zich bezighoudt met zoutwinning. Op zich levert dat natuurlijk een mooi contrast op, die donkerbruine rotsen en die blauwe basins. Maar toch…. het zou nog veel meer indrukwekkend zijn geweest als die er niet hadden gelegen. Anticline Overlook gaf weer een heel ander beeld dan Needles Overlook, vooral naar het noordoosten toe vond ik het uitzicht werkelijk fantastisch. Mooie rotsen op de voorgrond, diverse rotslagen daarachter, en vervolgens ook nog de besneeuwde toppen van de La Sal Mountains om het plaatje helemaal compleet te maken. Wel grappig trouwens, we hadden vandaag al enorm veel mijlen gereden en toch bevonden we ons hemelsbreed nog heel dicht bij Moab. We herkenden zelfs de Kane Creek Road, aan het noordelijke uiteinde daarvan hadden we gisteren nog de petroglyphs gezien. We konden goed zien hoe de Kane Creek Road  door het rotslandlandschap kringelde, we zagen dat er direct naast de weg stukken waren vlakgemaakt. Duidelijk met het oog op toekomstige bebouwing. Jammer eigenlijk, we vragen ons af hoe het er hier over een aantal jaren uit zal zien.

In het begin van het verslag van deze dag schreef ik dat we voor vandaag twee arches en twee uitkijkpunten op de planning hadden staan. Eén arch hadden we dus nog tegoed. Zoals zo vaak was het ook nu weer een arch waarvan de naam perfect was gekozen, er zat namelijk een leuk stenen wijnglas vast aan de zijwand van een rots. We moesten er zowaar een paar minuten voor lopen om dicht bij Wine Glass Arch te kunnen komen, dwars door het open veld. We hadden de afgelopen dagen zeker méér indrukwekkende arches gezien, maar toch vonden we dat ook deze leuke arch absoluut een plekje in ons reisverslag verdiende.

Dat Monticello geen wereldstad is, dat wisten we natuurlijk wel. Maar het plaatsje was nog onooglijker (raar woord, maar hier wel op z’n plaats) dan we hadden beseft. Gelukkig vonden we nog wel een acceptabel motel, maar we slaagden er niet in een fatsoenlijk restaurant te vinden. De Subway bleek onze redding, we hebben daar twee foot long sandwiches gehaald en die lekker op onze motelkamer opgegeten. Inmiddels hadden we een goed bericht gekregen van Canyonlands National Park.  Er lag op de naar het noorden toe gerichte plekken nog wel wat sneeuw op de trail naar Druid Arch, maar niemand had melding gemaakt van onoverkomelijke hindernissen. Je snapt ‘t , we waren heel blij met dit nieuws.

We spraken af om morgen vroeg op te staan, zodat we goed op tijd aan de wandeling zouden kunnen beginnen. We gebruiken altijd onze mobiele telefoon als wekker en als horloge. Maar waar was die eigenlijk? Dat was nu al de tweede keer vandaag dat we niet wisten waar we iets hadden opgeborgen. Ik besefte al vrij snel dat ik de telefoon niet was tegengekomen toen we bij de Needles Overlook naar de autosleutels hadden gezocht, ik vreesde dan ook dat we ‘m echt kwijt waren. We haalden nu onze satelliettelefoon erbij, daarmee belden we naar het nummer van de mobiele telefoon. Zonder resultaat, we hoorden ‘m niet overgaan. Waarna we dus alleen maar tot de pijnlijke conclusie konden komen dat we (opnieuw) niet zorgvuldig genoeg met onze spullen waren omgegaan, we slagen er bijna elke reis wel in om iets kwijt te raken! Gelukkig stond op de motelkamer een klokje waarop we de wektijd in konden stellen. Eén ding viel trouwens wel reuze mee, het was een stuk vroeger dan we hadden verwacht. Lekker, zo lagen we mooi op tijd in bed en konden we nog heel wat uurtjes slapen voordat we morgenvroeg gewekt zouden worden.


DAG 12 : WOENSDAG 11 MAART : MONTICELLO – CANYONLANDS NATIONAL PARK – BLANDING

Gereden: 128 mijl
De wekker begon te zoemen precies op het moment dat in de display de cijfers 06.00 verschenen. We waren meteen klaarwakker, ’t was best wel spannend dat we vandaag dan toch eindelijk de Druid Arch Trail zouden kunnen gaan lopen. ’t Viel Hans op dat er al zoveel licht door het raam naar binnen toe viel…. en dat om 6 uur ’s ochtends. Ik besefte meteen wat er aan de hand was, het klokje hier op de motelkamer was het afgelopen weekend – toen de zomertijd was ingegaan – niet verzet. Het was geen 6, maar al 7 uur! Daar ging ons mooie plan om al lekker vroeg aan de wandeling te beginnen.

Druid Arch

Druid Arch

Wassen, aankleden, lunchpakketjes maken, tassen inpakken en de auto inruimen….. en daarna nog de lange rit naar Canyonlands National Park…. Op het moment dat we startklaar bij de trailhead stonden waren we alweer 2 uur verder, het was precies 9 uur toen we aan de 18 kilometer lange wandeling begonnen. Het eerste deel van de hike kenden we al, we liepen namelijk dezelfde route als in 2009, toen we naar Chesler Park waren geweest. We wisten dus al dat we eerst een stevig stuk moesten klimmen, en dat direct daarna een vrij eenvoudig gedeelte kwam, lekker vlak via slickrock en via zandpaadjes. Zo, de eerste 2,5 kilometer hadden we achter de rug. Nu begon het serieuze werk: de afdaling in Elephant Canyon. Die hadden we zes jaar geleden ook al gedaan, ik wist nog dat het enigszins inspannend was, maar nergens echt moeilijk. We zagen nu wat sneeuwresten hier en daar, op plekken waar de zon niet door kan dringen, maar het pad was overal goed begaanbaar. Eenmaal beneden in de canyon zagen we het bord staan waar we de vorige keer nog smachtend naar hadden gekeken: rechtdoor = Chesler Park, linksaf = Druid Arch. De mensen die rechtdoor liepen mochten meteen weer aan de andere zijde van Elephant Canyon naar boven klimmen. Wij konden echter beneden in de canyon blijven.

In diverse reisverslagen had ik gelezen dat op de bodem van Elephant Canyon veel los zand ligt, en dat het daardoor best zwaar lopen is. ’t Viel ons mee, doordat het zand nog maar pas nat was geweest was het veel steviger en dus makkelijker begaanbaar. Nu hep elk voordeel ook z’n nadeel, om maar eens een Bekende Nederlander te citeren. En dat nadeel, dat waren de plassen water die ons op sommige plekken nog canyonbreed de weg versperden. Gelukkig konden  we die via wat hoger gelegen paadjes omzeilen, zo konden we onze voeten droog houden. ’t Ging allemaal prima, al was het natuurlijk wel wat vermoeiender en kostte het net wat meer tijd op deze manier.

We waren al een paar uur onderweg toen we een dryfall bereikten, een schuine, gladde rotswand waar we tegenop moesten klimmen. Ik had daar al wat verontrustende ‘dit is moeilijk’-verhalen over gelezen, dus ik hoopte maar dat het mij zou lukken om boven te komen. Het zou immers wel erg zuur zijn als ik dat hele eind voor niets zou hebben gelopen. De eerste driekwart van de klim vielen nog wel mee, het was wat glibberig maar ik had toch net voldoende grip om me staande te houden. ’t Venijn zat ‘m in het laatste stuk, het ging daar nóg wat steiler omhoog en ik kon me nergens aan vasthouden; ik was bang dat ik zou gaan glijden en ergens beneden aan de helling terecht zou komen, met armen en benen in de kreukels. Zoals meestal in dit soort situaties is ’t Hans die als eerste naar boven gaat, het kostte hem behoorlijk wat moeite maar ’t lukte hem wel! Vervolgens bleken mijn Nordic wandelstokken voor de perfecte oplossing te zorgen: hij hield van bovenuit het ene uiteinde vast en ik pakte de andere kant stevig vast, die extra steun was net voldoende om ervoor te zorgen dat ik ook boven kon komen. Pfffff…… dat ging echt maar net!

Ik wist dat er nu vrijwel direct een tweede obstakel zou volgen, een metalen ladder met slechts vier treden. Die ladder was niet het probleem. Het was de rots waar die tegenaan stond, vanaf de bovenste tree konden we niet zomaar bovenop die rots stappen. Nee, we moesten over de schuine bovenzijde van de rots een klein stukje naar links schuifelen, en pas daar kregen we weer een mooie rechte stevige ondergrond onder onze voeten. Maar ook dit lukte, en dat gaf natuurlijk wel echt een kick. Yes, nu moest het vast gaan lukken om Druid Arch te bereiken!!

We keken al heel verwachtingsvol om ons heen, maar de arch was nog nergens te zien. Terwijl die toch echt heel dichtbij moest zijn. Tja, de wandeltocht had nog één laatste verrassing voor ons in petto, we kwamen er nu pas achter dat we via een steile rotswand nog een flink stuk omhoog moesten klimmen. Gelukkig bleek dat voor mij veel minder problemen op te leveren dat de dryfall en de ladder. De helling waar we tegenop moesten was ruig en steil, maar er was wel voldoende houvast overal. En zolang ik maar voldoende grip heb en niet bang hoef te zijn dat ik ga glijden, durf ik zo’n klim prima aan. Ik was helemaal buiten adem toen ik de rand bereikte. In eerste instantie door de inspannende klim. En in tweede instantie door de aanblik van Druid Arch. Daar was ie dan, wat een ongelooflijk mooi moment was dit!

Druid Arch

Druid Arch

Zo’n 140 meter hoog stond ie boven ons uit te torenen. Bijna rechthoekig, en met twee hoge lange openingen erin. Totaal anders dan de vele arches die we al ooit eerder hebben gezien. Zes jaar lang hadden we naar dit moment uitgekeken, lange tijd hebben we gedacht dat deze hike voor ons niet haalbaar zou zijn. Maar nu stonden we hier dan toch, wat een prachtige beloning voor de zware inspanning die we hiervoor hadden moeten verrichten.

Natuurlijk was ik flink moe. Ik heb een goede zitplek gezocht en mijn schoenen uitgedaan, en daar uitgebreid gepauzeerd. Laat Hans de foto’s maar maken, ik wil rusten! Behalve wij tweeën was er helemaal niemand hierboven, dat verbaasde ons wel want Druid Arch is toch best wel een populaire bestemming. Pas na een half uur hoorden we voetstappen, even later verscheen er een jonge kerel die de wandeling in z’n eentje had gemaakt. We hebben nog even met hem staan kletsen, hij was net afgestudeerd en hij had nu een jaar vrij genomen om door de USA rond te kunnen trekken. Nee hoor, we zijn helemaal niet jaloers…… ’t Laatste stuk van de wandeling had hij als erg zwaar ervaren, tijdens de laatste mijl was de gedachte “It better be worth it!!” nadrukkelijk bij hem opgekomen. Hoe herkenbaar!  Gelukkig was hij het wel helemaal met ons eens dat de aanblik van Druid Arch alle moeite méér dan waard was. Kort na de man kwam er ook nog een jong stel naar boven, die waren niet zo spraakzaam dus met hen hadden we geen contact.

Uiteraard moesten we nu dat hele eind nog terug. Eerst via de schuine helling omlaag, dat ging prima. Maar toen die ladder…… ik vond het doodeng om over die rots naar de bovenste tree te schuifelen. Ook het jonge stel, dat dus veel minder lang boven was gebleven dan wij, arriveerde nu op dit punt. We besloten om hen maar even voor te laten gaan, zodat ik niet nog zenuwachtiger zou worden met twee extra paar ogen die mijn gestuntel zouden kunnen aanschouwen. Het meisje vond het al net zo eng als ik, maar ze zette door en bereikte veilig de ladder. De jongen bood mij zijn hulp aan, heel lief van hem natuurlijk. Maar ik moest het toch echt zelf doen, het was niet echt een plek waar je iemand kon ondersteunen of iemands hand vast kon houden. Ach, wie regelmatig onze reisverslagen leest weet dat ik me altijd druk maak om dit soort dingen, maar uiteindelijk lukt het toch altijd weer. Dus op een of andere manier slaagde ik er toch in om – met heel veel schrik – de ladder te bereiken. Nu alleen die dryfall nog! Hier kon ik gelukkig wel de hulp van een andere wandelaar aannemen, Hans en die man stonden allebei op zo’n driekwart hoogte terwijl ik me al zittend omlaag liet glijden, met mijn voeten tegen hun uitgestoken handen aan. We schuifelden vervolgens nog wat verder omlaag, op dat moment komt er dus een man – precies zoals ik het in mijn gedachten al met mezelf had zien gebeuren – zonder controle al glijdend naar beneden. Gelukkig kon Hans hem bij z’n arm vastgrijpen en zo z’n snelheid afremmen. Ik voelde me meteen wat minder aanstellerig, blijkbaar had ik toch niet al te veel fantasie gehad.

Ik wist nu dat er geen lastige dingen meer zouden komen. En daardoor kon ik weer al mijn aandacht op de omgeving richten. Want natuurlijk ging het ons vandaag niet alleen om de arch, maar ook om het prachtige gebied waar we nu al urenlang doorheen liepen. Helaas hebben we er vrijwel geen foto’s van gemaakt. Dat was een bewuste keuze, als je eenmaal begint met fotograferen dan blijf je vaak aan de gang, en dat zou veel te veel tijd hebben gekost. Vandaar dus dat de fototoestellen tijdens de wandeling vrijwel voortdurend in de rugzak hebben gezeten. Om 5 uur ’s middags, precies acht uur nadat we aan de hike waren begonnen, stonden we weer naast de auto. Behoorlijk kapot, maar wel ontzettend trots en tevreden. Dit hadden we toch maar mooi voor elkaar gekregen!


DAG 13 : DONDERDAG 12 MAART : BLANDING – NEW WAVE – HORSESHOE BEND – PAGE

Gereden: 270 mijl
Het was weer tijd om onze planning eens goed onder de loep te nemen. Eigenlijk hadden we rondom Blanding diverse Anasazi Ruïns en Rock Art Panels willen gaan bekijken, maar dat ging niet lukken. De sneeuw was hier nog lang niet weggesmolten, en de onverharde wegen lagen er abominabel slecht bij. Rondom Flagstaff was het de afgelopen dagen warmer geweest, we hadden goede hoop dat de plekken die we daar een kleine twee weken geleden hadden overgeslagen, nu wel bereikbaar zouden zijn. En bij Page lagen nog steeds de White Cliffs op ons te wachten……

Het was al 10 voor 9 toen we uit ons motel vertrokken. Meestal gaan we vroeger op pad, maar omdat we voor vandaag geen druk programma hadden was het niet erg dat we nu pas zo laat op gang kwamen. Zo’n drie-en-een-half uur nadat we Blanding verlieten, arriveerden we in Page. Waar we dus nog een hele middag tot onze beschikking hadden. We besloten om allereerst te gaan checken of de route naar de White Cliffs Area, die zes dagen geleden nog te modderig was, nu wel begaanbaar zou zijn. En inderdaad, zoals we al hoopten was de modder inmiddels opgedroogd, de weg lag er prima bij. Tenminste…… voor zover die weg nog aanwezig was! Het laatste stuk bleek compleet verdwenen te zijn, weggespoeld in een flash flood. Het goede nieuws was dat we tot op zo’n 500 meter van de trailhead konden komen, niets stond ons dus nog in de weg om alsnog naar de White Cliffs te gaan. Maar niet vandaag, daarvoor was de geplande hike veel te lang.

New Wave

New Wave

New Wave

New Wave

New Wave

New Wave

Via Highway 89 reden we terug naar Page. Aan de rechterkant van de weg zagen we een gebied met interessante rotsformaties, zo van een afstand leek het erop dat we daar wel naartoe zouden kunnen lopen. Maar vrijwel direct werd de weg al versperd door een hek, waarschijnlijk lag het mooie gebied op privéterrein. We zijn dus maar niet verder gegaan. Maar nu we hier toch langs de kant van de weg stonden, konden we wel even de lage rots bekijken die nog vóór het hek lag. Dat ding stond helemaal vol gekrast met namen. En met helemaal vol bedoel ik dus echt dat van boven tot beneden en van links tot rechts elke centimeter was gebruikt. We zagen kleine oppervlakkige krabbels, maar ook diep ingekraste letters waar men duidelijk een hele tijd mee bezig moet zijn geweest. Jammer dat ze voor ons niet een plekje hadden overgelaten, anders hadden wij ook nog wel even een boodschap kunnen achterlaten.

Ik heb het al vaker geschreven, het weerbericht was voor ons een belangrijk hulpmiddel om tijdens deze reis de route te bepalen. Tja, wat doe je dan als je het volgende bericht op de autoradio hoort: “It could be rain, it could be snow, it could be a sandstorm. Good luck with this weather report. Have a nice day!”  We zouden vandaag zelf maar weerman en weervrouw moeten spelen, regelmatig eens een blik naar boven werpen en kijken of er regenwolken in de buurt zaten. Kort voordat we Page bereikten zag het er gelukkig nog prima uit, vandaar dus dat we het gerust aandurfden om een kijkje te gaan nemen in twee direct naast elkaar gelegen gebieden waarover we op een Duits USA-forum hadden gelezen. The New Wave en The Wrong New Wave, zo werden deze gebieden door de Duitsers genoemd. We begrijpen heel goed hoe ze aan die namen zijn gekomen, de vorm van de rotsen en de mooie lijnen daarin doen inderdaad denken aan die van de échte Wave, die enkele tientallen mijlen verderop ligt. Al moet ik daar eerlijkheidshalve wel aan toevoegen dat deze twee nieuwe ‘Wave-jes’ zich qua schoonheid absoluut niet kunnen meten met hun meer bekende evenknie. Maar toch, voor vandaag was het een prima manier om de middag op een nuttige manier vol te maken. Je kan immers niet drie weken lang alleen maar top-ervaringen hebben.

New Wave

New Wave

New Wave

New Wave

In Page boekten we een kamer in de Travelodge. Dat is geen geweldig motel, maar wij zijn niet veeleisend dus voor ons voldeed het prima. We besloten om lekker vroeg te gaan eten, zodat we daarna nog genoeg tijd zouden hebben om nog even op pad te gaan. Ons doel was Horseshoe Bend, een prachtige plek die we ook in 2006 en 2008 al eens hadden bezocht. Het leek ons wel mooi om daar nu ook eens een zonsondergang mee te maken. Op het moment dat we bij het restaurant naar buiten stapten regende het. Maar gelukkig, tegen de tijd dat we de parkeerplaats bij Horseshoe Bend opreden was het alweer droog. Toen we hier negen jaar geleden waren, was het nog een vrij onbekende bestemming. Twee jaar en veel publicaties op internet later bleken al veel meer mensen op de hoogte te zijn van het bestaan van dit uitkijkpunt, het was toen al beduidend drukker. Maar nu…. het leek de Efteling wel! De flink uitgebreide parkeerplaats stond bijna helemaal vol, het was een komen en gaan van toeristen die Horseshoe Bend allemaal met eigen ogen wilden zien. Langs de rim stond één onafgebroken rij van mensen, een heel stel van hen met statief. Hans heeft gauw zijn eigen plekje veroverd, en daar ook zijn statief opgesteld. En daar hebben we het dus langzaam aan donker zien worden, Hans heeft heel wat plaatjes kunnen schieten in allerlei verschillende licht-condities. ’t Enige nadeel was dat hij het daarna, toen hij op de motelkamer bezig was met het live reisverslag, moeilijk vond om maar één foto uit te kiezen. Met andere woorden: het was een zeer geslaagde fotosessie die veel mooie foto’s heeft opgeleverd. Ook al was dit dan niet echt een van de meest enerverende dagen van onze vakantie, we hebben ons toch prima vermaakt.

Horseshoe Bend

Horseshoe Bend


DAG 14 : VRIJDAG 13 MAART : PAGE – WHITE CLIFFS – FLAGSTAFF

Gereden:  192 mijl
Midden in de nacht besloot iemand in de kamer net boven die van ons om een stukje te gaan lopen. In zijn eigen kamer welteverstaan. En zo kwamen wij er dus achter dat ons plafond, hun vloer, blijkbaar uit hout bestaat. Uit hout dat bij elke voetstap een zeer irritant krakend geluid voorbrengt. ’t Zou nog niet zo erg geweest zijn als dit maar kort zou hebben geduurd, maar helaas…… Soms werd het even stil, maar steeds als we opgelucht dachten dat bovenbuurman eindelijk in zijn bedje was gekropen begon het toch weer opnieuw. Tot overmaat van ramp vond iemand anders het nodig om op de parkeerplaats, direct naast onze kamer, de motor van een auto lange tijd stationair te laten draaien. Kortom, we hadden heel slecht geslapen.

Chocolate Hoodoo

Chocolate Hoodoo

Bij een aangename wandeltemperatuur van 8⁰ Celcius reden we opnieuw naar de trailhead voor de White Cliffs. Dat is de verzamelnaam voor vier verschillende gebieden, The White Rocks, The Violet Cliffs, Rainbow Valley en Sidestep Canyon. We hadden inmiddels al een aantal pogingen gedaan en daarbij delen van The White Rocks en van Sidestep Canyon gezien, maar we wilden dit gebied heel graag eens wat uitgebreider bekijken. We wisten dat het moeilijk zou worden, we hadden immers alleen maar een oppervlakkige routebeschrijving en bovendien waren de afstanden tussen de vier gebieden onderling best wel groot. Als we er al in zouden slagen om ze alle vier te bezoeken, dan zouden we daar zeker een volle dag mee zoet zijn.

Vorig jaar waren we verschillende dalen ingelopen in de hoop daar de prachtige Chocolate Hoodoo tegen te komen. Toen lukte het niet (al zijn we er, zo weten we nu, wel héél dichtbij geweest!) Maar inmiddels wisten we wel precies waar we moesten zijn, we liepen nu dus heel doelbewust de juiste richting in. De hoodoo had zich ergens helemaal achterin het dal verstopt en net toen we dachten dat we toch weer verkeerd zaten, zagen we hem! En hij was mooi…. de hoodoo, die vele meters boven ons uit torende, bestond uit wit en lichtbruin gesteente, en had een donkerbruine scheve kap op z’n kop staan. Ook de rotswand waar Chocolate Hoodoo dichtbij stond was erg mooi, we zagen diverse hoge rotspieken die, als ze ooit nog door erosie vrij komen te staan, vast heel indrukwekkende hoodoos gaan worden. Al moeten we daarvoor denk ik nog wel even geduld hebben, een jaartje of 100.000 of zo….

We liepen een stukje terug, en kozen vervolgens voor een zijdal waar we ergens via een smal, steil pad naar een V-vormige opening in een rotswand zouden moeten klimmen. En ja, we vonden inderdaad zo’n pad. Een ongelooflijk steil pad…. ik vroeg me af of ik er wel in zou slagen om daar boven te kunnen komen. Zoals altijd mocht Hans ’t eerst gaan proberen, omdat het pad echt vreselijk steil was nam hij zelfs mijn wandelstokken mee. En die had ie hard nodig…. Toen hij even later, bekaf, weer bij mij beneden stond liet hij me weten dat ik daar echt niet tegenop zou kunnen komen. Maar hij had een alternatieve route gevonden, ook steil, maar wel haalbaar. Hans mocht de weg wijzen, ik liep achter hem aan. Tijdens de zeer zware klim verklaarde ik mezelf echt wel een beetje voor gek, ik deed dit helemaal vrijwillig hoor! Zullen we volgend jaar maar naar Saint Tropez gaan? Lekker lui op het strand gaan liggen?

Enfin, we kwamen boven. De V-vormige opening in de rots lag nu direct voor ons, maar we zouden nu wel een stuk over een schuine rotsplaat moeten lopen met daaronder, uhhhh, helemaal niets….. Als ik hier uit zou glijden, dan lag ik enkele seconden later ergens diep beneden in het dal en zou het dus echt einde oefening zijn. Hans probeerde nog om me over te halen, hij weet natuurlijk ook wel dat ik meestal veel meer schrik heb dan echt nodig is. Maar nee, dit ging ik dus écht niet doen. Waarop Hans voor de tweede keer aan het werk mocht om voor mij een alternatieve route te zoeken. En gelukkig, ergens bleek nog een ook voor mij begaanbaar pad naar de rim te gaan. We hoefden niet eens heel ver om te lopen.

We hadden nu weer redelijk vlak terrein onder onze voeten, toch wel lekker na dat geklim allemaal. Met behulp van de GPS liepen we naar het dal waar we de White Rocks zouden kunnen zien. En ja, na een paar honderd meter zagen we dat dal inderdaad voor ons liggen. Of, beter gezegd, beneden ons. Zelfs op grote afstand herkenden we de White Giant, een van de hoodoos die als doel op ons lijstje stond. De gigantische hoodoo stond aan de overzijde van het dal, als we hem van dichtbij zouden willen zien dan moesten we dus ergens naar beneden toe. Maar waar ergens? We zagen wel plekken waar we een afdaling aan zouden durven, maar we konden niet inschatten of we dan vervolgens naar de hoodoo toe zouden kunnen lopen. Zo van bovenaf konden we alleen maar zien dat het tussenliggende terrein erg ruig was, het was niet duidelijk of we overal wel zouden kunnen lopen. We besloten om niet naar beneden te gaan, maar langs de rim verder te lopen.

White Cliffs

White Cliffs

White Cliffs

White Cliffs

White Cliffs

White Cliffs

Zo van bovenaf hebben we een hele mooie indruk van het gebied gekregen. Eerst was het gesteente van de meeste rotsformaties overwegend wit, even verderop zagen we ook purperpaarse banden in de rotslagen. En hoodoos waren er ook meer dan genoeg, veel kleintjes en hier en daar een grotere. Onze routebeschrijving hebben we maar opgeborgen, het was ons inmiddels wel duidelijk geworden dat we er zeker niet in zouden slagen om met behulp van die tekst en van de waypoints op onze GPS specifieke doelen te gaan bereiken. We moeten dan ook concluderen dat deze hike ons niet heeft gebracht wat we er vooraf van hoopten. Maar toch, we hebben er geen seconde spijt van gehad (behalve dan tijdens mijn Saint Tropez-moment) dat we aan dit avontuur waren begonnen. Ook al liepen we nu eigenlijk ‘zomaar’ wat rond, we vermaakten ons opperbest in dit ruige en eenzame rotslandschap.

Op gegeven moment moesten we beslissen: gaan we verder, of draaien we om. Op de GPS zag Hans dat we – als we nu wel ergens af zouden dalen – waarschijnlijk via een ander dal naar de parkeerplaats zouden kunnen lopen. ’t Was wel een risico natuurlijk, misschien stuitten we wel ergens op een diepe kloof of een ander onoverkomelijk obstakel, en zouden we alsnog terug moeten. Maar het terrein beneden ons zag er nu wel eenvoudiger uit dan daarstraks, we vermoedden dat de route via dat andere dal wel haalbaar zou zijn. Via een zanderige heuvel lieten we ons naar beneden zakken, en zo stonden we even later op de bodem van het dal. Met behulp van de GPS bepaalden we welke richting we moesten volgen om bij de auto uit te gaan komen. Het was hier best wel vlak, we hoefden nergens meer moeilijk te doen. En zowaar, we kwamen onderweg nog een paar mooie hoodoos tegen.

We droegen geen van beiden een horloge, we hadden er dan ook geen idee van hoe laat het was. We waren echt stomverbaasd toen we op het klokje in de auto zagen dat het pas 1 uur ’s middags was, voor ons gevoel waren we veel langer onderweg geweest. Nu was het eigenlijk onze bedoeling om vanavond weer in Page te gaan overnachten, maar no way dat we nu al ergens op een motelkamer zouden gaan zitten. Nog een andere wandeling uitzoeken, nee, dat zagen mijn vermoeide benen ook niet zitten. Spontaan kwam bij mij de Smokey Mountain Road in gedachten, was het misschien een idee om die route nog eens te gaan rijden? Hans reageerde meteen heel positief, niet gek natuurlijk want de Smokey Mountain Road is zijn absolute favoriet als het om dirtroads gaat. We hadden er allebei direct heel veel zin in, dus vol enthousiasme gingen we op weg.

White Cliffs

White Cliffs

White Cliffs

White Cliffs

White Cliffs

White Cliffs

We hadden nog maar een heel klein stukje van de route gereden, toen aan dit avontuur abrupt een einde kwam. Er stroomde water over de weg, we konden niet verder! Wat een afknapper was dat, ik was nu veel meer teleurgesteld dan tijdens de half mislukte hike van deze ochtend. We baalden. En we hadden ineens ook helemaal geen inspiratie meer om nog een alternatief te bedenken…. Maar ja, je moet iets met de plotseling beschikbaar gekomen tijd. Dus besloten we om meteen maar door te rijden naar Flagstaff, waar we eigenlijk morgen pas naartoe zouden gaan.

Ongeveer twee jaar geleden werd Route 89 tussen Page en de afslag naar Marble Canyon als gevolg van een landslide enorm beschadigd. We wisten dat er heel hard gewerkt werd om de schade te herstellen, waarschijnlijk zou de weg eind maart weer opengaan. Maar ja, daar hadden we nu natuurlijk nog niets aan. Dus mochten wij via de omleiding Route 89T naar Flagstaff rijden. Of het nu lag aan het minder boeiende landschap, of aan onze wakkere bovenbuurman van afgelopen nacht, dat weet ik niet. Maar onderweg had ik de grootst mogelijke moeite om mijn ogen open te houden, ik ben zelfs zo nu een dan een minuutje helemaal van de wereld geweest. TomTom was ook al van slag, hij gaf aan dat we pas om een uur of 7 vanavond in Flagstaff aan zouden komen. Bij elke mijl die we aflegden sprong de Estimated Time of Arrival naar een vroeger tijdstip. Reden we nu zo hard? Of zou het komen omdat Tommie niet besefte dat we  over een alternatieve route reden?

Na een kleine 50 mijl bereikten we weer de gewone route. We maakten een stop in het plaatsje Cameron, waar behalve een hotel, een tankstation en een gigantische giftshop niet veel te vinden is. Behalve dan busladingen toeristen, die daar allemaal bij de giftshop werden uitgeladen. We griezelden…. dit is echt toerisme op z’n allerslechtst. We hebben eerst gebruik gemaakt van het toilet van de giftshop, daarna nog even verbaasd naar de dure prijskaartjes op de kitscherige artikelen gekeken, en zijn toen snel weer naar onze auto gevlucht. Wegwezen hier…..

De meeste motels in Flagstaff liggen direct langs de spoorlijn. En alle treinen die daar rijden zijn verplicht (ook ’s nachts!) om te toeteren op elke plek waar een weg de spoorlijn kruist. Tijdens onze eerste Amerikareis, in 1990, had dit ons een slapeloze nacht opgeleverd. En dat wilden we niet nog een keer, zeker niet na die half slapeloze nacht die we net achter de rug hadden. Vandaar dus dat we blij waren dat we thuis via Booking.com al een motel hadden gevonden dat adverteerde met de slogan “No Train Noises”. Kijk, die moesten we hebben! Het adres stond al in onze TomTom, dus we reden er rechtstreeks naartoe. Er stonden vier of vijf motels naast elkaar, de eerste had geen plaats meer maar bij nummer 2 konden we gelukkig wel terecht. Nadat we onze overnachting hadden geregeld zijn we nar het centrum van Flagstaff gegaan, we moesten natuurlijk nog wel wat eten. ’t Was wel even wennen hoor, dat drukke verkeer. Geef ons maar plaatsjes zoals Kanab of Moab, daar voelen we ons beter thuis.


DAG 15 : ZATERDAG 14 MAART : FLAGGSTAFF – RED MOUNTAIN VOLCANO – GRAND FALLS – FLAGSTAFF

Red Mountain Volcano

Red Mountain Volcano

Gereden:  160 mijl
Van een stel andere USA-liefhebbers hadden we het advies gekregen om een kijkje te gaan nemen in het kleine Red Mountain Volcano, dat ongeveer 30 mijl van Flagstaff vandaan ligt. De foto’s van dit gebied spraken ons wel aan, vandaar dus dat we op deze mooie frisse zaterdagochtend via State Route 180 koers zetten naar het noordwesten. We reden flink omhoog, en dat was ook duidelijk te zien aan de vele sneeuwresten die hier nog in de bossen lagen. We kwamen zelfs een heuse sneeuwpop tegen! Ook diverse bomen waren wit, dat lag overigens niet aan de sneeuw…..

In de auto hebben we vaak de radio aan staan, vandaag was het Willie Nelson die de plaatjes van een country-zender voor ons aan elkaar mocht praten. Op gegeven moment hoorden we in een van de liedjes de tekst “I love you so” voorbijkomen. Op zich niets apart, natuurlijk, ware het niet dat de “I” werd uitgerekt tot een ellenlang “Aaaaaaaaiiiiiiiii” en de “so” tot een nog langere “Soooohooooohooooo”.  Serieus, in eerste instantie dachten we allebei dat het een parodie was, zo extreem was het.  Maar nee, het bleek toch echt een door Willie Nelson en consorten uitgekozen lied te zijn, dat door hen blijkbaar goed was bevonden om op de radio uitgezonden te worden. Het ging nog verder, op een haast klaaglijke manier: “Ai love the kiss of a child. Ai love music when it’s good. And Aaaaaaaiiiiii lo-hove you soooohooooohooooo…….” We hebben heerlijk mee zitten kwelen, die man heeft ons een heel plezierige vroege ochtend bezorgd. Vooral die zin “I love music when it’s good”  vonden we bijzonder komisch.

Red Mountain Volcano

Red Mountain Volcano

Red Mountain Volcano

Red Mountain Volcano

Red Mountain Volcano

Red Mountain Volcano

Dertig mijl is voor ons kilometervreters natuurlijk maar een peuleschilletje, dus voor ons gevoel waren we nog maar net onderweg toen we de afslag al zagen. Een paar honderd meter verder bereikten we de parkeerplaats. Op een informatiebord stond te lezen dat de Red Mountain Geological Area onderdeel uitmaakt van het San Francisco Peaks Volcanic Field. (Nee, we zaten hier niet in de buurt van de stad San Francisco…… de eerste keer dat ik, jaren geleden alweer, die naam San Francisco Peaks op een kaart zag staan dacht ik nog dat ik verkeerd had gekeken!) De Red Mountain Volcano is een sintelkegel (cinder cone, op z’n Engels) met een respectabele leeftijd van ruim 1 miljoen jaar. Sintelkegels ontstaan in vulkanische gebieden, door de opeenhoping van uitgestoten vulkanisch materiaal. Aan de noordoostzijde van Red Mountain Volcano is als gevolg van een eruptie ooit een natuurlijk amphitheater ontstaan, en dat amphitheater was het doel van onze wandeling.

Red Mountain Volcano

Red Mountain Volcano

We moesten een kleine anderhalve mijl lopen voordat we bij het amphitheater kwamen. ’t Was een heel eenvoudige hike, gewoon recht toe recht aan over een aangelegd pad. Al werd het me overigens wel heel duidelijk waar het woord vals in de aanduiding vals plat vandaan komt! Na een half uurtje lopen bereikten we een ongeveer 2 meter hoog muurtje, ingemetseld tussen twee lavablokken. Via een houten ladder konden we omhoog klimmen, en daar stonden we dan in het amphitheater. Omgeven door kleurrijke verticale rotswanden van soms wel 240 meter hoog. Uiteraard hebben we weer volop ons best gedaan om de mooiste plekjes te zoeken, liefst in combinatie met de groene bomen en de witte plakken sneeuw die op de schaduwrijke plekken nog volop aanwezig waren. Rechts ontdekten we zowaar een smalle kloof waar we in konden lopen, aan het einde daarvan was de enige mogelijkheid om nog wat verder te komen een klim omhoog via een rotsblok. Hans z’n werk dus, ik bleef lekker beneden.

Het amphitheater is maar klein, dus vrij snel hadden we het al helemaal bekeken. En konden we aan de terugweg beginnen, vals plat omlaag loopt overigens heel wat makkelijk dan vals plat omhoog! Toen we zo’n vijf minuten onderweg waren vroeg Hans me om op zijn fotocamera te kijken, hij had iets gezien toen hij bovenop dat rotsblok stond. En ja hoor, op de foto die hij vanaf daar gemaakt had stond in de sneeuw overduidelijk de pootafdruk van een dier. “Een beer!!” riep ik uit. En dat was dus ook Hans z’n eerste gedachte geweest…. Hij had die foto maar niet laten zien op het moment dat we nog in het amphitheater waren. En eigenlijk zou ik het zelfs wel op prijs hebben gesteld als hij ermee gewacht had tot we veilig en wel weer in de auto zaten!! Eenmaal thuis heb ik de pootafdruk nog eens beter bekeken, en vergeleken met animal tracks afbeeldingen die ik op internet vond. Bleek dat het helemaal niet op de pootafdruk van een beer ging….. Waarschijnlijk was het een katachtige die daar in de sneeuw had gelopen, het leek volgens mijn absoluut niet deskundige mening nog het meest op de pootafdruk van een Bobcat. In Nederland beter bekend als Rode Lynx. Heel iets anders dus dan een beer. Al zou ik ook zo’n lynx niet graag in het wild zijn tegengekomen, hoor.

Er was één belangrijke reden waarom we naar Flagstaff waren gereden. We wilden namelijk heel erg graag Grand Falls zien, de waterval die bekend is vanwege het feit dat de waterstroom vaak heel erg modderig is. En dat geeft een prachtig effect, zo hadden we al op diverse foto’s gezien. De waterval heeft twee zeer toepasselijke bijnamen, de naam Mud Falls spreekt voor zich, de naam Chocolate Falls vind ik eigenlijk nog veel mooier. De beste maanden om de waterval te bezoeken zijn maart en april, dan is de kans op een mooie modderstroom het grootst. Later in het jaar staat ie soms zelfs helemaal droog. Weer een voordeel dus dat we dit jaar zo vroeg op vakantie waren gegaan! We moesten een heel stuk dirtroad rijden om bij de waterval te kunnen komen, de berichten die ik daarover had gelezen wisselden van ‘heel eenvoudig’ tot ‘erg ruig’. Het grootste deel van de rit viel erg mee, het wegoppervlak was wel wat ongelijk maar nergens was het echt moeilijk. We konden helemaal tot aan de bovenzijde van de waterval rijden, daar was een uitkijkpunt vanwaar we een zij-aanzicht hadden. Een klein stukje vóór het uitkijkpunt hadden we een zandpad gezien, in de verte stonden auto’s die van dat pad gebruik hadden gemaakt. De parkeerplaats daar bevond zich recht vóór de waterval. Hans bedacht zich geen moment, hij draaide het zandpad op en zo reden we dus al hobbelend en schuddend naar het betere uitkijkpunt toe. Eén minuutje later zaten we al prinsheerlijk op onze Walmart stoelen aan de rand van de kloof. Met het allerbeste uitzicht op Grand Falls dat we ons maar konden wensen.

Grand Falls

Grand Falls

Zeker een uur hebben we daar gezeten. Kijkend naar het water dat via diverse ‘trappen’ zo’n 56 meter omlaag viel, de Little Colorado River in. Geen van beiden hadden we behoefte om af te dalen naar de rivier, we waren dik tevreden met ons mooie plekje hier. We waren niet alleen bij de waterval, op beide uitkijkpunten stonden diverse auto’s en er liepen dan ook best wel wat mensen rond. Sommigen van hen gingen wel naar beneden, we zagen zelfs mensen die een poging deden om aan de overzijde naast de waterval omhoog te klimmen. Een vergeefse poging…. het laatste stuk was veel te steil dus ze moesten op gegeven moment via dezelfde weg weer omlaag. Eerder dan verwacht viel er al flink wat schaduw op de bodem van de kloof, gelukkig maar dat we hier wat vroeger waren aangekomen dan we vooraf hadden gepland.

Eerlijkheidshalve moet ik nog wel vermelden dat de hoeveelheid modder in het water me wat tegenviel. Op sommige foto’s van Grand Falls was het water helemaal, van links tot rechts, diep donkerbruin van de modder. Wij zagen echter alleen een lichtbruine modderstroom in delen van de waterval. Maar ook al was het voor ons dus geen pure chocolade, maar slechts melkchocolade, we hebben toch ongelooflijk genoten. Dus wat ons betreft:  Als je in de juiste tijd van het jaar in Flagstaff bent en je hebt een geschikte SUV, ga dan zeker even dit prachtige natuurverschijnsel bewonderen!

Grand Falls

Grand Falls

Grand Falls

Grand Falls

Grand Falls

Grand Falls

 


DAG 16 : ZONDAG 15 MAART: SUNSET CRATER VOLCANO NM – MONTEZUMA CASTLE NM – APACHE TRAIL – TONTO NM – GLOBE

Gereden:  303 mijl
We hadden een drukke dag voor de boeg. Niet alleen hadden we een behoorlijk lange rit gepland, we wilden onderweg ook nog diverse kleine National Monuments gaan bekijken. Om te beginnen met het vlakbij Flagstaff gelegen Sunset Crater Volcano National Monument. Onze planning liep meteen na het opstaan al mis. Al was dat gelukkig wel om een hele leuke reden, kleindochter Oona liet vanuit Utrecht namelijk weten dat ze graag even met opa en oma wilde Skypen. En daar zeg je geen nee tegen, natuurlijk. Dus hebben we eerst even lekker met Oona zitten kletsen en geluisterd naar het liedje dat ze pas op school had geleerd. En pas nadat we haar hadden beloofd dat we een foto zouden gaan maken van een héél oud huis waar vroeger Indianen in hadden gewoond, konden we op pad. Het was precies 8 uur toen we de deur van onze motelkamer achter ons dichttrokken.

Een half uurtje later arriveerden we in Sunset Crater Volcano National Monument. Een hele mond vol voor een klein parkje dat al sinds 1930 bestaat. De 340 meter hoge kegelvormige krater waarnaar het park is vernoemd is ontstaan als gevolg van een serie uitbarstingen tussen de jaren 1040 en 1100. Het is niet meer toegestaan om naar de top van de krater te klimmen, maar er zijn nog wel een aantal andere wandelingen mogelijk. Waarvan wij er dus twee hadden uitgekozen. We begonnen met de korte Lennox Crater Trail, 800 meter heen en diezelfde 800 meter ook weer terug. Die eerste 800 meter vielen enorm tegen, het pad op zich was heel eenvoudig begaanbaar maar het hoogteverschil was slopend. En dat zou niet zo erg zijn, als je dan aan het eind zou worden beloond met een prachtig uitzicht. Maar helaas….. we zagen wel een mooi landschap met de witte pieken van de San Francisco Mountains en veel groene bomen daarvóór, maar zoiets kan je ook wel zien zonder dat je je daarvoor eerst zo uit moet sloven. Onze enige troost was dat de terugweg omlaag ging…..

Trail nummer 2, de Lava Flow Trail, bood gelukkig wel precies datgene waarvoor we naar dit park waren gekomen. Namelijk glooiende zwarte en rode hellingen met wat verder van elkaar staande bomen die, omdat de zon nog vrij laag stond, hele lange schaduwen trokken. We waren blij dat we hier al zo vroeg op de dag waren, waarschijnlijk zijn de heuvels minder fotogeniek als de zon hoger komt te staan.

Sunset Crater Volcano National Monument

Sunset Crater Volcano National Monument

Montezuma Castle National Monument

Montezuma Castle National Monument

Apache Trail

Apache Trail

Montezuma Castle National Monument stond niet al te hoog op ons verlanglijstje. Maar het park ligt maar een heel klein stukje van Interstate 17 vandaan, we vonden het toch ook wel weer jammer om het zomaar voorbij te rijden. En bovendien hadden we Oona beloofd om een foto van een heel oud indianenhuis te maken, dus nu konden we er niet meer onderuit, toch! Vandaar dus dat Montezuma Castle onze tweede bestemming was, vandaag. We verlieten de Interstate via Exit 289, en een dikke vijf minuten later zagen we de eerste geparkeerde auto’s al staan. Alleen, waarom stonden die zomaar in de berm van de smalle aanrijroute? We zagen al snel wat daarvan de oorzaak was: de parkeerplaats bij de ingang van het park stond bomvol! We hadden geluk dat er net een auto wegreed toen wij daar aankwamen, zo konden we toch nog dicht bij de ingang van het park parkeren. Uit heel veel auto’s komen uiteraard ook heel veel mensen…. het was ongelooflijk druk bij de ingang. En ook in het park zelf was het file lopen! Er is daar één voetpad van zo’n 500, 600 meter lang, en natuurlijk was het vooral ter hoogte van de Cliff Dwelling erg druk. Hoog boven ons zagen we de rotswoningen zitten, die zijn daar rond het jaar 1400 gebouwd door de Sinagua Indianen. Het gebouw is vijf verdiepingen hoog en heeft 20 kamers, waarschijnlijk hebben er ongeveer 50 mensen gewoond. We hebben tijdens de afgelopen jaren al veel Cliff Dwellings gezien, zoals we van tevoren al verwachtten heeft Montezuma Castle geen speciaal plekje in onze reisherinneringen weten te veroveren. Die hele toeristische entourage spreekt ons nu eenmaal minder aan, het is zo ontzettend veel mooier om na een lange rit en zware wandeling terecht te komen bij een Cliff Dwelling zoals The Fallen Roof Ruin of The Moon House.

Zeven jaar geleden hadden we de 40 mijl lange Apache Trail gereden van oost naar west. Het was toen zwaar bewolkt, het bleef weliswaar droog maar daar was dan ook alles mee gezegd. Maar nu was het schitterend weer, we wilden deze rit dan ook heel graag nog eens overdoen. Maar dan wel in tegenovergestelde richting, we begonnen deze keer aan de westzijde. En meteen al reden we door een prachtig landschap, met kleurrijke rotsen en heel veel lentebloemen. Wat een verschil zeg met de vorige keer, toen alles er zo grauw en grijs uit zag. We waren echt blij dat we de Apache Trail een tweede kans hadden gegeven. ’t Enige nadeel was het drukke verkeer. ’t Hele drukke verkeer mag ik wel zeggen, we reden in een langzaam rijdende file en ook het tegemoetkomend verkeer vormde een lange, onafgebroken rij. Waardoor we dus helemaal geen kans kregen om regelmatig eens te stoppen en de mooie natuur te fotograferen.  Bij het toeristische Goldfield Ghost Town stond het helemaal afgeladen vol met auto’s, niet dat we dat erg vonden want we waren überhaupt niet van plan om daar heen te gaan. En ook bij het gehucht Tortilla Flat was er geen enkel parkeerplekje meer vrij. Vijf mijl voorbij Tortilla Flat eindigde het asfalt, en gelukkig werd het nu langzaam aan wat rustiger op de route. Niet dat we nu beter opschoten, want ja, nu konden we dus wel vaak stoppen en even van de mooie omgeving genieten.

Tonto National Monument

Tonto National Monument

Eigenlijk hadden we nog naar Tonto National Monument willen gaan. Maar de Apache Trail had ons zoveel tijd gekost, ik betwijfelde of het nog wel zin had om naar dat park toe te rijden. Ik wist immers dat de trail naar de rotswoningen later op de middag gesloten wordt, het was daardoor erg onwaarschijnlijk dat we nog aan die wandeling zouden kunnen gaan beginnen. Maar proberen kan natuurlijk altijd, dus zijn we toch naar het park toe gereden. We mochten het park nog wel in, maar, zoals ik al verwachtte, het wandelpad was al afgesloten. Vanaf de parkeerplaats konden we de Lower Cliff Dwellings wel zien, heel in de verte, hoog boven ons. Jammer dat we er niet naartoe konden gaan, ik vond het totaalplaatje, met die Saguaro cactussen op de voorgrond, veel mooier dan de Montezuma rotswoning van deze ochtend. Hans merkte op dat de Cliff Dwelling wel heel mooi belicht werd. Waarom niet een poging doen om toch nog een foto te maken, we hebben niet voor niets een telelens in de fototas zitten, toch! En zie hier het resultaat:


DAG 17 : MAANDAG 16 MAART : GLOBE – MISSION SAN XAVIER DEL BAC – SAGUARO NATIONAL PARK – TUCSON

Gereden:  181 mijl
Zouden we dan toch nog onze korte broeken uit de tassen mogen halen, tijdens deze vakantie? De hele week al zagen de weersvoorspellingen voor Tucson en omgeving er zeer zonnig uit, er werden temperaturen van tegen de dertig graden verwacht! Maar zo warm was het nog niet toen we ’s ochtends in onze overnachtingsplaats Globe in de auto stapten, al was het met 14⁰ Celcius best al aangenaam. We reden in één ruk door naar het zuiden, een rit van ongeveer 100 mijl was dat. Terwijl we Tucson binnenreden, viel het ons op dat het er zo netjes en welvarend uitzag. Wat een verschil met Flagstaff, om maar even een voorbeeld te noemen.

We hadden een motel geboekt, maar het was nog veel te vroeg om al in te gaan checken. We reden dan ook meteen door naar het witte kerkje Mission San Xavier del Bac, dat direct ten westen van de stad ligt. Het kerkje werd gebouwd tussen de jaren 1783 en 1797,  het wordt gezien als een van de mooiste gebouwen die stammen uit de Spaanse koloniale tijd in de Verenigde Staten. Op grond van de foto’s die we van het kerkje hadden gezien konden we het met die laatste opmerking alleen maar volledig eens zijn. Vandaar dus dat het zeer hoog op ons wensenlijstje stond. Natuurlijk waren we ons er wel van bewust dat Mission San Xavier del Bac een enorme toeristische trekpleister is, we hadden ons er dan ook al op ingesteld dat het er waarschijnlijk erg druk zou zijn.

Mission San Xavier del Bac

Mission San Xavier del Bac

Mission San Xavier del Bac

Mission San Xavier del Bac

De grote parkeerplaats voor het kerkje was al een duidelijk massatoerisme-bewijs. Maar we hadden geluk; de aanwezige auto’s vulden op dit moment nog maar een klein hoekje van het terrein, voor San Xavier del Bac-begrippen was het zeker niet druk. We zijn direct naar binnen gelopen, met het statief onder de arm en de fototoestellen in de aanslag. Maar voordat we daarmee aan het werk gingen, hebben we eerst de tijd genomen om rustig om ons heen te kijken. Wat een pracht en praal, daarbinnen in het kerkje! Muurschilderingen en plafondschilderingen, houtsnijwerken en beelden, allemaal geïnpireerd door zowel de Spaanse cultuur als die van de Native Americans. Het was ongelooflijk hoe ontzettend veel details er te zien waren in zo’n klein kerkje. Nadat we het allemaal op ons in hadden laten werken, zijn we gaan fotograferen. Wat een leuke uitdaging was dat om de mooiste details en ook de mooiste overzichtshots te zoeken. Vooral voor dat laatste moesten we soms veel geduld hebben: ook al was het niet echt druk in het kerkje, we moesten toch vaak een hele tijd wachten tot er een moment kwam waarop er net even niemand op een storende manier in beeld stond.

Saguaro National Park

Saguaro National Park

Langzaam aan kwamen er meer mensen binnen een kijkje nemen, en werd het lastiger om nog foto’s te kunnen maken. Tijd dus om de buitenzijde te gaan bekijken, met de twee ongelijke witte torens en de rijk geornamenteerde ingang in Moorse stijl. Ook het cactustuintje aan de voorzijde van de kerk was erg mooi, het zag er zeer verzorgd uit. Als laatste zijn we nog even binnengelopen in het kapelletje aan de linkerzijde van de kerk, waarin je bij speciale gebedsgelegenheden kaarsen kan opsteken. En als allerlaatste zijn we tóch nog een keer het kerkje binnengelopen, gewoon omdat het niet konden laten!

TomTom wees ons de weg naar het motel dat we een paar dagen geleden al via Booking.com hadden vastgelegd. We checkten in, brachten de bagage naar binnen, en hielden vervolgens een korte pauze. Met de nadruk op kort, het is immers zonde van je kostbare vakantietijd om overdag zomaar op je motelkamer te gaan zitten. Vorig jaar hadden we in Santa Fe rondgelopen in een erg mooie wijk met veel oude adobewoningen, en zoiets hoopten we hier in Tucson ook weer aan te treffen. Ik had diverse straatnamen genoteerd, en opnieuw was het TomTom die ons door het drukke stadsverkeer mocht loodsen. Al na enkele minuten rijden arriveerden we op de eerste plek die ik aan Tommie had opgegeven, we zagen inderdaad wel wat oude gebouwen maar qua uitstraling en sfeer was het totaal niet vergelijkbaar met wat we vorig jaar in Santa Fe hadden gezien. Adres nummer 2 leverde ook al niets op. Poging nummer 3 begon er op te lijken. Nou ja, een héél klein beetje tenminste. Het was een smalle straat met kleurrijke huizen, voor het eerst vonden we het de moeite waard om te stoppen en een foto te maken. Maar de inspiratie wilde maar niet komen…. we vergeleken het natuurlijk toch steeds met het vele malen mooiere Santa Fe. Kortom, we hadden het totaal niet naar onze zin. Tja, we konden hier natuurlijk nog wel langer rond blijven hangen. Maar allebei vonden we het véél slimmer om nu direct al naar onze volgende bestemming te rijden: Saguaro National Park.

TomTom stuurde ons via de West Gates Pass Road naar het park toe. Die aanrijroute alleen al was bijzonder mooi, we reden tussen heuvels door die helemaal vol stonden met prachtige Saguaro’s en kleurrijke bloemen. De weg was smal en bochtig, helaas was het niet mogelijk om op de mooiste plaatsen even te stoppen. Maar niet getreurd, zo meteen zouden we in het park zelf nog genoeg kans hebben om cactussen van dichtbij te bekijken.  Omdat we vroeger dan gepland daar aankwamen, hadden we zelfs nog ruimschoots de tijd voor een rit over de onverharde weg die midden door het park heen loopt, de Golden Gate Road. En dan onderweg steeds heel goed beide zijden van de weg afspeuren: welke cactus heeft de mooiste armen, welk exemplaar staat het mooist in het licht, kunnen we ook combinaties vinden met andere woestijnvegetatie?

Ons tweede doel in het park was de Signal Hill Picnic Area, waar we een kijkje hadden willen gaan nemen bij een stel petroglyphs. Maar de Golden Gate Road had zoveel tijd in beslag genomen, we vreesden dat we – als we eerst nog naar die petroglyphs zouden gaan – misschien wel te laat zouden zijn voor een “zonsondergang-met-cactussen-op-de-voorgrond”-foto. De keuze tussen die twee was makkelijk, we sloegen de Signal Hill Picnic Area over en reden meteen door naar de parkeerplaats van de korte Desert Discovery Nature Trail. Waar slechts plaats was voor een stuk of vijf auto’s, we hadden geluk dat er nog net één plekje vrij was voor de onze. De trail was slechts 800 meter lang, het pad vormde een lus zodat we vanzelf weer bij de parkeerplaats uitkwamen. We hebben het pad zelfs twee keer gelopen, de eerste keer was het nog vrij licht en konden we dus mooi even bekijken waar de beste plekken zich bevonden. Tijdens het tweede rondje werd het al snel donker, en konden we dus weer heel andere plaatjes schieten. Juist ja, dat werden dus die door ons beoogde “zonsondergang-met-cactussen-op-de-voorgrond”-foto’s.

Saguaro National Park

Saguaro National Park

We zijn in het park gebleven tot het écht te donker werd om nog foto’s te kunnen maken. Toen we terugreden naar Tucson zagen we waarom er zo vaak wordt gewaarschuwd voor overstekend wild, als je in het donker door natuurgebieden rijdt. Er stak een coyote net voor onze auto de weg over! En dat zijn toch van die kleine kersjes op de slagroom, dit soort onverwachte gebeurtenissen. Het was een leuke afsluiter van een geslaagde vakantiedag. Waarbij overigens de korte broeken nog steeds niet in gebruik waren genomen, het was uiteindelijk lang niet zo warm geworden als dat was voorspeld.


DAG 18: DINSDAG 17 MAART : TUCSON – CHIRICAHUA NATIONAL MONUMENT – WILCOX

Gereden:  184 mijl
En ook voor vandaag zag het er niet naar uit dat de korte broeken uit de tas zouden gaan komen, er werd regen voorspeld! Dat viel tegen, The Weather Channel had ons immers al dagenlang beloofd dat het hier in zuid Arizona prachtig weer zou zijn. De kans op regen bedroeg 40%, ach, dat betekende nog altijd dat er 60% kans was dat het droog zou blijven, zo concludeerden we. Dus besloten we om gewoon datgene te gaan doen wat we dagen geleden al hadden gepland: een lange hike in Chiricahua National Monument.

In 2008 hadden we in dit park de Echo Canyon Trail gelopen, en daarvan was ik destijds diep onder de indruk. We hebben toen meteen al gezegd dat we absoluut nog eens naar dit park terug wilden gaan en nu, zeven jaar later, was het dan zover. Heel ambitieus had ik beslist dat het deze keer de Heart of Rocks Trail moest gaan worden, dat zou immers het absolute hoogtepunt van het park zijn. De trail zelf is niet lang, slechts 1,8 kilometer. Alleen…. je moet vanaf de parkeerplaats wel eerst 5 kilometer via andere wandelpaden lopen om bij het begin van de Heart of Rocks Trail te komen. En daarna diezelfde 5 kilometer weer terug. Waardoor het toch een behoorlijk lange wandeling wordt van 11,8 kilometer in totaal. En als je net zo eigenwijs bent als wij, dan kies je voor een nog langere aanlooproute, waardoor de totale afstand op 13,8 kilometer uitkomt. Moest lukken, toch! Want dit was een stuk korter dan de 18 kilometer die we in Canyonlands National Park hadden gelopen, en we zouden hier ook geen lastige glijbanen of vervelende ladders tegen gaan komen.

Big Balanced Rock

Big Balanced Rock

Duck on a Rock

Duck on a Rock

Chiracahua National Monument

Punch and Judy

De enig potentiële spelbreker was dus de regen, de Ranger was overigens nog wat minder optimistisch dan The Weather Channel want zij had het over een regenkans van 50 procent. Wij gingen uiteraard voor die andere helft, de 50% kans dat het droog zou blijven. Toen we aan onze lange trail begonnen zag het er nog prima uit, geen regenwolkje aan de lucht! Wel veel witte wolken, maar dat vonden we juist prima.

Chiricahua National Monument

Chiricahua National Monument

Net zoals zeven jaar geleden liepen we via de Echo Canyon Trail omlaag, over een afstand van 2,6 kilometer gingen we 137 meter naar beneden. We genoten weer net zo van de werkelijk schitterende omgeving als destijds, wat is Chiricahua toch een ontzettend mooi park. We liepen midden tussen de hoge rotspilaren die volgens vooraanstaande geologen zijn ontstaan als gevolg van een enorme vulkanische eruptie van, pak-‘m-beet, zo’n 27 miljoen jaar geleden. Na die eruptie was hier een 600 meter dikke laag as terechtgekomen, die later versteende. Vervolgens was erosie verantwoordelijk voor de vorming van het landschap waar wij nu met veel oooh’s en aaah’s doorheen mochten lopen.

We mochten nog een stuk verder omlaag, via de Upper Rhyolite Canyon Trail. De zon kwam nu flink door, de vesten gingen in de rugzak en we moesten ons zelfs insmeren met zonnebrandolie. Die moeite hadden we ons overigens kunnen besparen, want vrij kort daarna liepen we een meer schaduwrijk gedeelte in en kwamen er plotseling toch veel wolken tevoorschijn. Niet die mooie witte wolken die ik eerder noemde, maar grijze regenwolken. Oeps….. Terwijl we via de Sarah Deming Trail weer een heel stuk omhoog mochten klimmen, hielden we de lucht boven ons met argusogen in de gaten. Het weer verslechterde snel, het regende weliswaar nog niet maar die fifty-fifty kans op droog weer waar de Ranger het over had, daar geloofden we niet meer in. Het was niet meer zozeer een kwestie van ‘houden we het droog?’, maar meer van ‘hoe lang houden we het nog droog?’ We hadden nog maar een klein stukje van de klim achter de rug, toen een stel wandelaars dat ons tegemoet kwam naar ons gebaarde dat we heel stil moesten zijn. Ze keken naar de bomen direct naast het pad, een daar zagen (en hoorden!) we van heel dichtbij een specht die druk aan het werk was. Nu komen we in onze eigen Gerwense bossen ook wel ooit een specht tegen, maar om zo’n beestje van zó dichtbij te zien, dat was toch wel heel bijzonder.

De Sarah Deming Trail was zwaar. Heel zwaar, zelfs. Ik begon er serieus aan te twijfelen of we wel de beste beslissing hadden genomen, waarschijnlijk was het toch beter geweest als we voor de kortere route hadden gekozen. Je hoort mij écht niet meer zeggen dat deze wandeling makkelijker is dan die naar Druid Arch, in Canyonlands National Park, waar ik afstand en moeilijkheidsgraad vooraf mee had vergeleken. Mijn benen wilden niet meer….. regelmatig moest ik even gaan zitten om uit te puffen. En ondertussen tikte de tijd alsmaar door….. Toch, op gegeven moment zagen we de bekende Big Balanced Rock voor ons verschijnen, we wisten dat we nu heel dicht bij het begin van de Heart of Rocks Trail waren.

En die Heart of Rocks trail, die gaf ons nieuwe energie. Het was daar zo ontzettend mooi, dat ik helemaal vergat dat ik eigenlijk zo moe was. De naam Heart of Rocks geeft de sfeer van deze trail perfect weer, veel meer nog dan bij de ook al zo prachtige Echo Canyon Trail liepen we nu midden tussen de meest schitterende rotsen door. Hier en daar moest er even wat geklommen worden, via in de rotsen uitgehakte trappen. Diverse rotsen hadden namen gekregen, zo zagen we de imponerende Pinnacle Balanced Rock, de zeer goed gelijkende Duck on a Rock en ook een kop van een kameel die uiteraard Camel’s Head werd genoemd. De meest grappige rotsen waren Punch and Judy, vernoemd naar twee bekende karakters uit een poppenkastshow. Het is gewoonweg niet mogelijk om géén kijvende gezichten in die twee rotsen te zien! Behalve de rotsen-met-een-naam waren er natuurlijk ook veel naamloze exemplaren, die ook letterlijk hun steentje bijdroegen aan onze beleving. Op sommige plekken konden we heel ver wegkijken, op de voorgrond zagen we de prachtige rotspilaren van het park, wat verderop lag een weidse vallei, en die werd dan weer omlijst door diverse lage bergketens. Ik genoot intens van deze prachtige trail, ik vond het zelfs de mooiste wandeling die we tijdens deze vakantie hebben gedaan. En dat we inmiddels wat sporadische regendruppels voelden, dat kon ons echt niet deren.

Chiracahua National Monument

Camels Head

Chiracahua National Monument

Pinnacle Balanced Rock

Chiricahua National Monument

Chiricahua National Monument

De Heart of Rocks trail begint en eindigt op hetzelfde punt. Toen we aan het laatste deel van de wandeling begonnen, terug naar de parkeerplaats, kwamen we dan ook opnieuw heel dicht bij Big Balanced Rock. Leuk dat ze er een bord bij hadden gezet waar wat cijfertjes op stonden: de rots is 7,6 meter hoog, heeft een diameter van 6,7 meter en weegt maar liefst 1.000 ton. En dat blijft daar dan zomaar staan, op dat smalle puntje! Tot aan de parkeerplaats was het nu nog zo’n 5 kilometer lopen. We moesten veel klimmen en soms ook weer een stukje dalen, maar zo pittig als tijdens de Sarah Deming Trail was het gelukkig nergens meer.

Op gegeven moment hoorden we een vreemd geluid, een heel regelmatig bonk-bonk-bonk dat soms even stopte en dan weer in datzelfde ritme verder ging. Even verderop zagen we wat de oorzaak ervan was, er werd druk aan de trail gewerkt. We hadden al op diverse plaatsen gezien dat de zijkanten van het wandelpad werden ondersteund door muurtjes, vooral op plekken waar kleine kreekjes de zijkanten afkalfden. In zo’n kreekje stond een stel jonge meiden de beste stenen op te vissen, een jongeman hakte die stenen in de juiste vorm. Hij was dus degene die verantwoordelijk was voor het geluid dat we hadden gehoord. Ze zagen er niet als stoere wegwerkers uit, ik denk dan ook dat het vrijwilligers waren. Mooi werk dat ze hier verrichten, respect!

Chiricahua National Monument

Chiricahua National Monument

De parkeerplaats kwam alsmaar dichterbij, en op wat losse spatjes regen na hadden we het wonder boven wonder helemaal droog gehouden. Laat nou net tijdens de allerlaatste 100 meter van de wandeling de regen ineens met bakken naar beneden vallen……. Gek hè, dat je dan ineens toch nog heel snel kan lopen ook al heb je al bijna 14 kilometer in de benen! We stapten in de auto, onze kleren waren wat nat maar gelukkig niet zo erg dat we ons om zouden moeten kleden. Even uitpuffen en nagenieten van al het moois dat we hadden gezien. Tijdens de Sarah Deming Trail had ik weliswaar verzucht dat ik voor de verkeerde route had gekozen, maar nu ik hier lekker lui in de auto zat veranderde ik weer van mening. Ik was blij, echt heel blij, dat we de volledige loop hadden gelopen. De trail was zo immers nog completer en nog mooier dan wanneer we voor de kortere versie zouden zijn gegaan.

De regenbui duurde niet lang, tegen de tijd dat we het park uitreden was het alweer droog. We besloten om niet meer naar Tucson te rijden, zoals we oorspronkelijk van plan waren geweest. In Willcox zouden we ongetwijfeld ook wel een motel vinden. En ja, dat lukte inderdaad. Gewoon een standaard motel waarvan ik de naam inmiddels alweer ben vergeten. Willcox bleek overigens een weinig opzienbarend stadje te zijn, niet echt een aanrader dus. Ik had wel zin in een lekkere pizza met ham en ananas; vlak bij het motel zagen we een Pizza Hut dus daar gingen we eten. Maar die pizza met ham en ananas, dat ging dus niet lukken. Want het bleek een ‘Pizza Hut in buffet stijl’ te zijn, we wisten niet eens dat zoiets bestond. Voor in de zaak lagen pizzapunten, voor een vaste prijs konden we er zoveel van nemen als we maar wilden. En ook al zat daar dan niet mijn favoriete smaak bij, gelukkig waren er genoeg smakelijke alternatieven. Nadat we ook nog even wat boodschappen hadden gedaan in de supermarkt direct naast ons motel, was het tijd voor de laatste belangrijke taak van deze dag: foto’s uitzoeken, en daarbij een enthousiast stukje tekst schrijven voor ons live reisverslag.


DAG 19 : WOENSDAG 18 MAART : WILLCOX – TOMBSTONE – TUMACACORI – MARANA

Gereden:  233 mijl
Het westernstadje Tombstone stond niet in onze planning. En zelfs ons reservelijstje had het niet gehaald, want we hadden allebei het idee dat deze bestemming helemaal niets voor ons zou zijn. Maar doordat we tijdens de eerste twee weken van onze vakantie veel van ons lijstje hadden moeten schrappen, waren we net wat eerder dan verwacht in zuid Arizona beland. En laat Tombstone nu heel toevallig redelijk goed op de route van Willcox naar Tumacácori National Historical Park liggen…. Kortom, op deze woensdagochtend reden we toch zomaar naar het stadje toe!

En zo liepen we een uurtje nadat we uit Willcox waren vertrokken rond tussen de souvenirwinkeltjes en eettentjes in Tombstone. Okay, de straten waren niet geasfalteerd, de gevels waren oud, en de inrichtingen van de panden waren helemaal aangepast aan de “Tombstone in de 19e eeuw”-sfeer. Hadden we nu maar gewoon ons gevoel gevolgd en Tombstone lekker links laten liggen, we vonden er niets aan, echt helemaal niets….. We hadden gehoopt dat dit bezoek nog wat sfeervolle foto’s op zou kunnen leveren, maar nee, het was voor 100% het commerciële toerisme dat hier de toon zette, voor het herleven van het Wilde Westen was geen plaats meer over.

TombstoneTombstoneTombstoneTombstone

​We besloten om nog wel even binnen te lopen in het oude Courthouse, dat tegenwoordig als museum is ingericht. En dat bleek een goede beslissing te zijn. Want dat wat we buiten helemaal hadden gemist, namelijk het gevoel om getuige te zijn van een stukje Amerikaanse geschiedenis, dat was hier wel volop aanwezig. In het museum zijn enorm veel voorwerpen tentoongesteld. Voorwerpen die in het gewone dagelijkse leven werden gebruikt, zoals kleding,  meubelstukken en zelfs een oude teddybeer. En ook genoeg voorwerpen die meer thuishoorden bij het stoere cowboyleven, we zagen zadels, chaps en tapaderos (waarmee cowboys hun broek en laarzen beschermden), sporen, en natuurlijk ook de nodige vuurwapens. Blijkbaar werd er vroeger ook graag gegokt, getuige de aanwezigheid van roulettetafels. En natuurlijk hebben we ook een kijkje genomen in de oude rechtzaal. Kortom, dit museum maakte veel goed van ons tot dan toe teleurstellend verlopen bezoek.

Toen we weer naar buiten gingen, liepen er vier stoer kijkende mannen op straat rond, gekleed volgens de mode van het jaar 1881. Zij riepen de rondlopende toeristen op kaartjes te gaan kopen voor “The Gunfight at the O.K. Corral”, de show waarin dit dankzij Hollywood wereldberoemde vuurgevecht van 26 oktober 1881 wordt nagebootst. Die show hebben we aan ons voorbij laten gaan, daar hadden we echt geen zin in. Maar van sheriff Wyatt Earp en zijn drie collega’s hebben we natuurlijk nog wel een paar foto’s gemaakt.

We lieten Tombstone achter ons. Op naar een ander stukje geschiedenis waarin we veel meer geïnteresseerd waren. Via State Route 82 reden we naar het uiterste zuiden van de staat Arizona, tot heel dicht bij de Mexicaanse grens. We hadden hier een dor en droog landschap verwacht, en dorpjes met een armoedige uitstraling. Maar nee hoor, we reden juist door een mooi groen heuvellandschap, en de plaatsjes waar we doorheen kwamen zagen er welvarend uit. Konden wij dus mooi een vooroordeel aan de kant schuiven. Op papier zou de rit van Tombstone naar Tumacácori ongeveer anderhalf uur gaan duren, maar omdat TomTom wat in de war was en ons een achterafweggetje instuurde dat op gegeven moment dood bleek te lopen, deden we er wat langer over.

In Tumacácori National Historical Park worden drie oude kerkjes beheerd, waarvan er één is opengesteld voor het publiek. De naam van dat kerkje is Mission San José de Tumacácori. Het is ontworpen door Spaanse architecten, maar het waren de Pima en de Papago Indianen die het daadwerkelijk hebben gebouwd, in de periode 1799 tot 1802. De bouw is nooit helemaal voltooid, zo is bijvoorbeeld de klokkentoren nooit helemaal afgebouwd. In de moderne tijd zijn er enkele delen gerestaureerd, maar een groot deel verkeert nog in de originele staat. Het verschil met het kerkje dat we twee dagen geleden bezochten – Mission San Xavier del Bac – bleek enorm groot te zijn. De beelden die ooit in de smalle kerk moeten hebben gestaan waren verdwenen, de muurschilderingen waren nauwelijks meer zichtbaar. Het altaar was weg, en de muren waren zwaar beschadigd. Alleen de stenen vloer en het houten plafond waren nog vrij goed intact. Als ik het zo beschrijf, dan lijkt het misschien wel dat wij dit kerkje niet mooi vonden. Maar het tegendeel is waar, we vonden het zelfs heel bijzonder en sfeervol om hier in dit oude smalle gebouw te staan. Het was niet druk, Hans had dan ook volop gelegenheid om zijn statief op te zetten en op zijn gemak foto’s van de binnenzijde te maken.

Achter het kerkje vonden we een eenvoudig kerkhof met een klein rond gebouw daarop, dat bleek een kapel te zijn waar een wake kon worden gehouden, voordat iemand werd begraven. De bouw van de kapel is niet voltooid, het heeft nooit een dak gekregen. We bekeken ook een oude opslagruimte. Daar werden vroeger gereedschappen bewaard die werden gebruikt om de landerijen rondom het kerkje te bewerken, en ook dierhuiden, wol, zaden en voedsel. Voor de opslag van de zaden, de bonen en het fruit werden grote potten van klei gebruikt, er stonden nog een aantal van die potten samen op een heel fotogeniek rijtje. Op het terrein van de Mission stond verder nog een vervallen woning, waarschijnlijk heeft de priester van het kerkje daar ooit gewoond. Heel apart was een ander huisje, met de naam Melhok Ki. De muren en het dak waren weliswaar intact, maar het zag erg oud uit, helemaal scheef en verzakt. We waren dan ook verbaasd toen we in de informatiefolder lazen dat het nog geen 20 jaar oud was. Melhok Ki werd gebouwd in het jaar 1997, geheel op dezelfde manier waarop dat vroeger door de O’odham Indianen werd gedaan. Geschiedkundigen gaan ervan uit dat het sterke gelijkenis vertoont met de huisjes zoals die hier destijds moeten hebben gestaan.

Mission San Jose de Tumacacori

Mission San Jose de Tumacacori

Mission San Jose de Tumacacori

Mission San Jose de Tumacacori

Zo nu en dan moet je even tijd maken voor een sanitaire stop. Terwijl ik buiten wachtte, liep Hans het gebouw bij de ingang van het park binnen, en daarna via een binnenpleintje naar de toiletten. Toen hij weer terugkwam, vertelde hij me dat op dat binnenplein een man met een Indiaanse fluit zat te spelen. Hij bood ook fluiten te koop aan, was dat misschien niet een leuk idee voor Oona? Ik was meteen enthousiast. Niet alleen omdat Oona gek is van muziek, maar ook omdat zo’n fluit een écht bij onze reis passend souvenir zou zijn. Maar wat denk je, op het moment dat we het binnenplein opliepen was de man verdwenen…. Chips, hebben we eindelijk een echt goed idee en dan zijn we net te laat!

Toen we weer bij de auto kwamen voelden we dat het toch echt wel tijd werd om te gaan picknicken. En dat was niet gek, het bleek al half drie in de middag te zijn! We waren echt lang in het park geweest, daaruit blijkt natuurlijk wel hoe goed we het daar naar onze zin hadden gehad. Met het weer waren we minder tevreden, het was ondertussen zwaar bewolkt geworden, het waaide hard en het was – voor Arizona-begrippen – hartstikke koud. We hadden geen zin om onder deze omstandigheden buiten te gaan eten, het leek ons een beter idee om een Subway te gaan zoeken. Die zouden we hier bij Tumacácori niet gaan vinden, vandaar dus dat we eerst een stukje gingen rijden. De snelweg op, en daarna bij het eerste het beste plaatsje de snelweg weer af in de hoop daar iets te kunnen vinden. Dat eerste en beste plaatsje bleek Tubac te heten, we stuitten daar vrijwel direct op een zeer mooi uitziend centrum met winkeltjes en restaurants, maar zonder Subway. En zo zaten we dus nog voor 3 uur ’s middags aan ons diner, een groot bord met French Fries en kip….

Twee dagen geleden hadden we het westelijke deel van Saguaro National Park gezien, nu wilden we graag het oostelijke deel gaan bezoeken. Maar de regen haalde abrupt een dikke streep door deze planning; hoe dichter we bij Tucson kwamen, hoe slechter het weer werd. Het regende flink toen we de stad binnenreden, we besloten om eerst maar even een motel te gaan zoeken. Misschien zou het straks nog opklaren, en zouden we alsnog naar het cactuspark kunnen gaan. Het motel waar we afgelopen maandag nog hadden geslapen, bleek voor deze avond geen plaats meer te hebben. De Best Western die er recht tegenover lag was belachelijk duur, dus dat ging ‘m ook niet worden. En de motels die direct naast de Interstate lagen adverteerden met prijzen die juist weer belachelijk laag waren, ik had op Booking.com al gezien dat die motels wel heel erg slecht werden gewaardeerd. We waren even behoorlijk besluiteloos, we reden Tucson weer uit zonder precies te weten waar we nu eigenlijk naartoe gingen. En zo kwamen we terecht in het plaatsje Marana, net ten noordwesten van de stad. Waar we zowaar een betaalbare kamer vonden in een net motel. Die motelkamer was overigens wel het laatste dat we deze dag nog hebben kunnen bezichtigen, het bleef namelijk tot laat in de avond continu flink regenen.

Mission San Jose de Tumacacori

Mission San Jose de Tumacacori

Mission San Jose de Tumacacori

Mission San Jose de Tumacacori

Mission San Jose de Tumacacori

Mission San Jose de Tumacacori

 


DAG 20 : DONDERDAG 19 MAART : MARANA – ORGAN PIPE CATUS NATIONAL MONUMENT – PHOENIX

Gereden:  333 mijl
Al jarenlang stond Organ Pipe Cactus National Monument op ons verlanglijstje, het is immers de enige plek in de Verenigde Staten waar je die cactussoort in het wild kan bewonderen. Maar dat park ligt zo allejezus ver overal vandaan, het was tot nu toe nooit gelukt om het in een route in te passen. Deze keer hadden we ons thuis al voorgenomen om aan het einde van de vakantie een dag aan Organ Pipe Cactus te besteden.

Organ Pipe Cactus National Monument

Organ Pipe Cactus National Monument

En dat einde van de vakantie, dat zat er nu helaas toch echt aan te komen. Dus vandaag was het dan eindelijk zover, we gingen naar Organ Pipe Cactus toe. En nu maar hopen dat we deze vakantie niet zouden moeten gaan afsluiten zoals we ‘m waren begonnen: met een bijna compleet verregende dag. Toen we bij ons motel vertrokken was het bewolkt, maar wel droog. Dat was alvast een goed begin.

Organ Pipe Cactus National Monument

Organ Pipe Cactus National Monument

Het was een lange rit van Marana naar het park. Het grootste deel daarvan ging via State Route 86, alleen die weg al was meer dan 100 mijl lang. We riepen de hulp in van Willie Nelson, hij moest ons onderweg weer gaan vermaken met zijn countryzender Roadhouse. Nou, als je daar een paar uur naar hebt geluisterd, dan heb je je portie countrymuziek gelijk voor het hele jaar te pakken hoor, jee wat zijn sommige (lees: het grootste deel) van die songs ongelooflijk flauw. We hoorden zowaar ook een paar heel bekende liedjes voorbijkomen, wie verwacht er nou om ergens op een lange eenzame weg in zuid Arizona Bim Bam Bom van André van Duin te mogen beluisteren!! Of om te horen dat Die lange mooie zomer van Gerard Cox alweer voorbij is. Okay, natuurlijk waren het niet André en Gerard zelf wiens stemmen uit de autoradio kwamen, maar hun Engelstalige collega’s. Maar toch, het bleef vreemd om dit hier te horen.

De rit ging lekker vlot. Vooral tijdens de tweede helft was het landschap waar we doorheen reden zeer de moeite waard, er stonden veel Saguaro cactussen en we zagen ook allerlei andere mooie woestijnplanten en -bloemen. Minder mooi waren de kruisjes die her en der langs de weg stonden, kleine gedenktekens aan mensen die hier ooit zijn verongelukt. Het was vooral het aantal kruisjes dat ons trof, het waren er toch zeker enkele tientallen. En dat op een weg die er in onze ogen absoluut niet gevaarlijk uitzag, er waren weinig zijwegen, alles was heel overzichtelijk. Waarom dan toch zoveel verkeersslachtoffers? Natuurlijk hielden we niet alleen de muziek, de weg en het landschap in de gaten, regelmatig keken we ook eens hoe de lucht in de verte voor ons er uitzag….. We konden alleen maar concluderen dat het alle kanten op kon gaan met het weer, zon en wolken wisselden elkaar af en het was niet te voorspellen hoe het straks in het park zou zijn.

Organ Pipe Cactus National Monument

Organ Pipe Cactus National Monument

Bij het gehucht met de opvallende naam Why bereikten we het einde van State Route 86. Vandaar ging het verder via State Route 85, we gingen nu pal naar het zuiden. Uiteraard waren we niet verbaasd dat we nog een uitgebreide controlepost van de Border Patrol tegenkwamen, we zaten nu immers wel heel dicht bij de Mexicaanse grens. Vijf mijl nadat we State Route 85 op waren gegaan reden we het park binnen, dat betekende overigens niet dat er nu een einde kwam aan de lange autorit want ook in het park zelf moesten we nog een flinke afstand afleggen. Het viel ons op dat we nog steeds geen Organ Pipe Cactussen zagen. Wel Saguaro’s en andere woestijnplanten, maar niet die vreemd gevormde cactussen waarvoor dat hele stuk hadden afgelegd.

We maakten een stop bij het Visitor Center. Daar werden we te woord gestaan door een enthousiaste Parkranger, die onze vraag “Waar kunnen we de mooiste Organ Pipe cactussen zien?” prima wist te beantwoorden, haar advies was om de Ajo Mountain Drive te gaan rijden. Kijk, dat kwam goed uit. Want laat dat nou net de route zijn die we zelf vooraf al in gedachten hadden. De Ajo Mountain Drive is een 21 mijl lange eenrichtingsweg, grotendeels onverhard, die aan de oostzijde door het park heenloopt. We kregen nog een hele lading aan folders en plattegronden mee, en daarmee gingen we op pad. Op het moment dat we aan de route begonnen brak de zon door, de temperatuur liep meteen snel op.  Waarop Hans resoluut zijn korte broek onder uit de koffer pakte, zo kwam die op de valreep toch nog goed van pas!

De Organ Pipe Cactus bestaat uit een centrale stam die zich direct op grondhoogte uitsplitst in een groep smalle takken waarvan de diameter gemiddeld ongeveer 15 centimeter is. De takken steken meestal recht omhoog, de grootste takken halen een hoogte van 7 meter. De planten hebben minstens 5 van die takken, en vaak zijn het er nog veel meer. Deze cactussoort groeit met name op naar het zuiden gerichte hellingen. Via de Ajo Mountain Drive reden we dicht langs diverse van die hellingen af; hoe verder we kwamen, hoe meer Organ Pipe Cactussen we zagen. Het was een heerlijke route, van begin tot eind. We zijn ontzettend vaak uitgestapt en hebben regelmatig even een klein stukje gelopen, op zoek naar de mooiste cactussen. Wat ons vooral heel aangenaam verraste, dat was de combinatie van de diverse plantensoorten. De Organ Pipe Cactussen, de Saguaro’s, de Prickly Pear Cactus en de Cholla Cactus. En natuurlijk ook die mooie ranke Ocotillo met de rode bloemen, waarvoor ik altijd al een zwak heb gehad. En nog veel meer. Ik heb echt geen idee hoe die verschillende planten allemaal heten, ik vind het al heel wat dat ik zomaar vijf van die namen uit mijn mouw kan schudden! Het was vooral leuk om te proberen om diverse soorten in één plaatje te vangen, terwijl we zo bezig waren vloog de tijd werkelijk voorbij. Toen we het einde van de route bereikten, waren we zomaar ineens vier uur verder!

En was het dus tijd voor de laatste lange rit van deze vakantie. Allebei konden we haast niet geloven dat we morgen alweer in het vliegtuig zouden zitten, ik denk dat dat onwerkelijke gevoel vooral kwam doordat we deze dag nog zo heerlijk midden in de natuur hadden doorgebracht. De laatste reizen hadden we steeds afgesloten met een of twee dagen stad. Da’s ook mooi, maar eerlijk gezegd beviel dit me toch veel beter. Naarmate Phoenix dichterbij kwam werd het steeds drukker, en als slot mochten we via Interstate 10 dan ook nog een heus stukje file rijden. Opdat we toch maar goed zouden beseffen dat de vakantie nu echt ten einde was!


DAG 21 en 22 : VRIJDAG 20 EN ZATERDAG 21 MAART : PHOENIX -AMSTERDAM – UTRECHT – GERWEN

De afgelopen keren werden we op Schiphol opgewacht door kinders, aanhang en kleindochter. Maar dat zat er niet in, deze keer. Rob en Elina hadden verplichtingen bij Elina’s kant van de familie, en op de school van Oona werd een markt georganiseerd waar mama Melanie de helpende hand moest gaan bieden. Als wij netjes op tijd op Schiphol aan zouden komen, dan hadden ze genoeg tijd om ons op te komen halen. Maar ja, als ons vliegtuig vertraagd zou zijn, dan werd het wel stressen! En dat wilden wij natuurlijk niet op ons geweten hebben, we hadden dan ook gezegd dat ze lekker in Utrecht moest blijven. Zo bleef schoonzoon Marcel de enige potentiële ophaler. Van ons “Dat hoeft niet joh, wij kunnen best met de trein naar huis” wilde hij niets weten. Vandaar dus we na aankomst op Schiphol bij hem in de auto mochten stappen. Super schoonzoon, toch! Natuurlijk vertelden we hem hoe de terugreis was verlopen: alles netjes op tijd, vlekkeloze overstap, maar nauwelijks kunnen slapen in het vliegtuig…… dat soort dingen dus. En o ja, bij het inleveren van de auto was Hans bijna vergeten om de autosleutels achter te laten…. we waren al op weg naar de shuttlebus toen hij ineens voelde dat die nog in zijn broekzak zaten. Waarop Marcel heel droog reageerde: “Goh, da’s ook voor het eerst dat je weet waar je sleutels zijn!”  Volgens mij vond Hans hem ineens veel minder lief (maar je had wel gelijk hoor, Marcel!)

Ons vliegtuig was een half uur vóór de geplande aankomsttijd geland, achteraf gezien hadden Melanie en Oona best nog mee naar Schiphol kunnen gaan. Ze waren nog thuis, en de A2 loopt wel héél dicht langs Utrecht af! Dus hebben we nog even een kleine omweg gemaakt, even lekker knuffelen met dochter en kleindochter. Want dat was er immers drie weken geleden tijdens de heenreis ook al bij ingeschoten. Na dit korte onderonsje stapten we weer in de auto, en een uurtje later reden we ons eigen Gerwen en onze eigen straat in. Wat was ik blij om na drie weken onze Dexter weer op te kunnen pakken en te kunnen aaien. Hij zag er zoveel beter uit dan toen we vertrokken, een mooier einde van de vakantie kan je je niet wensen!


TOT BESLUIT

De belangrijkste vraag die bij me opkomt nu ik dit laatste stukje van het reisverslag ga schrijven is: “Hoe is het bevallen om al zo vroeg in het jaar op vakantie te gaan?”  En daar heb ik twee heel verschillende antwoorden op. Het is toch wel erg jammer dat die twee dagen sneeuwval direct aan het begin van onze vakantie zoveel van onze plannen hebben doorkruist. Maar dankzij het vroege tijdstip hebben we wel, precies zoals we van tevoren al hoopten, wandelingen kunnen doen die bij 30 graden gewoonweg niet mogelijk zijn. En laten dat nu net de wandelingen zijn die in ons lijstje van “Memorabele Momenten” wel heel hoog scoren!

Even leek het erop dat de sneeuw ook ons voornemen om de Cottonwood Cove Area te bezoeken zou gaan dwarsbomen, maar na een avontuurlijke rit slaagden we er toch in om dit gebied te bereiken. Dit prachtige,  fantastische, bizar mooie gebied in de Coyote Buttes South, dat direct de eerste plaats in ons hoogtepuntenoverzicht van deze vakantie voor zich heeft opgeëist. En misschien zelfs wel van ál onze vakanties!

De mooiste hike die we tijdens deze vakantie hebben gedaan is de Heart of Rocks Trail in Chiricahua National Monument, met de Devils Garden Trail in Arches (heel close) als nummer 2. En natuurlijk moet ik zeker ook het moment noemen waarop we Druid Arch voor ons zagen verschijnen….. ik ben nog steeds supertrots dat me dat is gelukt. Ook de Tower Arch Trail in Arches is zo’n wandeling die we tijdens de warmere maanden steeds maar weer hebben overgeslagen, heerlijk dat we die nu wél hebben kunnen doen.

De grootste verrassingen van deze reis waren Tumacácori National Historic Park en Organ Pipe Cactus National Monument. En de Moab Maiden, wat een leuke petroglyph was dat! Eigenlijk wordt het rijtje met hoogtepunten wel wat lang nu, maar toch zijn er nog diverse andere bezienswaardigheden die ik in deze opsomming gewoonweg niet over mag slaan. Grand Falls, bijvoorbeeld. En natuurlijk ook het allermooiste State Park van het zuidwesten: Valley of Fire; we zijn er nu al meerdere malen geweest maar elke keer genieten we er weer volop van. Yant Flat bleek ook bij een tweede bezoek weer een topper te zijn. En wat was dat kleine kerkje Mission San Xavier del Bac toch ontzettend fotogeniek! Als ik één plek moet noemen die juist niet in dit rijtje thuishoort dan ga ik voor Tombstone…. mochten we daar ooit nog in de buurt komen dan rijden we er lekker met een grote boog omheen!

Eén nadeel van het zo vroeg in het jaar op vakantie gaan had ik nog niet genoemd. En wel dat het dan zo ontzettend lang duurt voordat er nieuwe reisplannen kunnen worden gemaakt, het jaar 2016 is immers nog wel héél ver weg. De beste remedie is dan om dit jaar gewoon nóg een keer de koffers te pakken. En dat gaan we doen in de maand augustus, op de 22e om precies te zijn. In die koffers zullen dan waarschijnlijk geen korte broeken en t-shirts zitten, maar regenkleding en warme jassen. Want voor het eerst sinds lange tijd is niet de USA onze bestemming, maar IJsland! We zijn al druk bezig met het zoeken van de leukste route en de mooiste plekken, we hebben ontzettend veel zin in deze vakantie. En – ook al lijkt het natuurlijk wel een beetje op vreemdgaan – op deze site maken we straks graag ook een plekje vrij voor een “Ontdek-IJsland”-reisverslag!